Doorgaan naar hoofdcontent

Aalscholvers actief


Aalscholver, Wieden

Boswachter Tjeerd van der Meer
Op een steenkoude voorjaarsdag varen we met boswachter Tjeerd van der Meer naar de grote aalscholverkolonie in Nationaal Park Wieden en Weerribben. Gehuld in Natuurmonumenten groen wijst hij op reeën en grauwe ganzen die als enige de gierende oostenwind trotseren. Ondertussen bevriezen opspattende golven tot klonten ijs aan de overhangende elzentakken.

In de vorige eeuw ontdekten Aalscholvers de rust en beslotenheid van de Bakkerskooi, westelijk van de Reeënweg tussen Doosje en Wanneperveen. De commerciële vangst van eenden was gestopt en de wuivende staart van de kooikershond vervangen door het wakend oog van een boswachter. Ideaal voor deze viseters om jaarlijks een jong groot te brengen. Dat er voor de dagelijkse kost flink gevlogen moest worden bleek geen probleem. Als stank voor dank kregen de elzenbomen echter forse stralen vloeibare mest te verwerken. Bladeren vielen af, knoppen verweerden en bomen verzwakten steeds verder. Het bos werd steeds opener en de Aalscholvers moesten op zoek naar nieuwe geschikte broedplaatsen. In 2013 broeden alle 700 broedparen westelijk van de Bakkerskooi.

Winters voorjaar in de Wieden

Grauwe gans, Wieden

Bevroren waterdruppels

Verborgen in een luxe schuilhut kunnen we een blik werpen op het actieve leven van deze bijzondere vogels. Meteen wordt duidelijk dat de groep alleen maar dient voor de nodige veiligheid tegen rovers uit de lucht. Orde en regelmaat zijn onbekende begrippen. Er wordt gebroed, er wordt gebouwd en alles vliegt en fladdert door elkaar. En dat alles in allerlei verschillende maatpakjes. Vast patroon zijn de twee witte broedplakken aan beide zijden maar kop, kuif en hals variëren van wit gevlekt tot een strak uitgevoerde kap. Blauwe ogen, gele snavels en een lichtrode vlek maken de huwelijks kleding compleet. Dit is pas genieten na maanden in stemmig zwart rond gevlogen te hebben.

Aalscholverkolonie, De Wieden

Aalscholver, aanvoer van nestmateriaal door de lucht

Aalscholver, zwemmend wordt er ook verzameld

Aalscholver, even rusten en dan naar het nest

Aalscholver geluk in De Wieden
Alles wat maar enigszins zou kunnen concurreren met de mens heeft een slechte naam. Of het nu gaat om een Steenmarter, een Wolf of een Aalscholver. Zelfs de achteruitgang van de paling zou aan de aalscholver te wijten zijn, tenminste als we deze in visserslatijn uitgesproken wijsheid moeten geloven. Inmiddels is wel duidelijk geworden dat de aalscholver liever geniet van een heerlijk Posje dan van een veel te grote Snoekbaars.

Pos, delicatesse voor aalscholvers

Ga ook eens op aalscholverexcursie met Natuurmonumenten of blader eens terug naar het mooie verslag van Natuurkieker.

Reacties

  1. Ik vind het altijd van die bijzondere vogels, die aalscholvers ... een beetje prehistorische uitstraling...
    Mooie foto's!
    Groet,
    Angelika

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Blijven aparte vogels. Heb de kolonie bij het Naardermeer een paar jaar terug bewonderd. En net wat je zegt: een zootje ongeregeld! Mooie foto's heb je weten te maken!
    groetjes Albertine

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat mooi om het ook eens vvanaf het water gade te slaan het lijkt mij een hele andere invalshoek en je komt er waarschijnlijk ook dichterbij.?

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Ha ja een herkenbaar verslag Kees, jammer dat jullie van dat ontzettend
    koude weer troffen, maar het is sowieso een mooie belevenis om een een
    bezoek te brengen aan die Aalscholverkolonie.
    En leuk dat je even verwijst naar mijn blog over deze Aalsscholvers.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak