Doorgaan naar hoofdcontent

Tuin safari

Sneeuwroem (Chionodoxa lucilliae), schitterende voorjaarsbode
Terwijl de winter druipend wegsmelt begint het tuinleven voorzichtig te ontwaken. Tijd voor een tuinsafari, een ontdekkingstocht naar al wat leeft en bloeit op een paar vierkante meters. Geen "Big Five" in Haren maar een "Little Five".

Gewone Steenloper (Lithobius forficatus), de kop van deze duizendpoot zit links

Gewone Steenloper (Lithobius forficatus), net onder de kop (rechts) de venijnige gifkaken

De eerste plek is voor een echt roofdier. Bruin, vijftien paar poten en zo snel dat ze nauwelijks te fotograferen zijn. Giftig voor alles wat in hun maag past, van jonge pissenbed tot kever staat op de menulijst van de Gewone Steenloper (Lithobius forficatus). Voor het vinden van deze prachtige duizendpoten volstaat een forse graai in de composthoop. Bijna knipperend tegen het licht met enkele miniatuur oogjes wordt even rondgekeken. Sprieten zwaaien alle kanten op en dan wordt een spurt ingezet. Op weg naar een blad of spriet om weg te kruipen.

Ruwe Pissenbed (links, Porcellus scaber) en Kelderpissenbed (rechts, Oniscus ocellus)

Bizarre facetogen van Ruwe Pissenbed (rechts, Porcellus scaber) en Kelderpissenbed (links, Oniscus ocellus)

De tweede en derde plaats worden gedeeld door holbewoners onder een rottend balkje. Nog verstijfd van de kou zitten ze heerlijk af te wachten tot de eerste zwoele lentenacht. Een beetje vochtig is helemaal ideaal voor deze Pissenbedden. Zwarte facetoogjes, een kop met uitstulpingen aan beide zijden en enkele rijen gele stipjes op het lichtbruine pantser zijn kenmerkend voor de Kelderpissenbed (Oniscus ocellus). Totaal anders is de Ruwe Pissenbed (Porcellus scaber). Zwart en pukkelig is dit duidelijk een wat ruwere knaap.

Gevlekte akkerslak (Deroceras reticulatum)

Op de vierde plaats is voor een Gevlekte Akkerslak. Samen met een soortgenoot delen ze de slaapkamer met de Pissenbedden. Ook voor hun is het een barre tijd geweest, bijna bevroren en zonder eten zijn ze de afgelopen maanden door gekomen. Zodra de balk omgekeerd werd begon hun kopje heen en weer te zwaaien alsof ze al het jonge loof de grond uit hoorden komen. Met een beetje verbeelding zag je bijna hoe het raspmondje al begon te schaven aan het laatste gave Hosta blad.

Vroegeling
Kleine veldkers

Mijn "Little Five" wordt vandaag afgesloten door de dappere Vroegeling. Miniatuur rozetjes voorzien van een dikke bontjas die al enkele weken klaar stonden om te gaan bloeien. Ze hebben maar een paar dagen nodig en dan is het alweer gebeurd. Ze staan bij ons op de kaalste en schraalste grond, tussen stenen en onder een berkenboom. Kleine veldkers groeit er naast maar die kan het rustig aan doen. Twee of zelfs drie keer bloeien is geen enkele probleem voor deze kleine zonaanbidder.

Elke tuinsafari is weer anders en dat geldt zeker voor de Little Five. Laat je eens inspireren door je eigen omgeving.


Reacties

  1. je hebt niet veel nodig om een mooie serie te maken.en leerzaam

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Mooie foto's Kees, alles komt weer tot leven, ook al die kleine beestjes.
    De bovenste foto vind ik echt geweldig.
    Fijne zondag nog, groetjes Irma

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Hallo Kees, ook het kleine is heel mooi,zelfs pissenbedden als je ze in detail kunt bekijken.

    Groeten, Marius

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Een leerzame blog en leuk om de blik te richten op dingen die je makkelijk over het hoofd
    kan zien. Dat moeten we misschien maar eens meer promoten zo'n little five...
    Ik moest wel lachen om je tekst bij de duizendpoot, mijn ervaring is ook dat ze bijna niet te
    fotograferen zijn... bewondering daarom voor de knappe foto's van dit merkwaardige diertje.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak