Doorgaan naar hoofdcontent

Papband – Namibië 22 april 2011

Van gat naar geul en dan weer een paar honderd meter redelijke goede gravel en leemweg. En dan: flap, flap. Uit de velgen vallende prut maakt een ander geluid. Uit het raam leunend komt het ergste vermoeden uit: onze eerste lekke band of in het Afrikaans: een papband. Een achterop komend Zuidafrikaans stel stopt direct en biedt aan om ons te helpen.
Ondanks het verbod om uit te stappen wordt snel aangepakt en binnen twintig minuten zit de reserveband stevig op de goede plaats. Ondanks het feit dat we nog een tweede reserveband hebben besluiten we om maar meteen naar de benzinepomp in het volgende rustkamp, Halali, te rijden. Vanuit de mogelijke opties om naar Halali te rijden kiezen we meteen de minste. Iets korter en dwars door de zoute kweldervlakte. Geulen worden snel dieper en in de verte zien we een safari vrachtwagen midden in een kreek staan. Het blijkt een souvenir van de enorme hoeveelheid regen te zijn. Te diep om door te rijden, de enige optie is dwars door de kwelder met de zwaarste tractie. Een kleinere auto met een meer ervaren chauffeur gaat ons voor en weet de overkant te bereiken. Ook wij bereiken de andere oever en hobbelen verder naar Halali. Daar blijkt de binnenband volledig aan flarden te zijn. Een vervangende band is niet beschikbaar en ruim 150 kilometer rijden om deze op te halen wordt toch wat veel van het goede. Met een reserveband over zullen we het de komende dagen moeten doen.
Zwartneusimpala, Etosha

Springbok, Etosha

Geelsnaveltok, Etosha
Halali ligt midden in gemengd Mopane bos. De entree en hert bungalow gedeelte ziet er zeer verzorgd uit. Helaas heeft de camping flink te lijden gehad van het weer en is het ook hier weer een mega modderzooi. De prachtige drinkpoel maakt echter veel goed. Na zonsondergang krijgen we hier bezoek van een stevige dragonder: een witte neushoorn. Dit belooft wat voor de volgende game drives!

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak