Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit oktober, 2011 tonen

Diepholz, tienduizenden Kraanvogels

Kraanvogel "Kru, Krö, Kru", overal klinkt het mysterieuze en zware geluid van één van de grootste vogels van Europa: de Kraanvogel. Grote vluchten grijze vogels komen in een scherp getekende V formatie aanvliegen, poten en snavels uitgestoken. Dan, als op afspraak, even bijsturen, de slagpennen naar beneden om te remmen, het landingsgestel gaat uit en ook zij sluiten zich aan bij 45.000 reeds aanwezige vogels. Rustgebieden Scandinavische kraanvogels De Diepholzer Moorniederung, noordoostelijk van Osnabrück,  staat sinds dertig jaar op de routebeschrijving van elke Scandinavische en Duitse Kraanvogel. De vogels zijn te groot om in één keer naar de overwinteringsgebieden in Zuid-Europa en Noord-Afrika te kunnen vliegen en hebben rust- en voedselgebieden nodig om de lange reis te kunnen maken. Vanaf het eiland Rügen vliegen ze vanaf eind september naar het uitgestrekte hoogveengebied rond Diepholz en Rheden voor een lange herfstvakantie Eind oktober, begin november

Dwingelderveld, herfstige vlinders

Herfstkortvleugelmot, Diurnea lipsiella Dwingelderveld, nationaal park en zomers paars hart van het oude landschap Drenthe. De maand oktober is zich al bijna verdwenen in de coulissen, de heide is vrijwel uitgebloeid en de middagzon trekt de temperatuur niet verder omhoog dan acht graden. 's Avonds vriest het licht, de Wintervlinders staan te popelen om de plaats in te nemen van Herfst- en Gouduilen. Kleine vuurvlinder En toch is het vandaag vlinderfeest op het Dwingelderveld. Kleine vuurvlinders weten op de zonnigste plekjes  net zover op te warmen dat ze weer kunnen vliegen. Fladderend over het zandpad, op zoek naar de laatste bloempjes van de Dophei. Nog enkele jaren en dan ligt hier de grootste natte heide van West-Europa, een eldorado voor deze soort. Een Dagpauwoog weet dat ze vandaag misschien wel de laatste kans heeft om een goede overwinteringsplaats te vinden. Razendsnel vliegt ze over de hei, bijna doelgericht naar een bestemming die alleen zij kan zien. Tuss

Dwingelderveld, monsters en juwelen

Waterlobelia Het Dwingelderveld, uitgestrekte heidevelden, bossen, plassen. Een idyllisch gebied. Maar het hart van Dwingelderveld is verkild. Enorme bergen zijn op en rond het Noordenveld verrezen op plaatsen waar de boer eens ploegde. Verdedigingsmuren tegen een vijand die nooit zal komen. Overal liggen betonnen sporen uit een tijd die eens was maar nu verdwenen is. Diepe wonden zijn geslagen door monsters die op een zonnige zondag lijken te slapen. Wachtend op de dag van morgen als ze zich weer kunnen gaan voeden met nog meer fosfaatrijke grond. Nog een aantal maanden en de strijd is gestreden. De monsters keren terug naar hun stal, volgegeten van overtollige landbouwgrond. Een autoweg is opgesloten in een aarden mantel, een zwart lint door het landschap is veranderd in een gele sjerp met een zilvergrijze schelpenrand. Wat dan komt is te zien rond het Koelevaartsveen. In 1994 werd het dit gebied afgegraven. Productiebos werd gekapt,

Vosbergen, zalmen en valse oren

Vosbergen, Eelde Vosbergen op een zonnige zaterdag in oktober. Vanuit Eelde en Paterswolde wordt er gewandeld, getekend of een bezoek gebracht aan de bijzondere collectie muziekinstrumenten in het witte landhuis. Voor ons een middag om te gaan kijken of de nachtvorst nog iets overgelaten heeft van de bijzondere paddenstoelen die hier voorkomen. Zalmzwam, Vosbergen Enkele jaren geleden werd ons door een goede paddenstoelenkenner een gevallen beuk gewezen. Treurig in het gras, zonder bladeren, zonder schors en duidelijk aan het vergaan. Voor de beuk was het mooie leven voorbij, zijn lichaam werd gedoneerd aan schimmels en algen. Passend bij de majestueuze, wat adellijke omgeving van een landgoed stond in zijn laatste wil dat zijn hout bestemd was voor een select gezelschap. Geen Witte Bultzwammen, geen Porseleinzwammen want deze kunnen elke beuk verteren. Nee, zijn keus was gevallen op zalm met oren. Zalmzwammen zijn echt exclusief, zeldzaam en bij voorkeur op iepenstammen groe

Welkom in Noord-Groningen!

Brandgans, Breebaart Polder Nederland wordt overspoeld met vreemdelingen. Tientallen, honderden, duizenden, honderdduizenden. Niet uit het door sommigen zo gevreesde oosten maar uit het noorden. Zonder paspoort, zonder werkvergunning komen ze naar ons land voor een overdadig welkom. Vanaf Breebaart tot aan het Zwin, overal strijken ganzen, eenden, plevieren en ruiters neer. Vermoeid, hongerig en op de vlucht voor koning winter. Bonte strandloper en Brandgans, Breebaart Polder Sommigen komen in grote groepen. Vooral de brandganzen kunnen massale vluchten vormen. Luid keffend houden ze onderling contact en op elke stopplaats haken meer ganzen aan. In Noord-Groningen zijn ze bijzonder welkom in de Breebaartpolder (Termunten) van het Groninger Landschap, de Ruidhorn (Uithuizen)  van Natuurmonumenten of het Lauwersmeer van Staatsbosbeheer. Samen zorgen deze beheerders voor rust, ruimte en voedsel. Tot aan de vorst kunnen de ganzen hier opvetten. De absolute rust van vroeger is er

Groen goud van Tarquinius

Domein de Tarquinius, Glimmen Op de wang van de Glimmer es, boven het brede oerstroom- dal van de Drentsche Aa, had een nazaat van Tarquinius twaalf jaar lang zijn domein. Als een vader van 800 kinderen dagelijks zorgend en opvoedend tot het de grote dag van Dionysos gaven was. Klaas Poppinga was tot 2010 de trotse eigenaar van wat eens de eerste Groningse wijngaard was. Groot geworden als boomkweker en eens eigenaar van Boomkwekerij de Bonte Hoek besloot hij in 1999 te gaan proberen wat nooit iemand voor hem gedaan had. Druivenstokken opkweken tot een oogst van goddelijk sap in de noordelijkste regionen van de lage landen. Tientallen snoeischaren verslijtend, honderden kilometers lopend en dat alles voor wat twaalf jaar geleden als bizarre uitdaging begon. Niet als god in Frankrijk maar gewoon thuis op de es met snelrijpende variëteiten. Tweehonderd stokken van de witte Orion en zeshonderd rode Marechal Foche.  Wijngaard "Domein de Targuinius" zorgde voor het groe

Bomen, groot en klein

Linde, Stationsplein Haren Wat vermoeid steunt Abraham op zijn tientallen armen. Met zijn bolle kruin steekt hij boven alles uit en verbaasd zich over het gebeuren aan zijn voeten. Een station verschijnt, een wijk wordt gebouwd, een huilende knotwilg wordt een druipende ijzeren fontein. Hij wordt alleen maar groter en blijft altijd de vertrouwde Linde van het Stationsplein. Een bonte stoet van bomenkijkers vertrekt vanaf zijn groeiplaats voor een tocht langs grote en kleine bomen. Het is een excursie van de 110-jarige Vereniging voor Veldbiologie (KNNV) Groningen . Bladerend door het Harens bomenboek blijft het verbazend hoeveel soorten op slechts enkele kilometers dorpskern een plek gevonden hebben. Over Boerema's bomen schreef ik in dit blog al eerder. Maar het bomenspektakel begint al aan de Lokveenweg met o.a. een bizarre Vareneik. In het park valt nu vooral de knalrode herfstkleur van de Amerikaanse esdoorn Acer rubrum op. Prachtig afstekend tegen een strak blauw

Prachtvlamhoed als dorpsentree

Prachtvlamhoed Haren lijkt de herfst steeds meer kleur te willen geven. Was het enkele jaren geleden de Emmalaan in het villadorp die een prijs kon winnen met het grootste aantal Vliegenzwammen op een vierkante meter, nu is het de Rijksstraatweg die op wil vallen. Vlak voor de dorpsentree staat een forse groep, oranje-gele paddenstoelen. Feestelijk gekleurd, passend bij een dorp wat trots is op zijn uiterlijk. Prachtvlamhoed Spectabilis is zijn wetenschappelijke soortnaam en spectaculair zijn ze zeker. In gewoon Nederlands zijn het Prachtvlamhoeden. Gemakkelijk herkenbaar aan de kleur, de vezelige hoed, een ring om de steel en bruine plaatjes. Het zijn de eiken langs de weg die deze paddenstoel als onvrijwillige gasten heeft. Als  wortelparasieten gebruiken ze een deel van het eikenvoedsel graag voor zich zelf. Voor gezonde bomen is dit geen probleem maar zodra verzwakking optreedt kan deze zwam één van de oorzaken zijn van verdere achteruitgang.     In bermen met

Spinnen, potige jagers

De herfst is jachtseizoen bij uitstek.Niet alleen voor tweebenige jagers maar ook voor achtpotige spinnen. Kruisspin Zodra de zomer zijn rugzak inpakt worden kleefdraden uitgerold en de jacht geopend. Het zijn vooral webspinnen die in de herfst volwassen worden en voordat de nachtvorst invalt nog even hun buik vol stoppen met hun delicatesse: vliegensap.  De meest bekende webspinnen zijn de grotere Kruisspinnen die in bijna elke geschikte leefomgeving voorkomen. Midden in de mooiste webben zitten ze doodstil, de acht poten verspreid over evenveel vangdraden. Elke trilling wordt geregistreerd en herkend. Eetbaar of niet? Zodra er wat gevangen is wordt de prooi razendsnel ingepakt en vervolgens ingespoten met "maagsap". Even wachten en het diner is klaar: vliegensap. Spinnen kunnen geen vast voedsel opnemen en moeten daarom hun prooi op kunnen slobberen. Wat overblijft is een leeg chitine pantsertje, een herinnering aan een vroegtijdig einde van wat eens een inse

Bermtoerisme in Haren

Witte Kluifjeszwam Met de blik op oneindig zoeft een fietser over het ongelijke fietspad richting Glimmen. Een tiener volgt, de blik op het scherm van een smartphone, de oren dicht gestopt met microfoons. Niemand heeft oog voor de berm. Pas als er een bioloog in de door onze Engelse vrienden zo treffend genoemde "bottum-up" houding als bermtoerist opduikt wordt de aandacht getrokken. Iets verloren? Nee, hij kijkt naar bermpaddenstoeltjes.... Gele Knotszwam Poedergast Half oktober is ideaal voor de echte bermtoerist. Overal is wel wat te beleven. Langs schelpenpaadjes, in Haren bijvoorbeeld bij het Scharlakenbos, staan grillige Witte Kluifjeszwammen. Geen echte hoed, een diep gegroefde steel en een bijna mismaakt kapsel als kop. Aan de andere kant van de weg Gele Knotszwammen tussen het gras. Even de blik van het verdwijnpunt naar beneden richten en je ziet de gele lucifertjes op verschillende plaatsen tussen het gele gras staan. Verder op blijkt het feest al voo

Harens slakkenparadijs

Gewone Tuinslak Haren, groene parel op de noorderkroon van Nederland. Dat betekent dat het er goed toeven is voor mens en dier maar zeker ook voor slakken. Begin oktober lijkt het wel alsof de huisjesslakken besloten hebben om de zomerse bloemenparade nog eens dunnetjes over te doen met nog meer kleur. Waar je ook kijkt, letterlijk overal zitten Tuinslakken. Roodbruin, knalgeel of meer ingetogen opgemaakt laten ze de uitgebloeide Kattenstaarten weer stralen. Mijn collega blogger, en natuurvriend, Ubel Medema schreef er ook al over. Hoewel slakken best vervelend kunnen zijn voor de courgettes in onze tuin zijn het eigenlijk best interessante dieren. Een oeroud bouwplan, honderden miljoenen jaren bijna ongewijzigd doorgegeven aan nieuwe generaties. Begonnen in het water en daaruit het land koloniserend  tot bijna elke uithoek van deze aardbol. Zelfs diep onder het poolijs komen nog slakken op de zeebodem voor. Zwarte Naaktslak Sta eens stil bij een Zwarte Naaktslak. Voor vel

Sappemeer, mycologische vondsten

Terwijl in Groningen de Week van de Smaak begint vertrekt een groep paddenstoelen liefhebbers naar Sappemeer. Kijken, ruiken en soms zelfs even proeven maar daar blijft het dan ook bij. Paddenstoelen zijn voor deze leden van KNNV Groningen vooral een wetenschappelijke delicatesse. Paddenstoelenkenner (mycoloog) op zoek naar specialiteiten Even oostelijk van Sappemeer liggen links en rechts van de A7 twee kleine, particuliere, bospercelen. Vanaf de weg een mix van naald- en loofbomen en ogenschijnlijk weinig begaanbaar. Toch zijn de bosjes vrij toegankelijk en zodra de stekelige facade van over het pad hangende braam en meidoorn gepasseerd is openbaart zich een paddenstoelen paradijsje. Varensteelmycena Klein maar fijn is het motto van de Varensteelmycena. Een boselfje, dun gesteeld en een bijna doorschijnend plooirokje uitgevoerd in zalmroze. Slechts enkele centimeters en groeiend in de meest donkere spelonken van het herfstige varenwoud. Dode varenstelen zijn haar geliefd

Boswachterij Gieten, onverwacht rijk

Boswachterij Gieten Het oude Drentse landschap is deels in een houten keurslijf geperst. Beplant met bomen voor mijnbouw en als werkgelegenheid voor Hollandse landgenoten. Woeste grond werd verdeeld in lijnrechte percelen, allen eenvormig en genummerd met witte perceelstenen om de weg naar de schaftkeet weer terug te vinden. Maar Drenthe laat zich niet ketenen. Wat eens een doodstil larikswoud of donker sparrenbos was is opnieuw vol leven. Boswachterij Gieten laat zien dat Drenthe eigenzinnig is en blijft. De natuur is weer terug. Een Groene Specht lacht er blij om, Zwarte, -  Kuif- en Staartmezen pruttelen tevreden in de boomkruinen. Op de grond heeft een mosdeken omgevallen boomstammen volledig ingepakt. Paddenstoelen geven kleur aan het groene tapijt. Hertentruffelknotszwam Aan het oog onttrokken groeien Hertentruffeltjes, bovengronds alleen zichtbaar door de hierop parasiterende zwarte vruchtlichamen van de Hertentruffelknotszwam. Hertentruffels worden ook wel schijntru