Doorgaan naar hoofdcontent

Hitte bij hete bronnen – Namibië 9 april 2011

Ai Aïs, landschap
Omsloten door scherpe bergpieken ligt het dal van Ai Ais te zinderen in de ochtendhitte. De minerale bronnen van dit gebied waren al honderden jaren geleden bekend bij het Nama volk maar worden nu vooral gebruikt door rondbuikige en vooral bleke toeristen. Om er voor te zorgen dat ze vooral bleek blijven wordt het water van 60 graden afgekoeld naar een aangename omgevingstemperatuur van rond de 35 graden. Dit alles zorgt er voor dat de droge woestijnhitte veranderd in een bijna verstikkende sauna. En in dit Kurort bewegen zich traag twee wat minder bleke vogelaars. De telelens gericht op Bleekvleugelpreeuwen op de stoffige boulevard en een Slangenhalsvogel in de Fish River.
Bleekvleugelspreeuw


Trichocaulon

Krekel

Vanaf de Fish River Canyon tot aan Ai Ais is het ruim 70 kilometer wasbord rijden.
Soms wat vlakker maar meestal stuiterend van richel naar richel. Deels over een plateau met uitzicht op de canyon en deels door diep uitgeschuurde maar lage bergpassen. Naarmate de weg zuidelijker komt verandert de dorre vegetatie in een vetplanten paradijs. Hoge zuil Euphorbia's, lage stekelige Trichocaulons en een verscheidenheid aan struikvormige Mesembryantemaceae en Crassulaceae. Ondanks goed zoeken lukt het niet om levende steentjes te vinden. Een kleine poel levert op de heenweg Namaqua zandhoenders op. Prachtig demonstrerend dat broedzorg in deze woestijn verder gaat dan voedsel en bescherming. Met opgezette borstveren stappen ze het water in en wachten dan totdat ze zwaar van het opgezogen water zijn. Laag vliegend en “kielewijn” roepend vliegen ze vervolgens weg naar hun verborgen jongen.
Namaqua zandhoender

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak