Doorgaan naar hoofdcontent

IJzige bouwmeesters

Hondsrug, gezien vanaf de Buunerbult (Buinen)

Geopark de Hondsrug, met als slagzin "Van alle tijden". Een gebied wat zich diagonaal van Coevorden tot Haren uitstrekt en sinds augustus vorig jaar internationale erkenning geniet. Eens een ijzige werkplaats van grondbewerkers, nu een streek waar de recreant met een glimlach rondloopt. Het is als een levend boek waar al meer dan 300.000 jaar aan geschreven wordt. Vooruit bladeren is wat lastig maar terugbladeren is een boeiende bezigheid.

Scandinavische granieten en porfieren, meegevoerd door het ijs

Dala zandsteen, geslepen en gepolijst in Nederland achtergelaten

Metersdikke laag stuifzand als herinnering aan de toendra van het Weicheselien

Op zondag 23 februari stond "IJzige sporen" op het programma van de camping Lente van Drenthe (Gasselte). Een natuurwandeling waar iedereen uitgenodigd werd om op zoek te gaan naar sporen van de ijstijd. Overal te vinden zijn brokken Scandinavisch graniet en vuursteen, meegesleept door tonnen ijs in de tweede ijstijd (Saalien, 238.000 - 128.000 jaar geleden). Maar ook restanten van gigantische zandstormen uit de laatste ijstijd (Weichselien, 116.000 - 11.000 jaar geleden) liggen als een zachte mantel rondom Gasselte en feitelijk over geheel Noord-Nederland.

Niet voor te stellen: 1000 meter ijs bovenop de Hondsrug (deze foto is van de Perito Moreno gletsjer, Argentinië)

Drentsche Aa, een opgevuld oerstroomdal

De ijstijden als bouwmeesters van de Hondsrug. Slijpend, schurend, vermalend. Vijf langgerekte strepen in het landschap die elk bestaan uit enorme hoeveelheden gemalen Noorse rotsen gemengd met zand uit lang vervlogen tijden. Opgestuwd en opgedrukt totdat het ijs zich tevreden terugtrok. Een landschap achterlatend wat er uitzag als een pokdalig modern kunstwerk. Doodijsgaten, waar brokken gletsjerijs, afgedekt met grond, als souvenirs achterbleven en later smolten totdat er een miniatuur maankrater overbleef. Krassen en lijnen, ruggen en oerstroomdalen als mysterieus vlechtwerk in het landschap.

Pingo, eens een gesmolten ijslens uit de permafrost, nu een venig ven
Drouwener Zand, door menselijk ingrijpen weer een stuifzandgebied

Net als bij mensen heeft elke ijstijd bouwmeester zijn eigen stijl. Werkten ze in het Saalien op de Hondsrug vooral met ijs en water, in het Weichselien mocht de wind zijn gang gaan. Gierend over permanent bevroren vlaktes werden karrenvrachten Noordzeezand uitgestort over de Drentse Hondsrug. Doodijsgaten verdwenen, nieuwe kraters verschenen. Nu als later ontdooide ijslenzen die vanuit een continue grondwaterstroom letterlijk omhoog gedrukt werden in de permanent bevroren toendra. Met een keurige Inuit term noemen we ze pingo's.

Vanaf de Leewal uitkijkend op Exloo

Bovenop de Leewal en het Molenveld, Exloo

IJzige bouwmeesters werkten zonder logboek. Neanderthalers kwamen, zagen en verdwenen zonder hun verhaal vast te leggen. Rendierjagers uit de Hamburgcultuur achtervolgden het wild over de Drentsche toendra's maar werden verzwolgen door de tijd. De moderne Drent kwam en kon niets anders dan zich verbazen. De herkomst van kei en zand werd achterhaald, de Buunerbult en de Hondsrug verklaard. Maar de Leewal bij Exloo dan? Is het een esker? Gevormd als tunneldal onder het ijs en gevuld met puin en later bloot gelegd? Of is het toch een windduin uit de laatste ijstijd? Wat we wel weten is dat door werk van eminente geologen als Enno Bregman we steeds meer begrijpen hoe de ijstijden ons landschap vormgegeven hebben.

Verdere informatie: Geopark de Hondsrug: Expeditie IJstijden (verkrijgbaar bij VVV's, musea en toeristische bedrijven)

Reacties

  1. Ik denk dat het niet mooier uitgelegd kan worden.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Boeiende informatie Kees, je kijkt zo toch weer met heel andere ogen tegen zo'n
    natuurgebied aan. Prachtige foto's ook bij jouw verhaal.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hallo Kees, als geoloog kan ik dit verslag echt waarderen. Mooie foto´s voorzien van een interessante tekst.

    Groetjes, Marius

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak