Doorgaan naar hoofdcontent

Mosgroen

Mosgroene wal, Huis ter Heide (Norg)
Een wandelaar ziet een bos met heel veel groen, een natuurgenieter ziet een bos met mos, een tuinman denkt direct aan kalk maar een bryoloog wordt er blij van. Mos, groen in duizend tinten, vormen en gelukkig veel minder soorten.
Gesteelde Haarmuts

Meer dan 30 jaar geleden waren mossenkenners een bijna uitstervende diersoort. Kraamkamers voor de nieuwe generatie sloten hun deuren en ik was nog net niet de laatste student die het licht mocht uitdoen. Gelukkig was bij mij de eerste spore al lang daarvoor ontkiemd. Blaadjes gekregen bij de Jeugdbond voor Natuurstudie en daarna opgroeiend bij de Bryologische Werkgroep. Toen kwam een lange periode dat alles van Beerdiertje tot Braakrussula en Bruine Vierbandspanner mij van het mossige pad af zou leiden. Maar in september mag ik mogelijk een Groen & Doen introductiecursus Mossen verzorgen. En dus wordt het tijd om met loep en camera bos en hei door te struinen op zoek naar bekende en onbekende soorten.

Moeraslevermos
Kegelmos met in de bakjes broedkorrels

Gedrongen kantmos met jonge kapsels

Gaaf buidelmos met lichtgroene bolletjes broedkorrels

Mossen hebben een respectabele leeftijd. Niemand weet precies wanneer de eerste soorten zich ontwikkelden uit Groenwieren. Het oudste fossiel is 320 miljoen jaar oud maar zeker is dat ver daarvoor al mosachtige plantjes zich op aarde bevonden. Misschien zagen ze er uit als ons Moeraslevermos van nu. Als thalleus levermos is het niet meer dan een groene flap met aan de onderzijde wat wortelachtige structuren. Geen nerf, geen stengel, alleen een glazige sporenkapselsteel met daarop een bolletje. Parapluutjesmos en Kegelmos hebben wat meer in hun mars. Een mooi patroon van ruitjes op het groen en bekertjes met stukjes mos als vorm van vegetatieve voortplanting. Veel verder ontwikkeld zijn al de bebladerde of folieuze levermossen. Duidelijke blaadjes in twee rijen langs een stengel maar nog wel hetzelfde sporenkapsel. Meest algemeen is het Gedrongen Kantmos die ook wel Platgeslagen Sinterklaasmutsmos genoemd wordt. Op bijna elke vochtige en rottende houtstomp te vinden.

Fraai Haarmos

Kussentjesmos
Haakmos

Thujamos

Mos is voor de wandelaar synoniem aan Haarmos. Ook het zo verfoeide Haakmos uit het gazon wordt nog wel als zodanig herkend. Toch zijn het twee vertegenwoordigers van verschillende groepen bladmossen. De één staat stram recht op, is nauwelijks vertakt en draagt als Topkapselmos zijn sporenkapsel fier op de top van de stengel. Haakmos daarentegen is een luie donder. Als slaapmos ligt het plantje languit en lijkt bijna verstrikt in warrige zijtakjes die alle kanten op gaan. Sporenkapsels maakt deze soort in Nederland eigenlijk nooit maar andere slaapmossen hebben hun kapsel in een rechte hoek op de stengel staand.

Gedraaid knikmos

Ruig Haarmos
Gewone gaffeltand, kapsel met peristoomtanden
Waterveenmos

Kapsels van bladmossen zijn ingenieuze doosjes die net zo lang dicht blijven tot de luchtvochtigheid precies goed is. Pas dan gaat er een rij tanden, het peristoom, open en kunnen de duizenden sporen op de wind naar andere oorden vertrekken. Haarmossen hebben geen gebit en doen het met een bijna papierdun vliesjes om de sporen voor een vroegtijdige ontsnapping te behoeden. Veenmossen lijken ergens tussen blad- en levermossen in te zitten als je alleen naar het kapsel zou kijken. Mooi rond en op een kort wit steeltje geplaatst.

Knopjesmos, geen kapsels maar bolletjes met broedkorrels
Hoewel Gewoon Haarmos en ook enkele Veenmossen decimeters lang kunnen worden zijn de meesten klein tot zeer klein. En dat betekent macro of zelfs super macro fotografie. In het veld met een reguliere Sigma 105 mm en thuis met een lastige Canon MP-E 65 mm die tot 5 x kan vergroten. En zelfs dat is soms niet genoeg omdat alleen celvorm en microscopisch kleine tandjes op de bladrand bij enkele soorten uitsluitsel geven over de ware identiteit. Mossen zijn dus letterlijk uitdagend bijzonder.

Alle mossen van Nederland zijn te vinden in de BLWG Verspreidingsatlas.

Reacties

  1. prachtige serie! wist niet dat er zoveel mossoorten bestaan. Het Ruig Haarmos is heel bijzonder, erg mooi die rode kleur.
    Fijn weekend

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ha Kees, mooie foto's van het groen, In het bos zie vaak hele tapijten van mos, geeft 'n bijzonder sfeer aan het bos
    Wat opvalt is vaak dat aan de bomen de regenkanten het meest begroeid zijn met mos.
    Groet Kees.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Een interessant blog over de vele soorten mos. Ik geniet ook altijd van de mooie groene tinten die je ziet.
    Dank voor al de informatie, de foto's zijn prachtig.
    Roos

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat een fraaie foto's van mooie soorten!
    m.v.g. Theo W.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Interessant blog over mossen Kees een terrein waar ik weinig kennis van heb, dus ik heb de interessante informatie
    en de mooie foto's goed bekeken.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Prachtige serie. Als er iets moeilijk is, is dat het bepalen welke soort het is. Knap als je dat kunt. Je macro's zijn prachtig om te zien.
    Gerard

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Wat zijn er veel verschillende en wat laat je het hier mooi zien.
    Het meest bijzonder om te zien vind ik het waterveenmos, pracht foto heb je daar ook van.
    Fijn de info er bij.
    Groetjes Tinie

    BeantwoordenVerwijderen
  8. wat een prachtige mosfoto's!!!
    groetjes Albertine

    BeantwoordenVerwijderen
  9. Echt geweldig is dit Kees,
    ik ben gek op mossen en zoek er ook altijd naar als ik in de bossen loop.
    heb dan ook al menig mos gevonden amar hier zie ik mossen die ik ook graag zou willen fotograferen zoals Knopjesmos, Waterveenmos, Kegelmos en het kantmos.
    Prachtig om te zien en zo leerzaam.
    Dank je wel voor deze prachtige les.

    Groetjes, Helma

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak