Doorgaan naar hoofdcontent

Wallis, Val d'Hérens - deel 4, Rotskruiper

Rotskruiper
Onder het wakend oog van een blauw Mariabeeld zit een bonte verzameling, oudere en jongere, leden van de Vereniging voor Veldbiologie (KNNV) bijna devoot naar boven te staren. Roerloos, verrekijker of camera in de aanslag wachtend op wat komen gaat. Als achtergrond decor ligt bijna 300 meter lager de gletsjer van Arolla. En dan klinkt er een schel "tsie" (klik op dit woord en dan het groene pijltje onder "chant" om even mee te luisteren) en de voorstelling gaat beginnen: de Rotskruipershow!

Mariabeeldje boven Arolla bij nest Rotskruiper
De Rotskruiper leeft in de zomer boven de boomgrens en is ondanks zijn opvallend rood-zwarte verenpak bijzonder lastig te vinden. In Nederland wordt soms een dwaalgast gesignaleerd, de laatste bezocht in 2010 de Pietersberg bij Maastricht. Door langs steile rotswanden te klauteren worden allerlei insecten als voedsel gevonden. Een eenvoudige rotsspleet of richel is voldoende om zijn jongen groot te brengen.

Twee weken intensief zoeken heeft in het Val d'Hèrens slechts één paar Rotskruipers opgeleverd. Een nest met twee jongen werd op geluid gevonden boven het pad naar de Cabane de Berthol. Vanaf de lage gletsjer van Arolla gaat er een goed aangegeven pad naar deze berghut. Snel stijgend komt het pad bij een betonnen rand en een bassin voor het opvangen van water. Samen met het Mariabeeld is de plek gemakkelijk terug te vinden. Het nest zat op een steile klif en kon alleen met verrekijker en telescoop goed waargenomen worden. Na het uitvliegen van de twee jongen zijn Rotskruipers niet meer gebonden aan deze locatie en zullen de wijde omgeving afstruinen op zoek naar geschikt voedsel.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak