Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit mei, 2020 tonen

Voorjaars gezwam

Geschubde inktzwam Een jaar natuurpresentaties in woorden  dag 266 Wandelen is gelijk aan intensief natuur geniebten. Kleuren; geluiden en vormen veranderen steeds.  Helder paarss koekoeksbloemen rond het Schildmeer of wit bloeiend dalkruid bij Westerbroek. De ratelende zang van de  sprinkhaanzanger bij Woudbloem of de snelle tuinfluiter bij Appingedam. De wijdsheid ten noorden van Scharmer en de beslotenheid van Woudbloem. Maar dan zijn er ook nog de opvallende natuurfenomenen. Een prachtige zwavwlzwam of dit groepje geschubde inktzwammen. Uitgegroeid uit enkele sporen die toevallig in deze berm terecht kwamen. Juist daar waar geregeld een verse verteerde blubs hondenderrie werd gedeponeerd. De zwam groeide er welig op. Na verloop van tijd versmolten twer schimmeldraden en het was uit deze verbintenis dat uiteindelijk een knop groeide. Steeds verder groeide deze uit totdat er een steel en klokvormige hoed ontstond.  Hierin werden nieuwe sporen gevormd; de hoed verslijmde en de druppel

Hortus Haren

Hortus Haren Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 265 Botanische tuinen zijn natuurpresentaties in fleurige vertellingen. Sommigen met een roemrijke geschiedenis zoals Hortus Botanicus Leiden en Kew Gardens; anderen met een onderbroken lijn in hun vertelling zoals Hortus Haren. Eens een verzameling apothekers kruiden; toen een academische plantentuin in Groningen en vanaf begin 20ste eeuw een Hortus in Haren ten zuiden van de Stad.  En in 1985 klopte een werkloze bioloog aan de deur die er graag wilde rondleiden. Maar de Hortus had andere plannen met hem. Het hoofd educatieve dienst vertrok en dat was wel iets voor hem. Maar ook een ideeënmachine hadden ze nodig want de universiteit wilde er graag vanaf. Geen studenten meer maar bezoekers die zouden komen voor tropische weelde, tuinen en de meest bizarre insecten. Een China Park kwam er; een bijenstal; Groningse landbouwtuin en de wilde plantentuin groeide uit tot groene parel van het Noorden. Maar het bleek moeilijk om de poor

Bladluis jager

Bladluisdoder - Pemphredon sp. Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 264 Vraag een willekeurige natuurliefhebber om eens een bladluis jager aan te wijzen en vrijwel altijd wordt er lieveheersbeestje geroepen. En dat is natuurlijk helemaal goed hoewel er ook enkele zijn die liever meeldauw eten. Maar er zijn er veel meer die het luizenleventje tot een spannende aangelegenheid maken. Gaasvlieglarven bijvoorbeeld, met hun enorme tangen knijpen ze elk luisje aan flarden. Zweefvlieglarven zijn niet minder bloeddorstig. En dan zijn er nog de grote jagers. In of naast ons bijenhotel woont sinds kort een bladluisdoder. Een pikzwart wespje van bijna een centimeter groot die zich zeer verdienstelijk maakt met het ontluizen van onze planten. Niet voor haar eigen volle buik, die vult ze graag met nectar. Alles gaat in de voorraadkast voor haar nog ongeboren kinderen. Bij voorkeur knaagt ze een gang uit in vermolmd hout en creëert daar meerdere kinderkamers in. Wandbekleding is niet nodig,

Boerensloot in het Pompveld

Sloot, Pompveld Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 263 Wie kent ze nog? De boerensloten van vroeger waar je uren kon zitten kijken naar het spel van stekelbaarsjes, de dans van libellen en het handschrift van het schrijvertje. Vanaf de jaren zestig moest het landschap glad gestreken worden. Het water moest zo snel mogelijk weg en sloten werden watergangen. Kunst- en drijfmest stroomde met tonnen tegelijk de vroegere sloot in. Water- en oeverplanten werden weggeschraapt. Modderkruiper en stekelbaarsjes stikten in de mest. Wat eens een sloot was werd een doodse en stinkende prut. Maar toen veranderde het klimaat. Laaggelegen delen kregen natte voeten en in hoger gelegen gebieden moest het water vastgehouden worden. Wat het effect daarvan is mag iedereen komen bekijken in een pareltje van het Brabants Landschap. Het Pompveld, in het land van Heusden en Altena, is letterlijk een stralend groene ster verheven boven het agrarisch landschap. Hier kun je nog sloten tegenkomen zoals

Bijtjes en bloemetjes

Grote wolbij, paring Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 262  Als klein kind  leerden we eerst hoe de bijtjes en de bloemetjes het deden. Eigenlijk een simpel verhaal, de bijtjes kwamen en floep: daar waren de zaadjes van de bloemetjes. Later kregen we nog wat vluchtig plaatwerk onder ogen en verder mochten we het zelf uitzoeken. Deze jeugdherinneringen komen steeds weer boven drijven als ik met mijn camera in ons eco-paradijsje rondzwerf. Op dit moment bloeit de veldsalie en dat betekent een gigantisch bijenfeest. Af en toe probeert wat klein grut ook een slokje mee te pikken maar de zware jongens smijten gewoon alles er uit. Zelfs honingbijen worden met een frontale botsing opzij gezet. Aardhommels en akkerhommels zijn echter ditmaal niet de winnaars. De hoofdprijs gaat ditmaal naar de grote wolbij. Het begon twee dagen geleden met vijf maar inmiddels komen er steeds meer. Vooral de heren zijn echte lomperikken. Maar voor hun staat er ook meer op het spel. Het gaat niet all

Knipper

Eikenbladrolkever Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 261 Gister stond een metselaar op het podium, vandaag een knipper. Of is het een roller? Met eikenbladrolkever zou je dat wel verwachten. Anderen noemen dit prachtige kevertje een vouwer want dat is wat zij uitstekend beheerst. Eerst wordt er geknipt. Precies tot aan de nerf en niet verder. Eerst de ene kant van het blad, daarna de andere kant. Het bungelende bladtopje wordt vervolgens gevouwen tot een doosje. Niet zo netjes als een post verzenddoos met vouwtjes en insteekrandjes. Het lijkt meer op wat gefrommel en vervolgens weer recht trekken. In het doosje wordt een ei gelegd. Na een korte periode komt het larfje uit en heeft niet alleen een prachtig beschermd kamertje maar ook een gedekte tafel. Uiteindelijk verdort het doosje en valt van de resterende nerf af. Geen probleem want verpoppen kan ook beter in de grond gebeuren. Dat is trouwens een langdurige geschiedenis. Tien maanden is heel normaal bij deze kever.

Metselaar

Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 260 Eind mei en de meeste vogels hebben inmiddels jongen die zich zelf kunnen  redden. Wolken jonge spreeuwen weten al piepend rijke weilanden te vinden. Jonge eendjes in de stadsvijver moesten het vanaf uitkomen al zelf doen maar zitten inmiddels ook in de veren. Enkele holenbroeders vliegen echter nog af en aan met voedsel. Inmiddels wordt het niet meer naar binnen gebracht maar voor de opening gehouden zodat de jongen actief naar boven moeten om het aan te pakken. Spechtenjongen vinden dit echter nog niet genoeg. Hun ouders moeten flink aangemoedigd worden met een veelstemmig koor. Jonge boomklevers kunnen dat ook maar piepen toch wat zachter. Maar om hun te vinden heb je geen geluid nodig. Kijk omhoog naar kast of gat en je weet direct waar ze zitten. Boomklevers hebben een onbedwingbare neiging om hun voordeur passend te maken aan hun wensen. En zelfs als deze precies groot genoeg is moet er toch gemetseld worden. Op de foto is dat

Behangersbij

Tuinbehangersbij Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 259 Een tuin is net een moderne dierentuin. Vroeger zat alles keurig in kooien en was het alleen maar een kwestie van goed kijken om de slapende luipaard te vinden. Tegenwoordig worden complete ecosystemen nagebouwd en daarna zoveel mogelijk diersoorten er in los gelaten. Ook in onze tuin hebben we met  een groot aantal biotoopjes op een klein oppervlak  een uiterst gevarieerd ecosysteem nagebouwd. Planten werden een handje geholpen om zich te vestigen maar dieren mogen zelf de weg vinden. En dat leidt elke dag weer tot verrassende ontmoetingen. Behangersbijen bijvoorbeeld. De heren zijn kroegtijgers die alleen van hun barkruk afkomen als er een dame langs zoemt. Maar de dames zijn echt geweldig. Onder hun buik hangt een enorme vacht bedoeld om stuifmeel te transporteren naar hun nestjes. Maar wat het eerste opvalt is de grappige houding als ze op een bloem gaan zitten. Het achterlijf wordt naar boven gericht om goed

WOW een das gezien

Das (By BadgerHero - Own work, CC BY-SA 3.0, https://commons.wikimedia.org/w/index.php?curid=7428454) Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 258 De Moerputten, westelijk van Den Bosch en beroemd om de gerestaureerde spoorbrug van "Halve Zolen" lijntje die eens de Langstraat verbond met de hoofdstad van Brabant. Maar het is vooral een geliefd wandelrondje en dat is in corona tijd goed te merken. Wegbermen zijn afgezet met dranghekken om wild parkeren te voorkomen en een groot plakkaat roept op om vooral de vastgestelde wandelroute te blijven volgen. Wie wil genieten van ongestoorde natuur moet er vroeg bij zijn. En dat dit loont bleek vanochtend wel. Op de oude spoordijk aangekomen dwaalde mijn biologen blik naar de aangeknaagde eiken. Ook hier was het een goed jaar voor de rupsjes van de groene eikenbladroller. En toen gebeurde het. Vanuit een ooghoek zagen we beiden een "enorm" beest. Totaal geruisloos stak hij het pad over en bleef in de zuidelijke be

Vierlijneendagsvlieg 600ste soort

Vierlijneendagsvlieg Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 257 Insecten en veel andere dieren kunnen zich maar nauwelijks staande houden in onze mensenmaatschappij. Maar gisteravond leek het wel alsof een tijdmachine opgestart was. Zodra de nachtvlinderlamp ons mini ecologische tuintje verlichtte ging de deur open. Eerst tientallen, later honderden en nog veel meer insecten haasten zich naar het laken. Tot ver na twaalven was de temperatuur boven de twintig graden en dat betekent feest in insectenland. Alleen met een goede camera en voortdurend van links naar rechts en van voor naar achter hoppen lukt het nog enigszins bij te houden wat er allemaal langs kwam. Sommigen zijn er maar even, anderen als de lindepijlstaart blijven de gehele avond rustig zitten.  Totaal zouden er ruim honderd soorten genoteerd en gefotografeerd worden.   En omdat ik sinds vorig jaar bezig ben met een "tuininventarisatie" hoopte ik dat het zou gaan gebeuren: met een dergelijk mooie avo

Bedafs natuurgeweld

Bedafse bergen, 25 meter hoge wal van stuifzand Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 256 Het leuke van lange afstand wandelpaden is dat je in totaal onverwachte nieuwe natuurgebieden komt. Voor sommigen is dat het dal van de Drentsche Aa, voor mensen zoals wij waren dat gister de Bedafse Bergen. Letterlijk een WOW ervaring. Lopend over Brabantse zandpaden en het Langste Natuurpad volgend stonden we letterlijk sprakeloos toen we het naaldbos uitkwamen en oog in oog stonden met de Bedafse bergrug. Bedaf is niet meer dan een klein gehucht west van Uden. Drieduizend jaar geleden werd hier de eerste landbouwgrond ontgonnen. Veel zal het niet opgebracht hebben. Dekzanden uit de laatste ijstijd en opgestoven vanuit de Noordzee gaven wel droge voeten maar weinig vruchtbare grond. Geleidelijk groeide de bevolking en in de Middeleeuwen bereikte het gebied haar maximale capaciteit. Steeds meer schapen en runderen graasden op de inmiddels met hei begroeide en eens beboste vlakte. Ho

Jong geluk

Jonge tjiftjaf, ecoduct Slabroek (Uden) Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 255 Vandaag bracht de dag alweer een nieuw stukje Nederland. Wandelend van Ravenstein via de Maashorst naar de prachtige natuur ten westen van Uden en tenslotte naar Veghel en dat alles langs de route van het Langste Natuurpad. Overal werd gezongen en gejodeld. Van een late boomleeuwerik tot de kleine karekiet, van zanglijster tot gekraagde roodstaart. En toen kwam het ecoduct Slabroek bij Uden. Eerst bedoeld voor groot en klein wild, toen kwamen er tweebenige en tweewielige wezens bij en sindsdien schijnt er minder te passeren. Maar de ruige aanleg ligt er wel en dat is geweldig nieuws voor tjiftjaf en grasmus. Overal kan gebroed worden zonder dat het nest gevonden wordt. Maar als de eieren eenmaal uitgekomen zijn wordt het een ander verhaal. Net als mensenkinderen zijn ook jonge vogels soms wat overmoedig. En dan wil het wel eens gebeuren dat een kleine hummel wat te vroeg op pad gaat. De slag

Sporuleren

Brede stekelvaren, onderzijde met sporenhoopjes Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 254 Het is mei. Volgens het spreekwoord leggen nu alle vogels een ei maar dat begint al eerder en eindigt later. Jonge reekalfjes zijn inmiddels een paar weken oud en de voorjaarsbloei is optimaal. Hoewel elke dier- en plantensoort een eigen voortplantingstijd heeft is het voorjaar toch wel de topmaand. Voedsel in overvloed en meestal is de temperatuur ook goed. Soms gebeurt alles echter in het verborgene. Onzichtbaar voor toevallige passanten op twee benen. Een brede stekelvaren bijvoorbeeld. Een prachtige bos fris loof lijkt het wel. Volop bezig om de fotosynthese na zes maanden rust weer op te starten. Maar kijk eens voorzichtig naar de onderkant van de bladeren. In een regelmatig patroon zie je rij na rij met hoefijzervormige patroontjes. Hier wordt hard gewerkt aan de voorbereiding voor het grote festijn van het sporuleren. Niks geen bestuiving, gewoon duizenden sporen aanmaken. Nu

Moord en doodslag

Glimmende bladjager  (roofvlieg) aan de maaltijd (als prooi een Dolerus bladwesp) Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 253 Het is in de natuur uiteraard eten en gegeten worden. Als dat niet zo was zou er geen voedselkringloop bestaan en was iedereen afhankelijk van energiebronnen als aardwarmte, zon en wind. Soms wordt er bijna vriendelijk glimlachend geknabbeld maar roofvogels laten veren en haren in het rond vliegen bij de maaltijd. Sluipvliegen en sluipwespen zijn moordenaars in het verborgene. Van binnen uit eten hun larven hun prooi op totdat er letterlijk alleen een velletje overblijft. Roofvliegen doen het heel wat directer. Doodstil wachtend tot er een smakelijke hap  langs vliegt. Dan worden hun lange poten gestrekt en gooien ze zich letterlijk de lucht in. In volle vaart duiken ze boven op hun slachtoffer en spietsen hem of haar aan een ijselijke scherpe steeksnuit. Langs wandelende lieveheersbeestjes worden met een bijna achteloze kop beweging gegrepen en kome

Heksenboter

Heksenboter Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 252 Rustig kruipend gaat heksenboter zijn of haar eigen gang. Mannelijk of vrouwelijk is het niet, wel bizar bijzonder. Iedereen die regelmatig een boswandeling maakt kent het wel. Een gele, wat korrelige substantie die bij even aanraken boterzacht blijkt te zijn. Eens dachten ze dat het snot van heksen was, achtergelaten tijdens nachtelijke orgieën. Het blijkt echter iets te zijn wat geen plant, geen dier maar ook geen zwam is. Het is feitelijk een vele centimeters grote cel met honderden, soms wel duizenden celkernen. Een plasmodium die al kruipend zijn weg zoekt over rotte boomstammen. Snel gaat het niet, enkele millimeters per etmaal is normaal, een centimeter is een snelheidsrecord. Onderweg wordt er geschranst. Bacteriën zijn hun leven niet zeker als er heksenboter in de buurt is. Ze worden letterlijk overspoeld en verzwolgen. Hun celwanden en alles wat zich in hun celplasma bevindt wordt verteerd en omgebouwd to

Liefdeshart

Vuurjuffer, liefdeshart Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 251 Kun je van liefde spreken bij waterjuffers? Of is het gewoon het recht van de sterkte? Man grijpt vrouw bij haar nek en vervolgens nemen de instincten het over. Echte liefde zoals wij die kennen, genegenheid die omgevormd wordt tot een alles overheersend geluksgevoel, bestaat niet bij insecten. Weidebeekjuffer-dames maken zeker een selectie maar dan gaat het meer om de beste plek om eitjes af te zetten. En vuurjuffers vallen in de tweede categorie. Terwijl zij misschien nog heerlijk zat te kauwen op een smakelijk vliegje wordt ze van achteren gegrepen en meegesleurd. Niet in staat om los te komen uit zijn klemmende omhelzing moet ze wel volgen. Als de landing ingezet wordt bungelt ze weerloos tussen hemel en aarde. Maar dan begint ze te reageren. Haar achterlijf krult naar voren en zoekt tastend de weg naar de onderkant van zijn borststuk. Daar heeft hij zijn grote gift voor het voortbestaan van deze pracht

Watervlo opgepast

Blaasjeskruid Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 250 Wij noemen het onze televisie: ons vijvertje. Tijden kun je er zitten kijken, er gebeurt altijd wel wat. Een Franse veldwesp die er even komt drinken, bruine kikkers die happen naar een rustende vlieg of een schaatsenrijder die korte metten maakt met een in het water gevallen bont zandoogje. Wat er onder water gebeurt is echter slechts deels zichtbaar. Hoewel het water helder is kun je de bodem niet zien. Even een blad oplichten van een waterlelie geeft een glimp van deze andere wereld. Een bloedzuiger die er rondkruipt op zoek naar een slakkenmaaltijd. Een muggenlarf die meekomt met aanhangend water. Enkele pikzwarte waterspringstaartjes die snel een goed heenkomen zoeken. Op een wat zonniger plek zijn altijd wel duizenden eenoogkreeftjes en watervlooien te zien. Ongestoord maar ook wat ongericht door elkaar heen dwarrelend. Allen druk bezig met filteren en hopen op een kruimeltje voedsel. Bijna een paradijselijk l

Muurzesoog gelokt

Muurzesoog Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 249 Twee dagen geleden schreef ik over een exotische spin die via fruit en een reisje in de fietstas onze tuin bereikte. Spektakel in spinnenliefhebbersland was het gevolg. Maar ook op bescheiden schaal valt er veel spinnenplezier te beleven in het ecologisch paradijsje. Al eerder had ik gezien dat een oud pluggat in de buitenmuur van de schuur bewoond werd door een wezen met lange poten. Veel meer dan dat was er echter niet te zien. Maar toen kwam spinnenkenner Sjef van Overdijk. Hij zag meteen dat het een zesoog moest zijn maar welke soort? Daarvoor werd een beroep gedaan op een list. De spin vangt zijn prooi door letterlijk met zijn voorste poten te luisteren. Elke trilling wordt geregistreerd. Een paar centimeter onder zijn hol (op de foto linksboven) begon Sjef met een takje te tikken. Heel rustig, alsof er een kever of vlieg geland was en op zoek naar een rustig plekje om op te warmen. Bijna direct merkte je bewegin

Nectardiefstal

Aardhommel op heterdaad betrapt: nectar diefstal Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 248 Op heterdaad betrapt! Gistermiddag hadden we een dief in de tuin. Geen insluiper maar een luidruchtig exemplaar. Brommend als een gemotoriseerd vliegtuig dook hij recht op zijn doel af. Ogenschijnlijk was er niets aan de hand. Een lieve en aardige aardhommel die wat nectar kwam drinken of wat mee wilde nemen voor haar nest. Maar kom maar eens dichterbij, kijk mee door de lens en zie wat de harige boef aan het doen is. Met twee vlijmscherpe stilletjes snijdt ze een rond gat in de kroonbuis, steekt haar tong er door en likken maar. En dat was nu net niet de bedoeling van deze smeerwortel. Nectar slobberen zonder bestuiving staat gelijk aan het roven van prijzengeld zonder prestatie te leveren. Wil smeerwortel zaad vormen dan moet er bestuiving plaats vinden door langtongige hommels zoals akkerhommel en tuinhommel. Het tongetje van aard- en weidehommels is echt te kort hiervoor. Met de

Zwammenvreter gespot

Gespikkeld kroeskopje Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 247 Elke dag een blog proberen te schrijven over steeds weer een ander natuuronderwerp betekent gewoon goed rondkijken. Niet alleen in prachtige natuurreservaten maar ook gewoon in huis. Hoe proper je ook bent, er vliegt, kruipt of zit van alles. Van kleine stofluis tot grote bromvlieg, van minuscule elzenboktor tot enorme huisspin. Zo vloog er gister een heel klein vlindertje rond. Iets beter kijkend zag ik een geel kuifje en een bont patroon op zijn vleugeltjes. Een gespikkeld kroeskopje! Zomaar in huis, misschien verdwaald maar zou zelfs ook als rups ergens geleefd kunnen hebben. Meestal worden eitjes gelegd in allerlei gezwam. Elfenbankje, berkenzwam, zadelzwam en zwavelzwam worden door microlepidoptera.nl genoemd maar andere paddenstoelen kan natuurlijk ook. Alle vier komen niet voor in onze tuin of direct in de buurt maar er zijn ook nog wat alternatieven. Rupsjes kunnen ook opgroeien op gedroogde paddensto

Exotische jachtkrabspin klopt aan de deur

Een enorme exotische spin in onze tuin - mogelijk Olios argelasius Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 246 Hoe hard zekere politici ook mogen schreeuwen, Nederland heeft geen gesloten grenzen en zal deze ook nooit krijgen. Het zijn niet meer dan lijnen op de kaart . En zo kunnen er soms vreemde gasten opduiken. Zo ook gisteravond. Vanaf de deurpost van de schuurdeur zat een enorme plompe spin die mij met acht ogen aan te staren. Een lijf van 15 millimeter en tussen de poten een afstand van zeker 5 centimeter. Scherp afstekend tegen het wit geverfde hout was ze perfect te zien. Meteen rende ik naar binnen, greep de camera en wist haar vast te leggen. Pas de volgende dag werd duidelijk dat de 29ste spinnensoort in onze tuin meteen de meest exotische is. Het was een jachtkrabspin of in het Engels een "huntsman spider" mogelijk luisterend naar de naam Olios argelasius. In Nederland zelden aangetroffen en afkomstig uit citrusboomgaarden rond de Middellandse Zee. Ho

Dotterbloemoermot

Dotterbloemoermot in kruipende boterbloem, Halsche Beemden, Het Merkske Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 245 Het Merkske. Zoals elke Noorderling eens naar de Drentsche Aa zou moeten gaan om te ervaren hoe uniek de schoonheid van die fantastische laaglandbeek is, zo zou elke Brabander eens in het dal van het Merkske stil moeten staan. Of het nu om de Broskens, de Halsche Beemden of de Belgische natuurpareltjes gaat, zeker in mei is het er bijna bedwelmend bijzonder.Of je nu uitkijkt over de natte hooilanden vol knolsteenbreek, de kronkelende beek volgt of kijkt naar de spiegeling in één van de vele poelen. Gister werd echter mijn aandacht getrokken door het gekrioel van tientallen dotterbloemoermotjes in kruipende boterbloem. Niet de boterbloemen in de hooilanden maar in het ooibos langs de beek. Sommige bloemen hadden meer dan tien van deze miniatuur vlindertjes. Als het om beestjes gaat zullen de meeste bezoekers eerder kijken naar bosbeekjuffers maar voor een biol

Sluipwespenspektakel

Sluipwesp - Ophion cf scutellaris Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 244 Gisteravond was het weer een mooie avond. Tot zeker tien uur bleef de temperatuur rond de twintig graden en dat bekent uitstekende omstandigheden om nachtvlinders te lokken.  Met een kwikdamplamp en een laken wordt  van de nacht bijna een dag gemaakt en vervolgens is het afwachten wat er komt. En dat was zeer verrassend ditmaal. Een enkele vlinder, wat vliegjes, een paar kevertjes en een gaasvlieg konden genoteerd worden. Maar toen werd het toneel overgenomen door een invasie van sluipwespen. Geen kleine jongens maar minstens meer dan een centimeter tot enkele centimeters groot. Bruinrood van kleur en voorzien van enorme sprieten. Het waren twee Ophion soorten. Deze sluipwespen zijn alleen 's nachts actief en omdat ze ook nog eens makkelijk op licht komen worden ze veel gezien. Determineren is lastig maar op het "Hymenopterists Forum" is altijd wel een specialist te vinden die er wat

Bruidegom driedoorn

Mannetje driedoornige stekelbaars foto  https://www.chesapeakebay.net/S=0/fieldguide/critter/sticklebacks Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 243 Vrijdagavond 8 mei. Een warme voorjaarsavond en heerlijk om naast ons vijvertje te genieten van ons avondeten. Heerlijk genieten van een goed gesprek met mijn bonuszoon maar ook van gierzwaluwen en bloeiende lis maar vooral van het baltsspel van driedoornige stekelbaarsjes. Een knalrode buik met daarboven een blauwe rug schoot geregeld als flits langs een stapeltje, onder water gelegen, dakpannen. Even draaien, duiken en weer omhoog. Even later werd duidelijk waarom hij zo opgewonden werd. Heel stil hing een donker gekleurde schone in het water. Bijna aandachtig kijkend naar hem maar dan ook in beweging komend. Inspecterend zwom zij langs het onderwater bouwwerk. Of hij al een intiem nestje voor haar gemaakt had konden we niet zien. Pas als dat er is begint het volgende bedrijf. Of dat er ooit van komt? Vandaag zullen we het

Kardinaalsmutsstippelmot

Kardinaalsmutsstippelmot Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 242 De maand mei is stippelmottenmaand. Struiken worden ingepakt en bijna kaal gegeten door hordes gestippelde rupsen. Meidoorn, wilg en vogelkers zijn favoriet maar ook appel wordt gegeten. Maar het meest bekend is de kardinaalsmutsstippelmot omdat zijn enige voedsel veel aangeplant is in plantsoenen. Alle stippelmotten zijn bijzonder eenkennig. Wat de boer niet kent dat eet hij niet is ook hier het motto. En dat eten gaat dan ook nog graag bij elkaar. Geen honderden zoals bij eikenprocessierupsen maar tien tot vijftien in een gezamenlijk nest is gewoon. Groot voordeel is dat ze door gezamenlijk te spinnen ze een voor vogelsnavels lastig doordringbaar web kunnen maken. Wij mensen staan meteen klaar met de vraag of al dit geknaag schadelijk is. In de natuur bestaat dit woord niet. Het is eten of gegeten worden. Insecteneters maar ook parasieten houden de populatie vlindertjes wel in toom. En de struik? Die loo

Balletuitvoering menuetzweefvlieg

Menuetzweefvlieg Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 241 Eten en voortplanten, dat zijn de twee belangrijkste agendapunten voor elk organisme. Sommige insecten doen het keurig gescheiden. Een uitsluipende libel gaat eerst enkele dagen genieten van alles wat maar in zijn bekje past alvorens er ook maar aan een partner gedacht wordt. Honingbijen, hommels en mieren bouwen eerst een volk op voordat er heren geboren mogen worden. Bij vliegen wil het echter nog wel eens gecombineerd worden. Roofvliegen gaan daarin heel ver. Meneer vangt een prooi, geeft die aan zijn uitgekozen dame en als er goed gegeten wordt is het veilig genoeg om te kunnen paren. Bij deze menuetzweefvlieg, de meest algemene zweefvlieg in ons tuintje, gaat het wat minder geciviliseerd. Terwijl zij heerlijk zit te genieten van een onverwacht slokje zeekool nectar schiet er een duikbommenwerper uit de lucht. De eerste poging om raak te schieten mislukt, hij vliegt door, draait en gaat weer vol in de aanval.

Knikkend nagelkruid hybride

Hybride knikkend en geel nagelkruid Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 240 Vandaag, Bevrijdingsdag 2020, was er tijd om twee etappes van "Het langste Natuurpad" te lopen. Startend in het veen bij Veghel, via Schijndel en eindigend in het Dommeldal bij Liempde. Een geweldige manier om nieuwe natuurgebieden te ontdekken en een onbekend stuk Nederland binnen te stappen. En zo stonden we plotseling voor een zeldzaam botanisch juweeltje: het knikkend nasgelkruid. In  Midden Europa zeer algemeen maar in Nederland zeldzaam en bedreigd. En dat was goed te merken want de bloemkleur was geel in plaats van roze-rood. En dat betekent dat ook het Wijboschbroek bij Veghel verdroogd is. Alleen dan is het mogelijk dat het geel nagelkruid zich vestigt in het biotoop waar oorspronkelijk zijn knikkende broer groeide. Deze heeft bij ons altijd natte en lichte loofbossen nodig. Hier op het Veghelse veen was dat volop te vinden. Maar de aanleg van de Zuid-Willemsvaart en afwaterin

Weidebeekjuffer

Dame Weidebeekjuffer Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 239 Afgelopen week kwamen de eerste meldingen: de beekjuffers zijn er weer. Voor mij betekent dat altijd de opmaak naar de zomer. Het spel van de heren boven het water. Dansend zonder elkaar aan te raken en steeds boven hun eigen stukje beek blijvend. Zonder geluid, alleen beweging is voldoende om duidelijk te maken wie de baas is op dat kleine stukje aarde. In het riet of elders op de oever zit schijnbaar ongeïnteresseerd het hooggeëerd publiek. Niet in staalblauw gehuld, geen prachtige kleuren op hun vleugels. Stemmig bronskleuri gaan zij door het leven. De dames weidebeekjuffer zijn veel minder opvallend maar voor de dansers toch zo zichtbaar. Uiteindelijk zullen de dames een keus maken. Het gaat hun om het beste stukje water met passende begroeiing. Daar zullen hun eitjes afgezet worden. Daar zullen haar en zijn nakomelingen beginnen aan bijna twaalf maanden waterig bestaan. Zwemmend, lopend op ondergedoken

Bont dikkopje

Bont dikkopje, Kampina (NBr) Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 238 Vanaf het Belversven loopt een breed graspad bijna recht naar het oostelijk deel van de Kampina. Rechts is het er altijd nat, gagel en moerashertshooi voelen zich er thuis. Links begint de grote, stille maar wel vergraste heide. En daar was het dat wij vandaag een bijzondere ontmoeting hadden met drie bont dikkopjes. Klein, oranje / geel-bruin gekleurd en rustig genietend van paardenbloemennectar. Passanten passeerden het zeldzame trio zonder ze op te merken. En dat terwijl ze een Brabants pareltje passeerden. Waarom ze zo zeldzaam zijn wordt pas duidelijk als je naar de wensenlijst van de rups gaat kijken. Pijpestrootje is zijn hoofdvoedsel en dat staat er volop. Maar dan komt het. In zomer, herfst en winter mag dit gras niet verdorren. En dan bij voorkeur ook nog langs een pad of open plek met veel zon. Aan het begin van de winter spint het rupsje zich in en verkleurt dan van groen naar bruin. Maande

Goedemiddag segrijnslak

Segrijnslak Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 237 Als natuurvorser sta je soms oog in oog met vreemde schepselen. Kameelhals- of schorpioenvliegen zien er gewoon bizar uit. Een merel die net uit bad komt is net een punkie. Vandaag was het een segrijnslak die mij aanstaarde. Twee dikke lippen een beetje uiteenwijkend. Daarboven twee sprieten die al proevend trachten reuksporen op te vangen van dat vreemde lange schepsel voor hem. En dan ook nog twee ogen op steeltjes die niet veel meer zien dan licht en donker. Daarachter het enorme huis. Lekker dichtbij om bij gevaar meteen in te kunnen schuilen. Net als Erik in het Klein Insectenboek heb ik mij beleefd voorgesteld maar voordat ik kon vragen of meneer zo goed zou zijn om te poseren voor mijn blogbericht van vandaag keerde de slak zich om. Voor zijn en haar doen, een slak is namelijk allebei tegelijk, besloot mijn ontmoeting zich weer terug te trekken in de dichte begroeiing van lievevrouwebedstro. Meestal blijven segr

Zwartblauwe rapunzel

Zwartblauwe rapunzel Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 236 Feest in de tuin: de zwartblauwe rapunzel bloeit! Slechts één exemplaar en zeker niet wild want afkomstig uit de vroegere kwekerij van Ruurd en Deyke van Donkelaar. Maar voor een Drentse botanicus zijn rapunzels zeer bijzonder. In 1981 hadden we nog twee soorten maar de witte is sindsdien verdwenen. Ook voor de zwartblauwe leek het doek te vallen maar gericht natuurbeheer heeft de soort op het nippertje gered. Feitelijk zou het helemaal geen Drentse plant kunnen zijn. Het is een soort van lemige hellingbossen in Centraal Europa. Van die bossen waar je zelfs op een warme zomerdag nog natte voeten krijgt als je door de berm loopt. En dat is nu juist wat rapunzels in Drenthe gevonden hebben. Natte hooilanden waar kwelwater zorgt voor een constante toevoer van mineraalrijk water. Voor de rapunzels betekent dit dat zij in een microklimaatje gedijen met een extreem hoge luchtvochtigheid. Vanaf 1950 werden echter al