Doorgaan naar hoofdcontent

Gesmeerde vlinders

Piramidevlinder op smeer
Begin september en het wordt weer tijd voor gesmeerde vlinders. De laatste zomerbloemen krijgen concurrentie van forse halen stroop. Piramidevlinders worden helemaal gelukkig, met een glimlach om hun palpen zuigen ze zich helemaal rond.
Gesmeerde boom met vlinders










Smeren is misschien wel de meest magische handeling van elke vlinderliefhebber. Het begint met een uitgebreid brouwproces. Gelijke delen stroop en suiker worden boven een vuur gemengd met potten appelmoes. Roerbewegingen worden steeds minder gelijkmatig omdat er volgens de grootste smeerder (Kars Veling) gelijktijdig twee flessen trappistenbier voorzichtig leeggedronken moeten worden. Het geheim  zit onderin de fles, een zwevende massa biergist wacht op een tweede leven. Pruttelend komen de kleine cellen in actie. Na enkele dagen begint de donkerbruine massa voorzichtig bellen te blazen. En dan komt het grote moment. Een scheutje rum voor de geur erbij, een stevige kwast uit de schilderdoos en smeren maar. Warme boswalletjes, hoge bomen langs een laan of verspreide berken op de heide zijn ideaal. Stevig aanzetten en vooral lekker dik kliederen. Vlak voor zonsondergang is de beste tijd, daarna is het afwachten of de aangeboden kost in de smaak valt.
Vierkantvlekuil

Karmozijnrood weeskind (links), Piramidevlinder (rechts), Lijnsnuituil (onder)

Het maakt nog al verschil waar in Nederland gesmeerd wordt. De duinen zijn geheel verschillend van Limburgse holle wegen. Mijn kwast beweegt zich ergens rond Haren. En daar begint laat in augustus of in september de avond vaak met Vierkantvlekuilen. Weer één van die onbegrijpelijke namen, de vlekken op de vleugels zijn opvallend okerwit of bijna geel afgezet maar beslist niet vierkant. Grote Piramidevlinders volgen al snel. Er zijn twee soorten, de Schijnpiramide- en de Piramidevlinder. De eerste heeft als rups vaak een rood gepunte piramidevormige bult en een doorlopende lijn over de zijkant van het lijf. De ander heeft een witte punt op de piramide en een onderbroken lijn. Ze zijn redelijk gemakkelijk te vinden op allerlei loofbomen en  kamperfoelie. Als volwassen vlinder is het veel lastiger om het juiste etiket te plakken. Eén van de subtiele verschillen zit in de afstand tussen de dwarslijnen.  Bij de Schijnpiramidevlinder is deze naar de binnenrand van de vleugel duidelijk versmald.

Bruine snuituil

Huismoeder
Agaatvlinder

Karmozijnrood weeskind

Allerlei vlinders zijn op smeer te verwachten. Sommigen komen even goed op een verlicht laken maar anderen zijn vrijwel alleen op deze manier te vinden. Weeskinderen bijvoorbeeld. Grote vlinders die vroeger in de uilenfamilie geplaatst werden en nu samen met de Beervlinders en enkele andere groepen tot de spinneruilen gerekend worden. Rood Weeskind was de eerste die beschreven werd in de negentiende eeuw. Toen was het Amsterdamse Weeshuis, met zijn karakteristieke rood-zwarte kleuren, nog een begrip in ons land. Terwijl deze vlinder kiest voor Wilg en Populier als rupsenvoer is het zeldzame Karmozijnrood Weeskind te verwachten in en rond oude eikenbossen.

Boomsprinkhaan

Grote aardslak

Paarse loopkever (Carabus violaceus)

Kelderpissebed (bruin) en Ruwe pissebed (zwartgrijs)

Besmeerde bomen trekken natuurlijk ook andere zoetekauwen. Honderden pissebedden beleven een topavond als er gesmeerd wordt. Grote aardslakken, Boomsprinkhanen en zelfs loopkevers komen even snoepen. De laatste restanten worden de volgende dag opgelikt door limonade wespen.

Smeren kun je het gehele jaar doen maar vooral de maanden maart en september zijn ideaal. Voor vlinders zijn er dan nog weinig bloemen te vinden en dit alternatief is bijzonder welkom. Kars Veling en de Vlinderstichting laten geregeld op Facebook, Twitter en Natuurbericht de meest bijzondere gesmeerde vlinders zien.





Reacties

  1. Een mooi en leerzaam blog Kees. Ik heb het nog nooit zelf gedaan,
    maar eens gaat het er vast van komen. Je mooie foto's en smakelijke
    verhaal nodigen in ieder geval uit om ook te gaan smeren.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik heb hier nog nooit van gehoord maar als ik dit verhaal lees en de bijpassende serie bekijkt dan moet je toch wel laaiend enthousiast worden ik wou gelijk in de kamer gaan beginnen en de ramen openzetten ,maar het werd hier niet goed bevonden.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hai Kees,

    Er gaat een wereld voor mij open. En ik maar denken dat alleen vogels gelokt worden met voer ;-)
    Mooi om te lezen en ook nog eens prachtige foto's erbij.
    Super.

    Groet,
    René

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ik zie hier vlinders die ik werkelijk nog nooit gezien heb.
    wat een bijzondere vlinders zijn er toch en dat ook voor de diverse insecten.
    Weer heel leerzaam en informatief.

    Groetjes, Helma

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hoi Kees, ik heb een keer zo'n brouwseltje gezien. Dat was toen helemaal nieuw voor mij. Toch leuker om de vlinders zo op een boom te zien dan op een wit laken.
    Je hebt veel soorten kunnen lokken.
    groeten, Gonnie

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak