Doorgaan naar hoofdcontent

Bonte springstaart

Orchesella cincta, een bont gekleurde springstaart
Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 208

Een voorjaarsdag met net te weinig zon om lekker op te warmen. En dus een prachtige aanleiding om even de tuin in te gaan voor een paar scheppen bladstrooisel. In een witte bak, niet te veel takjes want die zitten maar in de weg en dan is het heerlijk vlooien. Echt ontspannend is het niet. Hangend op het aanrecht, bril af om nog meer klein grut te kunnen zien en zodra er iets beweegt moet de bril weer op voor een foto. Grote monsters zitten er niet tussen maar als elke keer wel heel veel leuk klein spul. De eerste tuinbladkruiper, een razendsnelle duizendpoot, voor ons tuintje laat zich zien. Een staafwants die op de vijverrand iets te dicht bij mijn schepje kwam en meegenomen werd. En natuurlijk weer veel springstaartjes. Sommige net een millimeter groot maar er waren nu ook wat reusjes bij van wel vier millimeter. Deze "bonte" springer was wel de allermooiste. Orchesella cincta, door het leven gaand zonder Nederlandse naam zoals al zijn groepsgenoten. Vroeger werden deze grappige springers tot de insecten gerekend maar bij nader inzien klopt dat helemaal niet. Hun ademhalingsstelsel is anders en natuurlijk die springvork aan hun buikzijde ontbreekt bij de andere zespotigen.  Orchesella leeft van organische afval en is belangrijk voor het bodemleven in ons tuintje.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak