Doorgaan naar hoofdcontent

Camel Trophy – Namibië 16 april 2011

Vanaf Naukluft afdalen naar de Namib
Kilometers wasbord verdwijnen onder onze zware banden. Alleen sporen geven aan waar de “grote weg” naar Walvisbay zou moeten zijn. Daarbuiten niets dan woestijn. Eerst nog spaarzaam begroeid, daarna kaal tot aan de schuimende oceaan. Uiteraard niets vergeleken bij de Sahara maar deze Namib ervaring geeft toch een idee hoe een Camel Trophy dag er uit zou kunnen zien. Slaapverwekkend monotoon met op onbekende plaatsen spannende gaten en geulen.


Grote Torenvalk, Naukluft
Afrikaanse Roek, Naukluft


Laatste water voor de woestijn
Vandaag trekken we dwars door het Naukluft gebergte richting de uitgestrekte kustwoestijn van Namibië. Vanaf 1500 meter afdalend naar een plateau met diepe rivierdalen. Door de ongekend zware regenval zijn de meestal droge beddingen veranderd in kolkende watermassa's. Een scherp contrast met de verder gortdroge omgeving. En de tegenstelling wordt nog scherper als de weg eindelijk de woestijn bereikt. Een vlakte met fata morgana's van duinen als zeeschepen. Tientallen toeristen in terreinwagens of safaribussen delen deze ervaring met ons. Na uren rijden: Thalassa! De koude Atlantische Oceaan rijkt met zijn klamme nevelvingers ons tegemoet. Het is deze nevel die nog enig leven mogelijk maakt in deze dorre omgeving.
Swakopmund
Walvis Bay en Swakopmund liggen letterlijk met de voeten in het water en het hoofd in het zand. De woestijn eindigt voor de eerste straten en de oceaan beukt op de boulevards en de uitgestrektre stranden. Zaterdag is kennelijk de dag voor de blanke vissers. Terreinwagens en pick-up trucks hebben alle meterslange zeehengels loodrecht op de bumper staan. Gezien worden met deze jachtinstrumenten is kennelijk een vorm van flaneren in deze streek. In Swakopmund is het tijd voor boodschappen. Na dagen in de bush kan er eindelijk weer verse etenswaar gekocht worden. Vier broden verdwijnen in de vriezer, acht pakken melk in de bank. Daarna is het goed rusten op de camping van Manfred Lutz (Sophia Dale Lodge http://www.sophiadale.org/).

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak