Doorgaan naar hoofdcontent

Winterse gallen

Aardappelgal, eens een crèche van de Aardappelgalwesp
Januari in Nederland. Afgevallen Gele Trilzwammen liggen overal op de grond, bevroren Judasoren zijn doof geworden. Bekroond met sneeuw hangt er aan de takken een vergeten Kerstbal. Gebarsten, bruin en leeg is er niets meer te herkennen van wat eens een kindercreche was van de Aardappelgalwesp. Tussen afgevallen bladeren liggen ronde stuitertjes. Het zijn verlaten woningen van de Galappelwesp . In december zijn ze uitgevlogen en zonder ooit een heer gezien te hebben werden eitjes afgezet naast veelbelovende eikenknoppen, Nog enkele maanden en dan zullen daar paarse fluweelgalletjes uitgroeien.

Berijpte gal van de Wilgtakgalmug

Gal van de Wilgtakgalmug

Doorsnede gal van de Wilgtakgalmug, drie lege larvenkamers zijn er te zien

Het jaar rond zijn er plantengallen te vinden. Vreemde aangroeisels op bomen, struiken en allerlei kruidachtige planten. Levend bewijs van een door de gastheer niet gewaardeerde maaltijd maar tegelijk ook een ongelooflijk stukje vernuft. Elke plantensoort heeft weer een ander antwoord gevonden om bescheiden vraat te beperken. Tegen grote grazers  kan je alleen maar iets doen door oneetbaar te worden of gewoon wat sneller te groeien. Maar klein leed kun je beperken door met bijna ongeremde celgroei de bedreiging in te kapselen. Letterlijk opsluiten, de sleutel weggooien en de vaak jeugdige knager kan geen kant meer op. Maar ook de smullers zijn slim bezig geweest. Bezorgde moeders hebben de opsluiting zelf uitgelokt. Hun kinderen zitten relatief veilig en zolang de gal leeft is er voedsel in overvloed.

Wilgenroosje, kinderkamer van de Gewone Wilgenroosjesgalmug
Sigaargal, eet- en slaapkamer van een jonge Sigaargalvlieg
Januari is de maand dat verschillende gallen bijzonder opvallen. Het Wilgenroosje bijvoorbeeld. Niet de zacht violette variant maar de houtige soort. Vrijwel elke wilg heeft ze wel, vaak aan de top van takjes zichtbaar als een bizarre bloem. In de winter is het niet meer dan een lege ruïne, herinnerend aan een rijk zomers leven met krioelende rode larfjes van de Gewone wilgenroosjesgalmug. En natuurlijk de Rietsigaren. Dikke, sigaarvormige cylinders; vaak in het midden van een vergeelde riethalm. Heel traag gaat binnenin het leven verder. Hier ontwikkelt zich een jonge Sigaargalvlieg. Helemaal alleen en zonder daglicht gebruikt hij de wintermaanden om groot te worden. Pas in het voorjaar volgt de verpopping en zal hij (of zij) uiteindelijk de wijde wereld opzoeken.

Harsmannetje, lege behuizing Harsbuilvlinder
Gal van de Dennenlotvlinder

Kroongalziekte, gal veroorzaakt door een bacterie

Niets is er veilig voor planteneters. Zelfs houtige stengels lijken eetbaar maar daar gaat het wel om de suikerrijke bastvaten waar het jonge broed zich graag aan vergrijpt. Rupsjes van Harsbuilvlinder en de Dennenlotvlinder bijvoorbeeld. Zelfs hars deert hun niet, zij leven in hun eigen galkanaal. Op bramen en wilgentakken zijn vaak forse knobbels te vinden. Hier heeft een klein wezentje toegeslagen, een bacterie die alleen als aantasting beschreven wordt: de Kroongalziekte.

Gallen van de Essenbloesemmijt
Al deze gallen werden gevormd op bladeren, in de knoppen of in de stengels. Vele maanden waren deze plekjes beschikbaar. Maar het kan ook sneller. Enige voorwaarde is wel dat er veel en energierijk voedsel beschikbaar moet zijn. En dat is te vinden in de bloemen. De Essenbloesemmijt bijvoorbeeld. Zelfs in het bijna kaalste stukje Nederland zijn essen als straatbomen gepland als vervanging van gesneuvelde iepen. Juist nu vallen de dikke, vaak wat bonkig korrelige, gallen op. Overal waar bloemen gezeten hebben hebben de mijten toegeslagen. Geïnfecteerde bloemen veranderden in verhoute knobbels die na het afvallen van de bladeren aan de boom zijn blijven zitten.

Gal van de Springende Hazelaargalmug
Maar het zijn niet alleen lege en vervallen behuizingen die nu te vinden zijn. De Hazelaar bloeit weer volop en dat betekent hoogtij voor de Springende hazelaargalmug en de Hazelaarkatjesmijt. Als ei afgezet bij de bloemknoppen en zodra de groei begint uitgekomen. De galmuggen zijn echte nette eters. Alleen hun behuizing zwelt op en de rest van het hazelaarkatje groeit gewoon uit. Mijten daarentegen zijn meer van het type Flodder. Ze doen maar wat en de struik reageert met steeds maar weer nieuwe knopschubben uit te laten groeien. Maar de strijd is vanaf het begin al verloren, dit katje gaat verloren en verandert in een warrige bende. De dames Hazelaar hebben er trouwens geen last van, het gaat de knagers alleen om het eiwitrijke stuifmeel.

Colanootgal, knopgal op Zomereik
Galnoot, knopgal op Zomereik
 Plantengallen zijn geen schadelijk fenomeen en horen bij de natuurlijke kringloop van eten en gegeten worden. In het voorjaar 2015 wordt, hopelijk met ondersteuning uit de Groen & Doen subsidie regeling, een introductiecursus gegeven door Natuurpresentaties en de Cruydt Hoeck in Nijeberkoop. Informatie over gallen is o.a. te vinden op de site van Jojanneke Bijkerk.

* Op 30 augustus 2011 werden Knoppergallen getoond, in maart 2012 was de Hazelaarrondknopmijt aan de beurt  en op 13 mei van hetzelfde jaar kwam de geboorte van een Distelboorvlieg samen met het ellendig lot van een Rietsigaargal in beeld.

Reacties

  1. prachtig wat een hele mooie log en wat een leerzame uitleg.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat mooi om te zien en te lezen, er is veel in de natuur waar ik nog geen weet van heb.
    Na dit blogje ben ik weer iets wijzer geworden Kees, bedankt.
    http://patsfoto.blogspot.nl/

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat een hoop soorten gallen zijn er. Van de meesten wist ik niets van. Een mens is dus nooit te oud om te leren. Bedankt Kees voor deze interessante informatie.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Prachtig Kees wat een mooie en boeiende blog over gallen.
    Een wereldje op zich en een avontuur om er naar op zoek te gaan.
    Dank voor het delen van deze interessante materie en de prachtige illustratieve foto's!
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wat weet je toch veel van deze bijzonderheden in de natuur Kees,
    en je laat dit ook altijd zo mooi zien met foto's.
    Heel mooie en interessant maar ook heel leerzaam.
    Groetjes, Helma

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Hoi Kees
    In onze wilg zitten boven in de kroon aan het eind van sommige takken verdikkingen. Te hoog om van dichtbij te bekijken, maar nog wel zichtbaar nu de boom nog kaal is. Zouden dit ook gallen kunnen zijn?

    http://mijngroentje.nl/?p=394

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak