Doorgaan naar hoofdcontent

Haren geeft stenen voor brood

Muurvaren, Haren
"Gij zult Uw naaste geen stenen voor brood geven!!!".....het galmt nog steeds door mijn hoofd als ik terugdenk aan  boetepreken uit de jaren zestig. En zeker als ik zie hoe in Haren een bedreigde inwoner behandelt wordt. Niet ingeschreven in de burgerlijke stand en geen dak boven het hoofd. Dag en nacht te vinden aan de Kerkstraat, stil, teruggetrokken, door niemand gezien. En toch bijzonder tevreden met de stenen die Haren hem aangeboden heeft.
Muurvaren, sporenhoopjes, Haren
Muurvarens waren vroeger algemeen, genietend van kalkrijk cement en het achterwege blijven van voortdurende restauratie drift. Samen met Steenbreekvaren en Muurleeuwenbek is het plantje nog steeds algemeen in het diepe zuiden. Waar de Limburgse vlaai heerst en volgende week weer "Alaaf!" klinkt gaat het hem goed. In het hoge noorden regeert sinds tientallen jaren het zure en harde Portland cement. Geen barst, geen voeg, alles keurig afgestreken. Kerkmuren, kademuren en poortgebouwen, alles is doordrenkt van Portland na goed bedoelde restauraties.

In het groene Haren heeft de betonmolen echter twee eenzame, versteende pilaartjes vergeten. Negentien stenen hoog, vier stenen dik en afgedekt met een gebarste hardstenen plaat. Toegang gevend tot een verlaten schoolplein waar eens Harens trots de tafels van zeven en negen moesten leren, nu getooid met een kil blauw bord "Verboden Toegang". Een laatste toevluchtsoord voor één van de meest bedreigde plantjes van Haren: de Muurvaren. Tientallen, kleinere en soms wat grotere plantjes staan er. Klein, wat leerachtig maar zeer vitaal. Enkelen laten trots de achterkant van hun blaadjes zien. Hier zijn duizenden nakomelingen geboren. Als sporen de wijde wereld ingetrokken in de, waarschijnlijk ijdele, hoop elders een even goed plekje te vinden.
Groot Dooiermos, Haren (Xanthoria parietina)
Betoncitroenkorst, Haren (Caloplaca flavovirscens)

Onze bedreigde maar levenslustige Muurvaren heeft gezelschap gekregen van honderden fraaie korstmossen die luisteren naar namen als Dooiermos, Citroenkorst, Rond Dambordje, Rond Kroesmos en Zwart-op-Wit korst. Soms niet meer dan bijna grijs of geel "stof", vaak voorzien van minuscule, ronde vruchtlichaampjes en enkele fraai gelobd. Je moet er even voor door de knieën en een vergrootglas gebruiken maar dan ontvouwt zich een bijzondere miniatuurwereld. Tussen het geel en grijs staan ook nog wat groene plukjes Muurmos en Muisjesmos.
Muurmos, Haren

Zwart-op-Wit korst (Verrucaria muralis)
Haren geeft stenen voor brood en laat zo zien dat natuurbescherming soms niets anders is dan het laten staan van een oud muurtje. De laatste Muurvarens zijn er dankbaar voor.

Reacties

  1. Ineke Allis-Sicherer17 februari 2012 om 21:47

    Kees ik geniet iedere keer van je verhalen die ik bjna literair zou willen noemen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Goed zeg, dat je dit gezien hebt en zo mooi verwoord en gefotografeerd! Heel leuk om te lezen.
    Groeten, Marion

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Goh, en daar fiets ik toch een paar keer per week achteloos langs, soms zelfs een paar keer per dag.
    De volgende keer stap ik eens af....

    Golan

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak