Doorgaan naar hoofdcontent

Natuurlijk Westerkwartier: verleden en heden

Coendersborg, Nuis
1669: Een koele wind uit het verre noorden strijkt over het onafzienbare hoogveen in het Groningse Westerkwartier. Mistflarden verdwijnen, een landschap van horsten, slenken en veenputten verschijnt. Een eerste Wulp roept zijn naam maar vliegt dan verschrikt op. Gedempt hoefgetrappel komt uit twee richtingen naderbij, vaandels van de heren Coenders uit Nuis en Ewsum uit Leek worden zichtbaar. Dan klinkt een kreet en aan de kop van de eerste stoet valt een ruiter in een verraderlijk gat. De rust van het veen wordt doorbroken, snaphanen en vuurroeren doen hun werk. Pieken glinsteren in het zonlicht, zwaarden kleuren rood. Er wordt hier niet gestreden om het bruine goud maar om waterrechten. Het Bollemeer was voor beide partijen nodig om het water in hun veenkanalen op peil te houden. Uiteindelijk beseffen beide heren dat strijd niets oplost. Voor de magistraat wordt uiteindelijk hun geschil beslist en Coenders wint.

Bolmeer

Harensche Bos

Nanninga's Bos
Sitka spar, Nanninga's Bos

2012: Het veen is niet meer, van vroeger legerscharen rest niets dan een echo uit een ver verleden. Zelfs het Bollemeer waar alles om begonnen was is slechts een vage vlek op een historische kaart. Een nieuw landschap is ontstaan met houtwallen, uitgestrekte weiden en verspreide boerderijen. Westelijk van Zevenhuizen liggen drie nieuwe natuurgebieden die geworteld zijn in het verleden van het Westerkwartier. Eens goed geconserveerd door een deken van veen is hier de laatste ijstijd weer aan de oppervlakte gekomen. Een dood-ijsgat (pingo) uit de bevroren toendra maar ook stuifduinen uit een iets latere periode. Van het ijs dat eens het Bolmeer vormde is uiteraard niets meer over. Het is nu een blauw spiegelende plas waar allerlei eenden een uitstekend onderkomen vinden. Om verdere verstuiving van de duintjes te voorkomen is het Harensche Bos aangeplant. Niet verwijzend naar de plaats Haren maar naar een hogere plek in het landschap ("Haar"). Van veel recentere aard is het Nanninga's Bos. Slechts 27 hectare groot en in de negentiende eeuw aangeplant door de tabaksfamilie Niemeijer voor houtproductie. De Stichting Groninger Landschap, beheerder van deze drie groene pareltjes, geeft nu weer alle ruimte aan de natuur. Sikaspar en Fijnspar maken deels plaats voor Zomereik en Ruwe Berk, hout blijft liggen voor paddenstoelen en het kleine ven biedt weer ruimte aan Zonnedauw en Snavelzegge.

Ingesneden dovenetel, Harensche Bos

Met KNNV Groningen deze gebieden verkennen betekent altijd weer verrassende vondsten. Het voorjaar is nog maar net begonnen maar de eerste Zwartkop is al aan het oefenen op zijn lied. Ook de Gekraagde roodstaart is weer terug. Maar de aandacht is vooral gericht op kleine en nog kleinere wezentjes. Bij het Harensche Bos staat een klein, paarsbloeiend plantje langs de weg. Een beetje gelijkend op de algemene Paarse Dovenetel maar met diep ingesneden bladeren en een andere kelk. Het is Ingesneden Dovenetel, zeker niet algemeen maar mogelijk ook vaak verward met zijn Paarse broer.

Cocon van een Spinneneter , Harensche Bos
In Nanninga's Bos begint de wandeling met de vondst van een miniatuur spinnenwiegje van een Spinneneter aan een tak van een Sitka spar. Nog geen 4 millimeter groot en bestaande uit een bolvormige, verlaten, kinderkamer en een gevlochten ophangdraad. Spinneneters zijn tot tot maximaal 4 millimeter grootte spinnetjes die leven van andere spinnen. Ed Nieuwenhuis geeft op zijn site een mooie beschrijving van het leven van dit bijzondere dier.

Rechts van het pad schuilt een Platte Wielwebspin samen met wat Pissenbedden onder een stuk losse bast van een dode boomstam.

Platte wielwebspin, Nanninga's Bos

Pissebedden, Nanninga's Bos


Boletenzwartlijf, Nanninga's Bos










Berkenzwammen van afgelopen herfst zijn helemaal doorboord met een uitgebreid gangenstelstel. Goed zoeken levert ook de dader op: een Boletenzwartlijf. Net als alle Spektorren is het vooral een vuilnisman en in zijn geval helemaal gespecialiseerd in het opruimen van oude paddenstoelen.

Lijsterbesviltmijt, Nanninga's Bos
























Het jonge groen van een Lijsterbes is al ontdekt door de Lijsterbesviltmijt die er met tientallen tegelijk vrolijk op los prikt en zuigt. Uiteraard vindt het jonge boompje dit geen geslaagde actie en heeft inmiddels de verdediging op volle toeren gezet. Haren worden gevormd om de mijten in te sluiten en zo de schade wat te beperken.
Zicht op het Bolmeer

Natuurlijk Westerkwartier, verleden en heden komen er in een nieuw landschap samen.

Reacties

  1. mooie serie kees.Druk bij dat kijkscherm zeg

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Kees
    wat een mooie macro's.
    het lijkt me een mooi gebied want je hebt er mooie foto's gemaakt.
    groetjes Herman,

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Een komische afsluiter! Met zo'n grote groep zitten natuurlijk niet alle kijkgaten op de juiste hoogte.
    Geeft wel een grappig beeld.
    Mooi gebied daar bij het Bolmeer.
    groeten, Gonnie

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Weer een leerzame blog Kees.
    Leuk ook die historische achtergrond van de natuurgebieden.
    En vanaf nu zal ik extra uitkijken naar de Ingesneden Dovenetel
    en de boleten zwartlijf.
    Zoals Gonnie al opmerkte een mooie afsluiter bij de kijkwand.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Een mooie blog als herinnering aan een geslaagde excursie!
    Groet, Ubel

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak