Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit november, 2013 tonen

Bij nacht en ontij

Tussen de bomen ligt een inktzwart tapijt van diepe duisternis, daarboven een donker firmament met een enkele flonkerster. In de verte nadert een dolend licht, het enige wat zichtbaar wordt zijn dansende schaduwen. Zwaaiend van onder naar boven, van links naar rechts. Wat gebeurt daar bij nacht en ontij? Kleine Wintervlinders, rustend op een Amerikaanse Eik Een gestalte wordt zichtbaar, een forse Maglite in zijn hand. Speurend loopt hij van boom naar boom, soms even doorlopend, dan weer stoppend. Eiken, inlandse en Amerikaanse, zijn duidelijk favoriet. Dichterbij wordt gefladder zichtbaar, kleine, grijze vleugeltjes voeren een herenballet op. Alles gericht op die mysterieuze boomstammen waar ze geregeld neerstrijken. Kleine Wintervlinder op een verlicht raam Kleine wintervlinder, paring Kleine wintervlinder, paring We zijn te gast in de bruilofstnacht van de Kleine Wintervlinders. Een paar koude nachten heeft de bel geluid voor duizenden poppen die diep onder d

Tuin van de Tijd

Tuin van de Tijd, Bunne In ijzer gegoten letters markeren de Tuin van de Tijd. De weilanden van Bunne (gemeente Tynaarlo) omarmen een paradijsje van slechts een kleine hectare groot. Hier is de droom van beeldend kunstenaar Femke van Dam en haar man werkelijkheid geworden. Een tuin waar kunst, natuur en een schitterende plantencollectie onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Tuin van de Tijd, een stenen boot getroffen door een gevallen wilg "Herinnering" aan het veenlijk van het Meisje van Yde, een leren jak verkleefd met het hout Vanuit Japans perspectief is de tuin tijdloos. Verleden, heden en toekomst glijden naadloos in elkaar over. Stenen boten voeren gedachten over de bebladerde grond. Een gevallen wilg symboliseert vergankelijkheid en lijkt vergroeid met zijn omgeving. Een herinnering aan het meisje van Bunne, lang geleden gewurgd achter gelaten in het veen, ligt plat op een stronk. Haar leren jak keert terug tot stof, na acht jaar in de tuin al geheel

Mijnwerkers

Bruine rozenmineermot (Stigmella anomalella) De grote oktoberstorm heeft een onverwacht voordeeltje gebracht voor natuurspeurders: veel wat eens onbereikbaar hoog was ligt nu op ooghoogte. Boomkronen, toppen van struiken en allerlei klimmers behoren nu tot de kruidlaag en dat betekent heel veel blad om eens rustig te bekijken op interessante knagers. Voor grote rupsen is het begin november al bijna te laat maar tussen boven en onderkant van veel bladeren wordt nog hard gewerkt of zijn sporen van mijnwerkers terug te vinden. Geen tweebenige mensen die er te gast zijn maar zespotige rupsjes van allerlei mineermotjes. Hangmotmot (Lyonetia clerkella), op berk Zoals wel vaker was ik niet de eerste die op het idee kwam eens de loep te richten op deze bijzondere diertjes. Jelle Reumer, directeur Natuurhistorisch Museum Rotterdam, schreef er over in zijn wekelijkse column voor Trouw. "Jelle's weekdier" (zijn werktitel) was ditmaal de Late Eikenmineermot. Mijn zoektocht