Doorgaan naar hoofdcontent

Levende en dode fossielen – Namibië 19 april 2011

Petrrified Forest, Khorixas, Namibië
Eens machtige boomstammen liggen nu stil en gebroken in het zand. Getroffen door een tsunami en vervolgens honderden kilometers meegesleurd naar het zuiden alvorens aan te spoelen. Alsof de natuur haar aanslag wilde vergeten werden ze bedekt met slib. Elke vierkante millimeter organisch materiaal werd vervolgens vervangen door silicium, ijzer en magnesium. Driehonderd miljoen jaar later bracht dezelfde natuur deze stille getuigen van de Carboonbossen weer boven de grond.
Petrified Forest, jaarringen in hout van 300 miljoen jaar geleden
 Brokstukken van dertig meter tot enkele centimeters liggen nu verspreid in een savannegebied van enkele honderden vierkante meters. Daarbij hebben ze gezelschap gekregen van een levend fossiel: Welwitschia mirabilis. Een naaldboom van ontzagwekkend lilliput formaat. Nauwelijks dertig centimeter hoog en naalden die meer op brede, leerachtige groene linten lijken. Met een brede penwortel kunnen ze net voldoende water opzuigen om het honderden jaren uit te kunnen houden. De bestuiving van deze, mogelijk Tertiaire, planten is uitbesteed aan wantsen.
Welwitschia mirabilis

Welwitschia mirabilis, vrouwelijke bloeiwijze met bestuivende wantsen
Om dit indrukwekkende natuurreservaat (toepasselijk Petrified Forest genoemd) te bereiken hebben we de C-weg van Khorixas richting Palmwag voor 50 kilometer gevolgd. In de droge tijd een aangename rit met niet alleen een prachtig landschap maar ook volop voorzien van deels knalblauwe Vorkstaartscharrelaars. Op dit moment was het echter een stevige beproeving van onze 4WD mogelijkheden. Twee rivieren met minstens 20 centimeter, stevig stromend water moesten doorkruist worden. Plassen als binnenzeeën met verraderlijk diepe gaten vormden vervolgens een nog grotere uitdaging. De beloning met levende en dode fossielen was echter groots.
Khorixas - Petrified Forest, ontmoeting onderweg

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak