Doorgaan naar hoofdcontent

De Russen komen!

Russenvegetatie
Iedereen die in de jaren zestig opgegroeid is weet het nog. De Russen zouden eens hun ijzeren fort kunnen verlaten! Machtsvertoon in de Noordduitse laagvlakte van ons dappere, toen nog langharige, Nederlandse leger bleek afdoende. Uiteindelijk kwamen de Russen toch niet.

Maar fiets nu eens vanuit Haren via Waterhuizen naar Hoogezand. Zodra het fietspad naar het oosten afbuigt lijkt onze collectieve angst toch werkelijkheid te worden. Donkergroen,  laag bij de grond voortkruipend, zijn de eerste pelotons Russen al over de Ebelsweg opgerukt. Niets staat ze meer in de weg, ook in de buitenwijken van Haren zijn al verkenners gesignaleerd. Zwijgzaam, bruin gekuifd, nemen ze ons land over....

Pitrus
Het is echter een andere Rus dan die uit de jaren zestig. Pitrus is een grasachtige plant die bij de familie van de bloembiezen behoort. Op veel plaatsen waar landbouwgrond omgezet wordt in natte schraallanden verschijnt Pitrus. Een overmaat aan fosfaat, stikstof en sulfaat gecombineerd met een hoge grondwaterstand zorgt er voor dat deze plant de overhand kan krijgen. Koeien, paarden en schapen eten bij voorkeur geen Pitrus. Doen we verder niets dan zal deze Rus voor jaren ons land domineren. Weidevogel of botanisch beheer krijgt dan geen kans.

Uit onderzoek van de Universiteit Wageningen en het beheerdersnetwerk blijkt dat er wel degelijk wat te doen valt aan deze invasie. Voorgesteld wordt om de grondwaterstand iets te verlagen maar ook plaggen en maaien voordat de zaden rijp zijn. In Noord-Holland hebben ze een herbicide gebruikt maar dan krijgen ook andere planten een dreun. Helaas vraagt dit alles wel om investeringen in natuurbeheer en dat is onder dit kabinet een gevoelig onderwerp. Voorlopig zullen we dus, niet alleen in Haren, geregeld Russen tegen blijven komen.





Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak