Doorgaan naar hoofdcontent

Friese stinzenpracht

Jongemastate, Rauwerd
Stoer en ongenaakbaar, Friese kleiklonten, strakke lijnen van eenzame boerderijen en een eenzame kerktoren die een vermanende vinger vanaf een terp de lucht insteekt. Dan draai je van de weg naar Sneek af en sta je voor de oude toegangspoort van de Jongemastate. Daarachter het mooiste bloementapijt ooit denkbaar. Zachtroze, gele spikkels, groen gebladerte.
 Het is voorjaar, de fleurige erfenis van de Friese landadel steekt opnieuw haar kop boven de grond. Letterlijk elke beschikbare centimeter vruchtbare grond is bedekt met bloemen. Lang geleden zijn ze eens meegenomen van verre reizen of als geschenk van machtige buren gekregen. Vertroeteld met compost, paardenmest, beukenblad of afval van de winning van eikenschors kregen ze vaste voet onder de grond. Net als thuis bloeien ze in het vroege voorjaar als de parkbossen nog kaal zijn. Terwijl landheren kwamen en gingen bleven zij als vaste voorjaarsgroet aanwezig.

Vingerhelmbloem, de meest algemene Friese stinzenplant

Holwortel


Bostulp

Martenahuis, Franeker
Er zijn tientallen mogelijkheden om in Fryslân een stinzenroute te rijden. Onze start is is in Rauwerd (Raerd) op de Jongema State. De bewoners zijn al lang geleden weggetrokken, het huis is gesloopt en alleen een statige poort herinnert nog aan het roemruchte verleden. Daarachter wordt de stilte alleen verstoord door rumoerige roeken en een zingende Tjiftjaf. Maar bezoekers hebben begin april geen oog voor deze gevederde gasten. Waar je ook kijkt, alles is bedekt met bloemen. Het inheemse Speenkruid doet dapper zijn best om vanuit de slootkanten omhoog te kruipen maar ze leggen het af tegen de Vingerhelmbloem. Zijn directe familielid, de Holwortel, staat er wel maar ondanks zijn forsere postuur toch minder algemeen. Daartussen staan de echte kostbaarheden van de landheren. Keizerskroon, Italiaanse aronskelk en het juweeltje van de Friese stinzenplanten: de Bostulp. Bijna zedig blijven de bloemen gesloten, een enkele durft het aan om een slip van haar rok even op te tillen.

Stinzenplantentapijt met Holwortel en Bostulp

Breedbladig longkruid

Zomerklokje

De tweede stop is het Martenahuis in de oude universiteitsstad Franeker. Een klein Renaissance paleisje, eens bedoeld als domicilie voor het belangrijke werk. Wonen en ontspannen deden ze op hun eigen state. De huidige beheerders van de bijzondere tuin van het Martenahuis zijn verder gegaan met de oude stinzenplanten traditie. Wat was wordt gekoesterd, wat nieuw is en past wordt binnengehaald. Honderden Bostulpen staan er maar ook Zomerklokjes. Blauwe anemonen strijden om de aandacht naast de Gele anemonen. Maar ook hier wordt het aspect vooral bepaald door letterlijk duizenden bloemen van de Voorjaarshelmbloem.

Poptaslot, Marssum

In Marssum ligt het Poptaslot. Hoewel de tuinen niet of beperkt toegankelijk zijn is een wandeling om het slot, als een korte stop op weg naar de Dekemastate, bijzonder aan te raden.

Dekemastate, droompaleisje in Jelsum

Bostulp
Knikkende vogelmelk
Topper op elke stinzenplantentocht is de Dekemastate (Jelsum). Voor je voeten een zee van Bostulpen, daarachter een werkelijkheid geworden droompaleisje. Je hoort bijna het ruisen van een hoepeljurk als Juliana Houth in 1850 door haar tuin loopt, achter haar het net verbouwde huis waar haar kinderen spelen op het pleintje voor de brug. Haar uitzicht over dit bijzondere lusthof is nauwelijks veranderd, wat was is nog steeds te bewonderen. Knikkende Vogelmelk meldt zich hier als bijzondere stinzenplant, niet één maar honderden.

Martenstate, Cornjum
Haarlems klokkenspel, een bijzondere hybride uit een lang verleden

Voor het Haarlems Klokkenspel moet de koers gericht worden op de enkele kilometers noordelijk gelegen Martenstate (Cornjum). Met zorg en liefde is deze oeroude cultivar van Knolsteenbreek gekweekt, op veel stinzen uitgeplant en vervolgens weer verdwenen. Op mijn tocht was ik net te vroeg om de eerste knopjes open te zien gaan maar dat het goed gaat met dit bijzondere plantje bleek wel aan de vierkante meter blaadjes.

Friese stinzenpracht, herinnerend aan een rijk verleden en begin april op z'n mooist.

Meer informatie: Stinzenflora Fryslân.

Reacties

  1. Prachtig hoe je ons telkens weer met veel liefde voor de natuur ons verteld en uitlegd wat er allemaal te zien is . Heel leerzaam en maakt een hoop duidelijk. Vooral je bostulp vindt er een bijzonder mooi en prachtig van vorm.Dus ik blijf met veel plezier je logs lezen en volgen.

    gr frans

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dank, Frans, voor dit compliment. Helaas de laatste twee jaar wat minder tijd dan in het begin om te schrijven (werk voor Natuurpresentaties slokt alle tijd op) maar elke zaterdagochtend verschijnt ook een blog op www.harenerweekblad.nl (column Groen Haren).

      Verwijderen
  2. Weer een blog Kees met interessante informatie, boeiend om te lezen en de foto's zijn
    prachtig en uitnodigend om het allemaal eens met eigen ogen te gaan bekijken.
    Heel fraai de bostulpen, die zou ik graag eens met eigen ogen bekijken.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak