Doorgaan naar hoofdcontent

Gevleugeld Groningen

Buizerd, Westerbroekstermadepolder
Wintertijd. Geen gewas op het land, geen blad aan de boom, geen overhangende Pastinaken om oneffenheden in de berm te verbergen. Maar ook geen sneeuw om de harde lijnen van het Gronings landschap te verzachten. Sporen van het verleden worden juist nu zichtbaar in het kale land. Kreekruggen en vroegere prielen als getuigenissen van de Elisabethvloed. Ronde lijnen of juist lage delen waar eens veen groeide dankzij overvloedig regenwater. Voor ons als platvloerse wezens nauwelijks zichtbaar, willen we het goed zien dan moeten we ons verheffen boven de klei. Niet als Icarus doorvliegen naar de zon maar als Niels Holgerson mee op de rug van een vogel.





Neem deze buizerd nu eens. Zijn landschapsbeleving begint bij aankomst in de Westerbroekstermadepolder. Na een lange reis is een paaltje voldoende om zijn wintergebied  te overzien. Veen in een oerstroomdal uit een ijzig verleden. Inzoomen op het kleinste detail, gras wat net iets groener is door microbemesting in het zompige weiland. En dan wachten op beweging, alleen van boven te zien.

Fraters, Noordpolderzijl

Ringmus, Noordpolderzijl
Fraters hebben meer kilometers achter de staart en zien het landschap anders. Voor hun geen weilanden maar juist de zeekust. Dijken als grenzen tussen land en water. Alles wat er aanspoelt is interessant. Waait het wat teveel dan zijn enkele vleugelslagen voldoende om in een ander landschap terecht te komen. Kale klei is niet interessant maar het gaat hun juist om wat de mens er mee gedaan heeft. Een els aangeplant langs een sloot, dat zien ze direct. In goed gezelschap van wat Ringmussen vinden ze in oude elzenpropjes een heerlijke maaltijd.
Kolgans en Brandgans, Onnerpolder
Kolganzen en Brandganzen komen net als de Fraters uit Arctische gebieden. Zomers kiezen zij voor een toendra landschap, 's winters zijn ze toch wat kieskeuriger. Voor de broodnodige rust en veiligheid in het nachtelijk duister is een grote waterplas zeer aantrekkelijk. In de buurt zoeken ze graag naar uitgestrekte akkers met oogstrestanten of grazige weiden. Bij voorkeur zeer ruim en overzichtelijk met een horizon die bij voorkeur honderden meters ver weg ligt. Geen houtwallen, geen belemmeringen om een naderende Vos of laag vliegende Zeearend vroeg genoeg te zien.
Stormmeeuw, Termunten
Stormmeeuwen gaan meteen de dijk over. In grote groepen uitzwermend en op zoek naar vruchtbare weiden. Soms op klei, soms bemest op zand. Maar altijd veelbelovend en rijk aan ondergronds leven. Soms zijn het echte opportunisten die liever lui dan moe zijn. Bij Termunten lopen ze achter een groepje Goudplevieren aan die hetzelfde zoeken. Precies op het juiste moment een sprintje trekken levert soms een gratis maaltijd.
Grote Zilverreiger, Emmapolder
Grote zilverreigers zien in het landschap bij voorkeur veel blauw-zwarte lijnen, geel omzoomd met riet en met zoveel mogelijk onderwater verrassingen. Soms even een stap opzij in de kale klei of gras maar dan snel weer terug naar een volgende stekelbaars.
Boomklever, Haren
Wat al deze vogels met elkaar gemeen hebben is dat zij het landschap van grote hoogte bezien, beoordelen en besluiten wat voor hun interessant of juist veilig kan zijn. Voor Boomklevers is de wereld veel kleiner, niet boven het maaiveld uitsteken is hun devies. Alleen een landschap met liefst veel hoge en oudere bomen is voor hun interessant. Als er dan ook nog gemakkelijk voer naast de boom aangeboden wordt is een winter voor hun geen afzien meer.

Gevleugeld Groningen, twee dagen vogels kijken levert een bijzonder perspectief van een veelzeggend landschap.





Reacties

  1. Hoi Kees,
    Je zou zelf zo het landschap moeten kunnen overzien, met de ogen van een buizerd. Heerlijk meedrijven op de luchtstromen.
    Je hebt de buizerd er goed op staan. De fraters ken ik helemaal niet, is dat de originele Nederlandse benaming?
    Ook de andere vogels goed in beeld gebracht. Zo'n boomklevertje blijft leuk om te zien he?
    Groeten, Gonnie

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo Kees,
    Een bijzonder (vogel)perspectief heb je gekozen, zo is er veel over de vogels te melden dat aanzet tot nadenken.
    Een mooie serie!
    Groeten, marion

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hoi Kees,

    Mooi geschreven! Fraters, wel van gehoord en gezien in de boekjes maar die moet ik toch nog eens tegen gaan komen.

    Groeten, Robert

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Dat is weer een mooi geschreven stukje!!! Met ook mooie foto's
    De Buizerd staat er leuk op. En de Boomklever die is gaaf!

    ( Mijn oude blog verwijderd... en begin fris opnieuw!)

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat een prachtige foto van de buizerd. Mooie tekst heb je geschreven.
    Die fraters heb ik nog nooit zelf gezien, prachtfoto zo met zijn allen in de boom.

    groetjes Ghita

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Een mooie beschouwing vanuit vogelperspectief.
    Je maakt zo op originele wijze duidelijk dat vogels verschillende
    overlevingsstrategieën hebben.
    De natuur is veel boeiender dan je in eerste instantie denkt, en
    het is leuk dat jij dat hier in je blogs aanstipt.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak