Doorgaan naar hoofdcontent

Vlinders uit een zakje


Kleine Reuzenzakdrager (Canephora hirsuta), Hoge Veluwe
Vraag een willekeurige passant om eens een vlinder te beschrijven en de meest kleurrijke superlatieven fladderen door de lucht. Vrijwel altijd gaat het over dagvlinders, een  bonte stoet van schubvleugelige bloembezoekers. Van gele Citroen tot helderblauwe Vogelvlinders in het tropisch regenwoud. Mijn aandacht gaat vandaag echter naar een veel bescheidener groep. Vlinders die een groot deel van hun leven zich verstoppen in een zelfgemaakte zak. Maar ook over mannetjes die hun kans grijpen als een niets vermoedend vrouwtje voor het eerst uit haar poppenwieg kijkt.
Iepenkokermot, Lauwersmeer

Kokermot sp., Hunze

Slanke Wilgenkokermot

In Nederland kennen we twee vlinderfamilies die kiezen voor een eigen verpakking tijdens hun kwetsbare rupsenstadium. Kokermotten zijn miniatuurtjes die genoeg hebben aan een paar vierkante millimeter blad om hun achterste segmenten in te stoppen. Hun kaakjes knagen vanuit deze beschutting een gaatje in de boven- of onderkant van een blad om zich te voeden met sappige plantenweefsel. Na verpopping kiezen ze het luchtruim op zoek naar een geschikte partner. Eten doen ze als volwassen vlinder niet, het gaat puur om voortplanting. Soms komen ze even langs op een vlinderlaken of verlicht raam. De vleugels worden dan dakpansgewijs opgevouwen en de lange sprieten gaan recht naar voren in ruststand. Determinatie van deze kleine fladderaars is feitelijk voorbehouden aan specialisten, alleen als rups is het merendeel van de soorten op naam te brengen. Soms alleen al door hun voedselplant maar ook vaak door de vorm van hun kokers.

Kleine Reuzenkokermot (Canephora hirsuta), Hoge Veluwe
Zandzakdrager (Dahlica triquetrella), Haren

Sierlijke Zakdrager (Proutia betulina), Haren

Gewone Zakdrager (Psyche casta), Haren
Zakdragers (Psychidae) zijn een stuk groter, aan de andere kant van het Kanaal worden ze wat oneerbiedig "Bagworms" genoemd. Maar eigenlijk hebben ze wel gelijk, als rups zij het net wormen in een zakje. Geen "puut" van de plank maar unieke creaties van zand, stro, takjes of bladfragmenten volgens een strak gedefinieerd bouwplan. Wordt je geboren als Zandzakdrager dan is gebruik van hout uitgesloten. En de Gewone Zakdrager moet het doen met weerbarstige strootjes. Als Kleine Reuzenzakdrager heb je het gelukkig wat gemakkelijker. Grijp wat voor je kaken ligt en verwerk dat tot een veilig huis. Enige bescherming is ook wel nodig want het zijn actieve beestje die heel wat meters afleggen op zoek naar een smakelijke hap. Sommigen genieten van een verse alg of paddenstoel maar veel van de 25 Nederlandse soorten zijn echte omnivoren. Of het van plantaardige oorsprong is of een overleden mug, alles gaat in gemalen vorm naar binnen. Op hun beurt worden zij weer gegeten door bijvoorbeeld mieren, een enkele vogel en in tropisch Afrika zelfs door mensen.

Grote Reuzenzakdrager (Pachythelia villosella), Hoge Veluwe

Sigaarzakdrager (Taleporia tubulosa) met restanten pophuid, Appelscha

Knopzakdrager (Baucotia lacustrella), Paterswolde

Zakdragers gaan uiterst efficiënt met hun zak om. Steeds wordt er wat aangebouwd en zelfs het verpoppen gebeurt gewoon thuis. Daarna begint het meest bijzondere deel van hun leven. Als je als heer Zakdrager op de wereld gekomen bent krijg je twee paar vleugels mee. Meestal donker gekleurd en in rust als een kingsize dakpan boven hun lijf opgevouwen. De dames komen nauwelijks uit hun cocon. Vaak staan de heren al klaar voor de daad als ze nog maar enkele minuten uit hun pophuid gekropen zijn. Dat gebeurt vaak in de vroege ochtend wanneer ze het meest actief zijn. Vervolgens worden de eitjes afgezet en is het gedaan met het leven van de jonge vrouwen. De Grote Reuzenzakdrager heeft echter een ingenieuze oplossing bedacht om de eitjes te verspreiden. Volgens Sterling en Parsons ("Micro Lepidoptera of Great Britain and Ireland"). Zij lijkt sprekend op een vliegenmade en laat zich met genoegen opeten door vogels of hagedissen. Terwijl haar lijfje verteerd blijven de eitjes gespaard in het darmkanaal en worden met andere resten weer uitgescheiden. Hoe bizar kan het zijn!

Graszakdrager (Epichnopteryx plumella) , Planken Wambuis

Vlinders in zakken zijn met de mooie site "Microlepidoptera" redelijk snel op naam te brengen. Kleinere soorten en jonge zakjes blijven echter lastig. Een goede hulp is altijd de vindplaats. De Gewone Zakdrager is bijna overal wel te vinden maar de lange zakken van de Sigaarzakdrager zijn echte boomliefhebbers. En voor beide Reuzenzakdragers is heide een perfect biotoop. Ga er eens naar op zoek, heb je er eenmaal één gevonden dan wil je ze graag allemaal gezien hebben.


Reacties

  1. Hoi Kees, mooie serie over deze kleine gevleugelde diertjes, ook de omschrijving die je er bij geeft, erg koel.
    Groet Kees.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Kees mag ik deze site kopiëren? dit wil ik nog wel een paar keer lezen en bekijken.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Uitstekend; kijk ook maar eens op www.microlepidoptera.nl onder Psychidae

      Verwijderen
  3. Wat zijn er toch fascinerende zaken in de natuur. Ik moet bekennen dat ik hier nog nooit van gehoord had.
    Een buitengewoon boeiend blog en ik begrijp Bas helemaal dat hij dit blog nog wel een paar keer opnieuw
    wil bekijken.
    Ik heb bewondering voor je dat je al deze behuizingen van deze diertjes hebt weten te vinden en compliment
    voor de foto's.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Hoi Kees,
    wat weer enorm interessant. Ik leer hier dingen waarvan ik het bestaan nooit geweten heb.
    Ik zie wel eens van die uitsteeksels zoals de Gewone Zakdrager maar nooit geweten dat daar een vlinder in zit!!!!
    Werkelijk super interessant en dank voor je leerzame blog.

    Groetjes, Helma

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Tjonge wat een ontdekkingen weer. Ik wist niet van dit bestaan af. Nou vooruit een kokermotje heb ik wel eens gezien. Maar voor/naar de rest ga ik beter kijken.
    Groeten, Gonnie

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Hoi, Kees,

    Mooie serie zakjes heb je bij elkaar gesprokkeld.

    Groet, Ubel.

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Wat zijn de zakdragers toch bijzondere vlinders, je zou ze zo voor een paar takjes aan zien. Wat een camouflage.
    Mooie blog
    groetjes Ghita

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak