Doorgaan naar hoofdcontent

Rode viltmijt

Rode viltmijt

Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 289

Over spinnen heeft iedereen wel een mening. Sommigen vinden ze eng, anderen waanzinnig mooi en doen er alles voor om zoveel mogelijk soorten te zien of op te kweken. Teken zijn ook spinachtigen maar die vallen in de categorie afschuwelijk. Feitelijk zijn het parasitisch levende mijten maar dat roept zeker vragende gezichten op. En dat is toch best bijzonder als je bedenkt dat elke tuin er vol zit met mijten. Sommigen bijna microscopisch klein, anderen halen net de 1 - 1,5 millimeter. Onze iep zit er vol mee. Ondanks hun minieme formaat vallen ze direct op. Rondrennende rode stipjes, meer is het niet. Maar pak eens een camera of goede loep. Pas dan zie je het schitterende vilten jasje. De vier gelede pootjes en de enorme kaken. Deze zijn er niet om prooien te verscheuren maat dienen als grijpers. Op de foto is een stofluis gevangen en met enige fantasie zie je wat er gebeurt. De stofluis kan geen kant op terwijl het laatste druppeltje lichaamsvocht uit hem of haar gezogen wordt. Fluweelmijten zijn belangrijke predatoren die allerlei kleine knagertjes en zuigertjes stevig onder de duim houden. Op hun beurt worden zij weer gegeten door wantsen en kevers. Zo zijn zij een schakel in het ecosysteem van onze iep.

**Dankzij hulp van Facebook vrienden is inmiddels duidelijk dat het geen "echte" rode fluweelmijt is maar behoort tot een andere groep mijten met een carnivore leefwijze.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak