Doorgaan naar hoofdcontent

La Gomera, natuurlijk paradijs, deel 2

Ochtendgloren - La Gomera, Chejelipes
Nog geen half acht in de ochtend. Een haan kraait, in het struikgewas ontwaakt het leven en de eerste zonnestralen strelen keiharde rotsen. Een deur gaat open en naar buiten stapt een grijs behaarde bioloog. Net aangekomen op La Gomera en verbaasd om zich heen kijkend. Agaves geven een vertrouwd gevoel maar iets klopt er niet. Hellingen aan de overkant van het dal zijn versierd met een groen tapijt in een uniek patroon. Bijna ontheemd luistert hij naar een onbekende zanger die de zon begroet.

Succulenten maquis met Canarische wolfsmelk en verwilderde cactus vijg - La Gomera, Chejelipes
Balsam wolfsmelk - La Gomera, Las Rosas
Op La Gomera heeft de mens, net als op elk ander eiland, zijn sporen achtergelaten. Kust en toegankelijke valleien zijn in cultuur gebracht, dorpen en kleine stadjes uit de grond gestampt. Wegen verbinden eens geïsoleerde gebieden. Maar ondanks dat bleef La Gomera een natuurlijk paradijs. Nog geen tien miljoen jaar geleden een kale rots, oprijzend uit de golven.  Begroeid met wat toen voorhanden was en kon wortelen op keiharde lava en afgekoelde as. Bestand tegen blakerende zon of dagelijkse mist en regen. Wat ontstond was een biologisch laboratorium waar dier en plant zich zelfstandig konden ontwikkelen. Mobiele soorten als zeevogels vonden er broedgelegenheid om vervolgens weer uit te zwerven. Vogels die hier bij toeval terecht kwamen kregen een eigen verenkleed en stemgeluid. Maar het zijn toch vooral planten en reptielen die zich gingen ontwikkelen tot Gomerese soorten of soms alleen een band bewaarden met enkele andere Canarische eilanden.

Laurierbos - La Gomera, El Cedro

Mosbos, hangende slierten aan laurierbomen - La Gomera, Mirador el Bailadero

Laurobasidium lauri, bizarre paddenstoelen op laurierbomen - La Gomera, El Cedro
Stengelomvattende pericallis - La Gomera, Mirador del Rejo
Twintig miljoen jaar geleden was de gehele Mediterrane wereld, inclusief de Sahara, begroeid met een dicht laurierbos ("laurisilva"). Niet bestand tegen een steeds droger worden klimaat trok het woud zich terug op enkele Macaronesische eilanden. Op Madeira, Tenerife en La Palma zijn kleine fragmenten bewaard gebleven. Alleen op La Gomera kun je nog letterlijk terugreizen in de tijd. Dwalen door een bos waar elk moment monsterachtige prehistorische wezens uit het dichte gebladerte zouden kunnen stappen. Maar die konden deze eilanden niet bereiken. Insecten, spinnen en miljoenpoten zijn er wel. Prooi voor insectenetende vogels terwijl twee soorten laurierduiven hoog in de bomen verstoppertje spelen met elke verrekijker. Verkennen van deze groene wereld is gemakkelijk, er zijn alleen zoveel wandelroutes dat het nauwelijks mogelijk is om een keus te maken. Begin daarom met een bezoek aan de botanische tuin annex bezoekerscentrum en haal daar een gratis kaart voor het nationale park Garajonay. Weinig tijd? Begin dan met de meest bekende wandeling langs de El Cedro kreek naar Ermita de Lourdes. Eveneens mooi is een combinatie van de meer westelijk gelegen wandeling van Roso de la Bruma en Las Creces. Bereid je voor op een tocht door een regenwoud. Vroeg in de ochtend droog en 's middags vaak mist en regen. Vanaf de takken hangen groengele slierten van diverse soorten slaap- en levermossen. Een weelderige varengroei neemt de plaats in van een gebruikelijke struiklaag. Open plekken zijn zelfs in januari rijk aan alleen hier voorkomende bloemen.

"Heideveld" met Boomheide, 15 meter hoog - La Gomera, Los Barranquilos
Canarische gagel, geen struik maar een boom - La Gomera, Mirador el Bailadero

Hierro melkdistel, geen kruid maar een struik - La Gomera, 

Tweehartenorchis - La Gomera, Los Barranquilos

Tweehartenorchis - La Gomera, Las Rosas

Droge pieken zijn hier begroeid met heide. Geen lage struikjes waar je alleen maar hoeft op te staan om er boven uit te kijken maar letterlijk tientallen meters hoge boomheide. Elders blijft de soort op een bescheiden twee tot maximaal drie meter maar hier kunnen ze uitgroeien tot met grijze baardmossen beklede woudreuzen. Net als in ons Nederlandse hoogveen samenlevend met gagel maar dan wel een andere soort. De Canarische gagel is geen struik maar een echte boom geworden. Het heide-gagelbos (fayal-brezal op La Gomera genoemd) is veel opener dan het laurierbos en dat valt meteen op. Margrieten en melkdistels bloeien zelfs in januari volop. Niet bescheiden maar als forse, houtige struiken. Dieper in het bos, en o.a. massaal bij Barranquillos, staat in deze wintermaand de tweehartenorchis in bloei. Met blaadjes als dalkruid en groene bloemen.

Lepelbladig huislook en lichtgrijze rozetten van gouden greenovia - La Gomera, El Cedro
Gomera boomhuislook - La Gomera, Agando

Sierlijk huislook - La Gomera, Chejelipes

Veelbladig vetkruid - La Gomera, Barranco de Aquijilva
Canarische nachtorchis - La Gomera, Barranco de Aguijilva


Kliffen zijn, net als op veel andere plaatsen, het domein van vetplanten. Is het kaal, droog en heet dan zijn het enkele wolfsmelksoorten die domineren. Stekelig als de Canarische wolfsmelk of bebladerd als de stompbladige en de balsamwolfsmelk. Nog interessanter wordt het als er wat schaduw is, soms uitdrogend maar af en toe mist is ook fijn. Dat zijn de plekken waar letterlijk overal rozetten van diverse huislooksoorten samen met vetkruiden te vinden zijn. In het begin verwarrend veel maar met even bladeren door bijv. de Canarische webflora moet het mogelijk zijn om de meeste soorten op naam te brengen. Voor orchideeënliefhebbers is dit de plaats om vroeg in het jaar uit te kijken naar de Canarische nachtorchis. Niet geurend wit maar net zo hoog als ons welriekende nachtorchis.

Berthelot's pieper - La Gomera, Playa Santiago

Kanarie - La Gomera, Playa Santiago
Tenerife pimpelmees - La Gomera, Barranco de Aquajilva

Canarische tjiftjaf - La Gomera, Chejelipes
Izabelduif - La Gomera, San Sebastian

Voor alleen op La Gomera voorkomende vogels is het eiland te klein en ligt het te dicht bij Tenerife en de andere West-Canarische eilanden. Berthelot's piepers, Canarische tjiftjaf, merels en kanaries (de echte) zitten overal. Canarische vinken en Afrikaanse pimpelmezen zijn niet algemeen en vooral te vinden rond parkeerplaatsen (de vink), open bos of rond dorpen. Beide laurierduiven zijn lastig te vinden, door vroegere jacht zeldzaam geworden maar van nature altijd al hoog in de bomen. Buizerd, torenvalk, raaf en geelpootmeeuw bevolken soms het luchtruim maar vaak is het gewoon stil. Opvallend weinig vogels zijn geïntroduceerd op dit kleine eiland. Geen huismussen, geen spreeuwen maar wel een kleine populatie Noord-Afrikaanse Izabelduiven in San Sebastian.

Boettger's hagedis - La Gomera, Chejelipes

Gomera gekko, ons huisdiertje - La Gomera, Chejelipes

Endemische, alleen hier, voorkomende reptielen zijn deels wat lastiger te vinden. Boettger's hagedissen scharrelen overal rond maar zijn schuw. Even bewegen en ze zijn al weg.. Voor de Gomera gekko kun je gewoon thuisblijven. Met een beetje geluk zwerven er wel enkele exemplaren rond of zelfs in het huis.

Geraniumblauwtje - La Gomera, Chejelipes
Canarisch bont zandoogje - La Gomera, Chejelipes

Canarische atalanta op Gomera slangenkruid - La Gomera, Mirador el Bailadero
Oleanderpijlstaart - La Gomera, Chejelipes
Tenslotte, de vlinders. Veel bloemen betekent uiteraard ook hier veel vlinders. In januari kom je overal Resedawitje en Klein koolwitje tegen. Grote Afrikaanse monarchvlinders en kleine tijgerblauwtjes uit Mediterrane streken hebben op La Gomera een nieuw thuis gevonden. Meest bijzonder voor Nederlandse vlinderaars in deze tijd is toch wel de Canarische Atalanta en het Canarisch bont zandoogje. Duidelijk anders van kleur en de Atalanta is ook nog eens kleiner. De nachtelijke uurtjes zijn ook hier voor de spanners, uilen en allerlei andere micro en macro vlinders. Op een zwoele avond hoorden we een bekend gekrabbel op het raam. Brrrrr, krrrrr, brrrr. Dat kon natuurlijk niets anders zijn dan een pijlstaart. Liefdevol hebben we hem of haar even binnen uitgenodigd en daarna weer verder laten vliegen.

Canarisch klokje - La Gomera, El Cedro
Zwervende heidelibel - La Gomera, Barranco de Aguajilva

Twee delen La Gomera, natuurlijk paradijs zijn te kort om alles te kunnen beschrijven. Voor elke natuurliefhebber zou dit eiland hoog op de wensenlijst kunnen staan. Makkelijk te bereiken en ideaal voor een vakantie van twee weken. Ilios reizen maakt het ook nog eens betaalbaar.  Meer lezen? Blader dan eens door de Crossbill Guide Canary Islands II.

Reacties

  1. Een prachtige beschrijving van het eiland.Zo hebben wij La Gomera ook beleefd!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Prachtig deze twee verslagen van je reis Kees. Wat een mooi eiland is dit en wat een variatie aan fauna en flora. Ik heb het allemaal met interesse gelezen en bekeken.
    Groeten,
    Roos

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hallo Kees, mooi verslag van een prachtig eiland. Vooral interessant omdat de ontstaansgeschiedenis en aspecten van de Flora en fauna worden belicht.Mooi compleet verhaal. Gr. Ben

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wat is er veel te zien op La Gomera, en wat bijzonder die boomheide, zo hoog, prachtig heidebos trouwens. En veel variatie aan insekten ook.

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Laurobasidium lauri, bizarre paddenstoelen op laurierbomen - La Gomera, El Cedro maar ook op Madeira. Dank voor de soort Kees die ik aangereikt kreeg van Rogier van Vugt en Hans Adema. Leuk dat de soort dus ook op Madeira staat. Had heb al een aantal jaar geleden daar gevonden maar kon er niets mee. Nu dus duidelijk. Tot Ziens (Theo Westra)

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Wat een mooie verslagen en wat een mooie foto's. Wij gaan 29 september 12 dagen naar La Gomera [En heb er nu nog meer zin in dan ik al had] ...heb je nog een tip voor ons wat we zeker niet mogen missen op La Gomera. P.s wij zijn jullie een paar keer tegen gekomen tijdens onze wandelingen van het Pieterpad en als ik me niet vergis is Swalmen Groetjes van Adrie en Arenda van den Bogert uit Hedel

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak