Doorgaan naar hoofdcontent

Tijgerspinnen

Tijgerspin
Sinds 1980 komen in Nederland Tijgerspinnen voor. Geen harige monsters die jagen op muizen en jonge vogels maar geel-zwarte  spinnen uit het Middelandse Zeegebied. Decennia lang hebben zij er over gedaan om hun leefgebied uit te breiden naar het noorden. Dertig jaar na 1980 zijn ze redelijk algemeen geworden.

Vrouwtjes worden van kaak tot achterlijfspunt ongeveer 15 millimeter lang maar lijken door de enorme poten veel groter. Mannen moeten het doen met 5 millimeter maar zijn toch nog voldoende imponerend voor de dames.

Tijgerspinnen worden vanwege hun opvallende tekening ook wel Wespspinnen genoemd. Hun webben zijn fors en worden zo opgehangen in het gras dat er geen ontkomen meer aan is voor passerende sprinkhanen, kevers of libellen. Waar het witte laddertje midden in het web voor dient is niet duidelijk. Een platform voor de wachtende spin? Extra versteviging van het weefsel? In ieder geval maakt het de webben van Tijgerspinnen onmiskenbaar.

Tijgerspin, nest
Voor jonge spinnen wordt een comfortabele villa gebouwd. Urnvormig, zo groot als een tennisbal en voorzien van een stevige buitenwand. Zolang de eieren rijpen of de jongen thuis zijn is er rond de klok bewaking door het vrouwtje. Voeding krijgen ze niet en als de meegegeven reservevoorraad op is moeten ze er op uit om zelf hun prooi te vangen.

Tijgerspinnen zijn inmiddels geheel ingeburgerd in de Nederlandse fauna. Voor sprinkhanen een extra bedreiging, voor ons een verrijking van een natuurwandeling door hei en graslanden.


Reacties

  1. prachtig om te zien,
    nog steeds heel bijzonder vind ik

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik vind deze uitleg zeer goed,
    Maar ik heb toch nog een vraag:
    Zijn deze spinnen ook bedreigd,
    Zo ja, hoe komt dit en wat is de oplossing ?

    Alvast bedankt !

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Gelukkig zijn ze niet bedreigd, inmiddels overal op ruige terreinen in Oost-Nederland een algemene verschijning.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak