Doorgaan naar hoofdcontent

Harense vissers en timmerlieden rond Sassenhein

Grote zaagbek, Sassenhein
Sassenhein is een begrip in Haren. Een prachtige visplas waar menig visser in visserslatijn droomt van snoek en karper. In de zomer krijgen ze gezelschap van een enkele Aalscholver of Blauwe Reiger die wachten op een snack. Wat meer afstand neemt de Grote Zilverreiger, ver van menselijke vissers en bedachtzaam stappend langs de oever. Soms, als de winter niet al te streng geweest is, kan er zelfs een IJsvogel even komen buurten. Verborgen op een overhangende elzentak maar altijd speurend naar juist die visjes waar anders vissers niets mee kunnen.
Blauwe Reiger, Sassenhein

Aan het eind van de herfst komen er gasten uit het verre noorden die Sassenhein uitkiezen voor een aangename vakanties. De eerste dames zijn er al, de haren wat verwaaid, de grijze jas glimmend als een vissenschub en een knalrode mond.. Een beetje verlegen zijn ze wel, vanaf het midden van de plas bekijken ze al die andere vissers met enige argwaan. Het zijn Grote Zaagbekken die de hele zomer gewerkt hebben aan het uitbroeden en opvoeden van hun jongen op de Scandinavische meren. Altijd in kleine groepjes, soms enkele vriendinnen, vaak ook een enkele heer in wit en donkergroen. In sommige jaren krijgen ze gezelschap van nog grotere vissers: visarenden! Hun herkomst is onbekend, Duits, Noors, Zweeds en zelfs Russen kunnen er tussen zitten.
Aalscholvers Sassenhein

Grote Bonte Specht, Sassenhein
Ondertussen wordt er ook flink getimmerd rond de plas. Het paviljoen is onlangs gerenoveerd, het is nu tijd voor verbouwing van de omringende bomen. De spaanders vliegen letterlijk in het rond als een Grote Bonte Specht met grof geweld een berk onder handen neemt. Hij lijkt er echt plezier in te hebben, af en toe even rustend en dan weer op een volgende plek opnieuw kloppen, timmeren, hakken en misschien wel "slik".

Sassenhein, vissers en timmerlieden hebben het er altijd naar hun zin.

Reacties

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak