Doorgaan naar hoofdcontent

Drentsche Aa verroest

Speenkruid
Roest in de Drentsche Aa, van levensbelang voor de bijzondere natuur van de graslanden. Diep en ijzerrijk grondwater wat juist in dit rivierdal boven de grond komt en zorgt voor een eigen microwereldje. Maar vanaf het vroege voorjaar zijn er ook andere Roesten te vinden. Geschreven met een hoofdletter en zeer levendig. Roest als schimmel op allerlei planten en levend tussen bladcellen of in een bladsteel. Alleen zichtbaar als de plant heftig reageert met het vormen van gallen of als er sporen geproduceerd worden. Dan komen ze naar buiten en vormen allerlei structuren afhankelijk van de fase waarin hun leven zich bevindt.
Speenkruidroest

Boterbloem-Grassenroest of Speenkruid-Zuringroest op Speenkruid

Grassenroest in de zomer

Meest algemeen zijn twee soorten Roest op Speenkruid. Van boven af zichtbaar als lichte vlekjes maar aan de onderkant van het blad en ook op de stengel is er meer te zien. De oranje kraters behoren bij twee soorten Roest met elk een andere gastheer in de zomer. De eerste is de Boterbloem-Grassenroest, de tweede is de Speenkruid-Zuringroest (zie ook Natuurbericht 2011. In deze mooi gekleurde structuren worden zgn. aeciosporen gevormd, sporen die ontstaan na versmelting met een ander type spore en vervolgens door de wind naar een nieuwe gastheer gebracht worden. Op allerlei grassen worden vervolgens oranje zomersporen (uredosporen) gevormd.
Wat minder algemeen zijn de donkerbruine, korrelige sporen van Speenkruidroest. Geen generatiewisseling of zomerfeestje bij iemand anders. Hier worden zgn.teleutosporen gevormd die met een dikke mantel meteen beginnen aan tien maanden overwinteren. Pas in 2013 zullen ze uitlopen en op zoek moeten naar een nieuw kiemplantje van Speenkruid.
Muskuskruid

Muskuskruidroest

Muskuskruid is veel onbekender. Klein, teer en maar enkele weken boven de grond. Met zijn groene miniatuur bloempjes en natte standplaats onder elzen wordt het plantje maar weinig gezien. Vroeger eenzaam opgesloten in zijn eigen plantenfamilie maar na een zorgvuldige studie nu in gezelschap van Vlier en Gelderse Roos. Vaak wordt Muskuskruid flink geïnfecteerd door Muskuskruidroest, soms zelfs zo erg dat de plant achterblijft in de groei, verbleekt en niet meer kan bloeien. Deze roest vormt aan de onderkant van het blad chocoladebruine tot bijna zwarte hardwandige overwinteringssporen (teleutosporen).

Drentsche Aa verroest, een bijzonder natuurverschijnsel.

(voor meer informatie zie Teliomyceten: Roesten en Branden)

Reacties

  1. leuke serie...weer wat geleeerd Kees;)

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi, Kees.
    Wat een verroeste toestand daar bij de Drentse Aa zeg.
    De Speenkruid-Zuringroest heb ik alleen nog maar van de zuring.
    Ben nog zoekende.
    groet, Ubel.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Had ik vroeger een meisje en "roest" was haar achternaam. Een schitterende stoot en ik droom er nog wel eens van en wordt dan met tranen in de ogen wakker want de mooiste bloemen zijn het snelst weg. Je roestserie is geheel naar mijn smaak, een lekker afwijkende serie foto's en info dan het doorsnee geknip. Ik vind het leerzaam, leuk en prima op de foto...

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Nou Kees, een ding is zeker. Jij bent niet vastgeroest in geijkte blogs. Origineel onderwerp weer!
    Groeten, Gonnie

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Kijk, zo leer ik weer heel wat bij Kees.
    Bovendien ook hele mooie foto's.

    Groetjes, Helma

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak