Doorgaan naar hoofdcontent

Watervlo opgepast

Blaasjeskruid
Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 250

Wij noemen het onze televisie: ons vijvertje. Tijden kun je er zitten kijken, er gebeurt altijd wel wat. Een Franse veldwesp die er even komt drinken, bruine kikkers die happen naar een rustende vlieg of een schaatsenrijder die korte metten maakt met een in het water gevallen bont zandoogje. Wat er onder water gebeurt is echter slechts deels zichtbaar. Hoewel het water helder is kun je de bodem niet zien. Even een blad oplichten van een waterlelie geeft een glimp van deze andere wereld. Een bloedzuiger die er rondkruipt op zoek naar een slakkenmaaltijd. Een muggenlarf die meekomt met aanhangend water. Enkele pikzwarte waterspringstaartjes die snel een goed heenkomen zoeken. Op een wat zonniger plek zijn altijd wel duizenden eenoogkreeftjes en watervlooien te zien. Ongestoord maar ook wat ongericht door elkaar heen dwarrelend. Allen druk bezig met filteren en hopen op een kruimeltje voedsel. Bijna een paradijselijk leven. Maar ongezien voor hun loert er een dodelijk gevaar in het donkere water. In de winter op de bodem verborgen maar nu in mei met opengesperde muil klaar om elke passerende watervlo naar binnen te zuigen. Wij noemen dit monster blaasjeskruid. Zwevend in het water en vol gestouwd met tientallen fuikjes. Op de rand wat haartjes die als een springveer klaar staan om bij de minste aanraking naar binnen te klappen. Zo wordt een waterstroom opgewekt waaruit zelfs de sterkste vlo niet kan ontsnappen. Eenmaal binnen begint direct de vertering, wat overblijft is slechts een chitine pantsertje.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak