Doorgaan naar hoofdcontent

Maartse vogels in Haren

Huismus
Een winter lang sluimeren op een laag pitje. Zoveel mogelijk eten en vooral warm blijven was het motto. Maar zodra het maartse zonnetje kracht begint te winnen lijkt er voor de vogels een deur open te gaan. Van de winterstand direct op full speed het voorjaar in.

Ringmus
Voor de standvogels is het alsof hun omgeving volledig verandert. Mussen blijven bij elkaar maar vinden ook hun nestplaatsen van vorig jaar weer terug. Mannetjes beginnen te pronken en te kwetteren voor vrouwtjes die ze de gehele winter amper een blik hebben gegund. Terwijl overal de Huismus in aantal afneemt blijft hun aantal in de Harense buitendorpen redelijk constant. Minder algemeen is de Ringmus, altijd mooi te zien bij het begin van de Oosterpolder, direct na de huizen van de Borgsingel, en in het dorpscentrum van Onnen.

Putter
Zaadeters als Vink, Putter en Groenling hebben het goed in Haren. Niet alleen wordt er veel gevoerd maar overal zijn Elzen en zelfs distels te vinden voor een eiwitrijk hapje. Alleen de Puttertjes zitten nu nog in groepjes maar ook die zullen binnenkort ook op zoek moeten naar een doorzonwoning voor hun kroost.

Heggemus
Voor de Heggemus komt het voorjaar als een verademing. Als echte insecteneter is elke winter weer een uitdaging. Soms proberen ze in januari het voorjaar naar zich toe te zingen maar dit jaar begon hun haastige gefluit pas begin maart.

Staartmees
Gemengde groepen mezen lossen met de eerste zonnestraal gewoon op, wat overblijft zijn paartjes die alleen oog hebben voor elkaar en alles wat maar te gebruiken is voor een nest. Kool- en pimpelmees hebben het gemakkelijk, zij hebben vaak in de wintermaanden al even bij de makelaar rondgekeken en een keus gemaakt voor een villa op stand. Staartmezen ontkomen echter niet aan het degelijke poot- en snavelwerk. Ophangconstructies en vlechtwerk zijn nodig om hun bolvormige woning af te bouwen.

Houtduif

Hout- en Turkse tortelduiven zijn al vanaf januari in voorjaarsstemming. Steeds luider roepend, baltsend en broedend zijn ze overal duidelijk aanwezig. Merels en Zanglijsters beginnen nu echt goed op gang te komen en voeren elke ochtend het voorjaarsgezang aan. Tussen al het gekoer en gezang door klinkt geregeld tromgeroffel van Grote Bonte Spechten of zelfs een blij gelach van een Groene Specht.

Roek
Roeken zijn alweer enkele weken bezig om het Quintusbos in Glimmen af te dekken met steeds groter wordende nesten. Inmiddels zijn er ook al kleinere kolonies ontstaan langs de Onnerweg. Hoog in de bomen is het voorjaarskleed nauwelijks te zien, pas op de grond valt de opgeblazen keelzak goed op. Kauwtjes maken in Haren graag gebruik van door biologen aangeboden grote nestkasten. O.a. bij het Noordlaarderbos en aan de Onnerweg zijn er een groot aantal opgehangen.

Tjiftjaf
De eerste trekvogel die terugkomt is de Tjiftjaf. Op 18 maart kwamen de eerste aan en nu is er geen bosje meer waar het heldere "Tjiftjaf!" niet wordt gehoord. Nog even en dan wordt dat wel minder, nu is het vooral provoceren om het beste territorium te krijgen. Zing je minder luid? Pech gehad, dan kun je opkrassen.

Roodborst
In alle stilte zijn inmiddels ook de Roodborstjes gewisseld, de noordelijke zijn weer op weg naar huis en de Harense vogeltjes komen terug van hun zon vakantie. Het verschil is niet te zijn maar wel te horen. Juist nu wordt er hard en veel gezongen, een duidelijk teken dat het territorium van vorig jaar opnieuw afgebakend moet worden.

In Onnen zijn de eerste Zwarte Roodstaarten al gezien maar moeten toch nog even wennen aan het spiedend oog van verrekijker en camera. Vorig jaar zaten er meer dan vijf broedparen van deze fraai gekleurde vogel. Nog mooier, en zelfs bijna tropisch, is de Gekraagde Roodstaart. Vanmorgen was voor het eerst zijn geluid te horen bij de bocht van de Oosterweg en de afslag van de Zanddijk. Nu is het afwachten wanneer de eerste Blauwborstjes zich aandienen in de Oosterpolder. De Roodborsttapuit en de Rietgors zijn er al. Rietzangers, Kleine karekiet en Bosrietzanger komen later.

Maartse vogels, elk jaar weer vol verrassingen maar altijd inspirerend om er weer op uit te trekken.






Reacties

  1. Hoi, Kees,
    Je was er al vroeg bij vanochtend zie ik. Wordt je ook zo blij van al dat vogel, beestjes en bloei gedoe? Ik wel!
    Groet, Ubel.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Kees,
    Mooi om te zien al die maartse vogeltjes.

    Gr Cees

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Nice variety of birds!
    Lovely pictures!
    Cheers Kees!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ja Kees ze zijn er gelukkig weer en nog even goed zichtbaar. Nog een korte tijd dan is het weer vaak wel horen maar door de bladeren en het verse groen moeilijk vindbaar. Een leuke serie vind ik...

    BeantwoordenVerwijderen
  5. De putter is zo'n leuk vogeltje. Deze week heb ik hem al horen zingen.

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Wat een heerlijke blije vogelblog. Ik heb ze allemaal (behalve putter en ringmus) deze maand ook gezien en op de foto gezet....de eerste tjiftjaf hoorde ik half maart maar een week later zaten ze overal, maar om ze op de foto te krijgen is nog een hele opgave. De heggemus hoorde ik in februari voor het eerst maar ook nu zijn ze veelvuldig te horen, ook in onze stads woonwijk.
    groetjes Ghita

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak