Doorgaan naar hoofdcontent

Schapentrektocht door Haren

Negenhonderd jaar geleden. Haren is een boerennederzetting op de kop van de Hondsrug. Kleine akkertjes, schapen en runderen zorgen voor het dagelijks brood. Aan het eind van de winter trekken de schapen van hun winterstalling naar hun zomerweiden aan de Aa bij Glimmen. Kleine kuddes van slechts enkele tientallen dieren. Veel groter waren de kuddes die Haren passeerden via de oude handelsweg van de vesting Coevorden naar de marktstad Cruoninga.





Vertrek schapentrektocht Haren
6 april 2012. Luuk Bos en zijn gemengde  kudde van Schoonebeker en Veluwse schappen volgen de oude handelsweg naar de stad Groningen. De vestingstad is een rustige Drentse plaats geworden; Cruoninga is uitgegroeid tot een bruisende en vooral groene Stad. Al enkele jaren zijn de schapen weer terug in Gronings groen. Niet bestemd voor de handel maar voor ecologisch beheer van berm en park. Troosteloze steppes van Veldbeemdgras veranderen dankzij tientallen tandjes in bloemrijke oases. Vlinders en bijen vieren feest boven honderden Paardebloemen, Pinksterbloemen en Koekoeksbloemen.
Luuk Bos neemt de leiding over

Nooit eerder volgde de nieuwe Groninger stadskudde deze traditionele route. Fantasieloze veewagens dumpten de schapen van het veen in het plantsoen. Landschapsbeheer Kollingsveen, eigenaar van de kudde, vond dat dit moet beter moest kunnen en met veel gevoel voor promotie werd de Schapentrektocht voorbereid.

Doortocht van de schapen door Haren
Op 28 maart is de kudde vertrokken van hun winterweide in het Bargerveen achter Emmen. Een zegetocht langs Drentse dorpjes volgde, burgemeesters, wethouders en burgers trokken massaal uit om Luuk en zijn schapen te begroeten. De Groninger stadspoorten werden voor deze bijzondere wandelaars symbolisch geopend door Jannie Visscher, als wethouder verantwoordelijk voor creatief en ecologisch groenbeheer.

Nog even meegenieten van de schapen? Klik dan op deze link voor een YouTube filmpje.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak