Doorgaan naar hoofdcontent

Harige rupsen

Rups basterdsatijnvlinder
Een jaar lang natuurpresentaties in woorden - dag 275

Sinds de eikenprocessierups in Nederland binnen gefladderd is zijn we met z'n allen bijna panisch geworden van harige rupsen. Was een grote beer vroeger nog een juweel van wegbermen en natte slootkanten of een veelvraat een aanwinst op elke heide excursie in augustus; tegenwoordig is het reden voor dolle paniek. Bijna zouden we 112 bellen, de boswachter vragen om in beschermende kleding en gewapend met gifspuit direct te komen en, niet te vergeten, de Telegraaf informeren. En dat terwijl deze prachtige beestjes rustig zitten te eten en alleen een bontjas gebruiken om een koolmees op andere gedachten te brengen. Alleen de koekoek laat zich niet foppen. Deze lust graag een groot beertje en een donsvlinder versmaadt hij ook niet. Vandaag kwam ik tientallen rupsen tegen van de basterdsatijnvlinder. Knabbelend aan allerlei struikjes op het vroegere werkeiland Neeltje Jans in de Oosterschelde. Mijn bonuszoon riep meteen "Pas op!" maar besloot vervolgens om toch maar eens te gaan kijken hoe zijn dappere stiefvader zich in bekende bochten wrong om het beestje te fotograferen. Ook zij gebruiken hun haren om rupseneters op afstand te houden. Ook zij verwerken hun haren in spinselnesten waar ze met elkaar verpoppen. Maar deze haren irriteren niet en worden ook niet weggeschoten of afgeworpen. Leer eerst de natuur eens kennen alvorens in de hoogste boom te klimmen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak