Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit juli, 2020 tonen

1000 soorten

Viervlekdwergkapoentje Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 327 Natuurbouw. In Nederland moeten we wel. Vrijwel elke vierkante meter grond is wel eens op de schop geweest, hebben we hout gekapt of schapen geweid. In de jaren zeventig drong het besef door dat we met z'n alleen geen snippertje oernatuur meer overgehouden hadden en ontstonden de eerste schetsen van nationale parken. Op miniatuur formaat is natuurbouw echter ook mogelijk. In 2017 begonnen wij met de eerste ideeën om nog geen honderd vierkante meter tuin in het hartje van Tilburg om te zetten in een natuurreservaatje. Grove lijnen werden uitgezet en zoveel mogelijk biotopen aangeboden aan de natuur. Om toch wat te sturen werd er een deels uitgekiende verzameling wilde planten, versterkt met wat insect vriendelijke planten, uitgeplant. Na de aanleg in 2018 hebben we waar nodig alleen wat bijgesnoeid en iets te uitbundige woekeraars vriendelijk toegesproken. Eind 2018 werd de thermometer er in gestoken, hoeveel so

Zeldzame cicade in Tilburg

Cicade Kybos calyculus, 2e vondst voor Nederland (foto Marco de Haas) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 326 Steden verstenen, tuinen worden grint kerkhoven....maar het kan ook anders. In Tilburg zijn tientallen tuintjes veranderd in blauwe paradijsjes. En met een goed ontwerp en uitgekiende beplanting kan zelfs op minder dan 100 vierkante meter plaats zijn voor minstens duizend soorten wilde planten en dieren. Sommigen zich direct vestigend, anderen slechts even op bezoek komend. Om deze gasten op weg te helpen wordt er wel wat extra's gedaan. Zo stond op 24 juli een 250 Watt HPL nachtvlinderlamp aan met uiteraard een laken als prachtige landingsbaan daarachter. Al vroeg in de avond verschenen enkele cicades. Niet de grote muzikanten uit Frankrijk maar dwergjes van slechts enkele millimeters. Bewust van de enorme verscheidenheid werden enkele verzameld en voorgelegd aan cicadenspecialist Marco de Haas. Wat bleek? Na microscopisch onderzoek heeft Tilburg een eervolle twee

Vrouw met snor

Steenrode heidelibel, dame met snor Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 325 Tegenwoordig is een vrouw met baard of snor van de kermis verdwenen maar ook in het straatbeeld is alles keurig geëpileerd. En toch zal geen enkele libellenkenner vreemd opkijken als je begint over een vrouw met snor. Het is hem of haar meteen duidelijk dat hier een kenner spreekt. Iemand die het aandurft een spiedende libel recht in de ogen te kijken. Iemand die weet dat de grote jager uitkijkt naar kleine prooi en ons alleen maar ziet als een vorm die niet te dichtbij moet komen. Het gaat hier dus over de steenrode heidelibel. Niet in rood uitgevoerd maar in gele dameskleding. Haar snor is niets anders dan een zwarte voorhoofdstreep die dik afloopt langs de enorme, tweekleurige facetogen. Haar neef, de bruinrode, moet het zonder snor doen. Andere verschillen zijn veel lastiger om goed in beeld te krijgen. Het dunne gele streepje over de poten hebben ze allebei. Het blijft wel onduidelijk waar deze fr

Kaardebol

Grote kaardebol Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 324 Mijn zondagsblog ging deze week over rivierflora met als voorbeelden het zeepkruid en de kruisdistel. Maar ik had ook allerlei andere soorten kunnen kiezen. Cichorei bijvoorbeeld, in Zwolle eens uitgezaaid als typische IJsselplant. Of kleintjes als breukkruid en riempjes. Maar misschien wel de meest bijzondere is grote kaardebol. Ogenschijnlijk totaal verschillend van alle andere leden van de kamperfoelie familie en volgens sommigen een echte distel. Nu weet ik nooit goed wat de toevoeging "echte" betekent. Waarschijnlijk worden dan de zwaar bestekelde bladeren bedoeld. Of de enorm stekels aan de kelkschubben. Maar kijk eens naar de paarse bloempjes die juist nu te zien zijn. Een distel is een composiet met een hoofdje van bloempjes, elk met een meeldraadje en een stamper. Kaardebol heeft 4 meeldraden, elk in een eigen bloem. Voor hommels en allerlei bijensoorten uiterst plezierige bloemen vanwege de grote necta

Melanistisch peper en zout

Melanistische pe;per-en-zoutspanner (foto Wouter van Ek) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 323 Albinisme kent iedereen. Volgens Afrikaanse volkeren geeft het zelfs toverkracht als een delicaat deel van een albino mens in speciale gerechten verwerkt wordt. Voor je het weet beland je als albino daar in de kookpot. In de wilde natuur kom je ze weinig tegen. Albino's zijn gewoon kwetsbaar en worden vaak als eerste opgegeten. Bij merels en kauwtjes kunnen halve albino's vaak wel overleven. Deze leucisten zijn vaak bont gevlekt en hebben geen rode ogen. Aan de andere kant van het spectrum blijkt echter dat melanisten ook zeldzaam zijn. Hier zijn het geen predatoren die klaar staan met een gulzige blik. Ze worden door de eigen soort niet herkend en geven hun melanistische genen dus niet door. Er zijn echter twee bekende uitzonderingen. Bij de buxusmot is een klein percentage niet zwart-wit getekend maar juist geheel zwart. Veel algemener is de zwarte vorm van de peper-en-zo

Ananas en noot

Galnoot en ananasgal op gekweekte zomereik Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 322 In het land tussen Rijn en Maas kun je een sprankelend nieuwe fietstocht maken langs kwekers van laanbomen. Honderden meters eik, tientallen meters trompetboom en een verzameling naaldbomen is volgens deze kwekers interessant genoeg om fietsers te verleiden een dag lang  langs hun lievelingen te peddelen. Dat ze daarbij vergeten dat de gemiddelde fietser tegenwoordig zich geëlectrificeerd voortbeweegt en alleen maar oog heeft voor asfalt of klinker is hun mogelijk ontgaan. Maar dat de gemiddelde Hollander nog geen beuk van een eik kan onderscheiden hoort niet thuis in hun universum. De niet kwekers willen juist verscheidenheid en geen monotone plantages. Maar laat nu uitgerekend een bioloog toch nog wat buitengewoon interessants vinden. Een eikje vol met noten en ananassen. Dat is zo bijzonder dat het niet bij een snelle blik blijft. Hij passeert een slotige barrière, ploegt door keurig aangehar

Rivierflora

Zeepkruid en kruisdistel Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 321 Te voet tussen Rijn en Waal, vroeger een doolhof van heggen, dijken, vroegere dijkdoorbraken en natte ooibossen. Zwarte ooievaars, steenuiltjes en bevers waren toen nog gewoon in dit gebied.  In de eeuw van vooruitgang en corona is daar weinig meer van over. Oude dijken zijn verdwenen door ruilverkaveling of verbreding van uiterwaarden. Heggen worden hier en daar nog kunstmatig in stand gehouden en steenuiltjes wonen niet meer in knotwilgen maar in nestkasten op boerenerven. En dan sta je plotseling aan de  oostkant van de machtige Tacitusbrug. Noord en Zuid verbindend, een pronkjuweel van techniek. Natuurbeheerders weten wat er verloren is gegaan en houden net langs de Waal enkele honderden meter meidoornhaag in stand. Dichtbij de rivier bloeit nog wat vroeger op elke dijk stond. Zeepkruid, een anjerachtige met een grote wortestok, En het broertje van blauwe zeedistel. Kruisdistel doen het in monochroom. Lichtgr

Houdini

Huismuis in voedersilo Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 320 Ik ben nog opgegroeid met het begrip Houdini. Ondanks het gegeven dat Harry al lang heen gegaan was kenden wij hem nog als iemand die zich uit duizend ketens wist te bevrijden maar zich ook in de meest vreemde bochten wist te wringen. Gisteravond kwam hij plotseling terug en ook nog bij ons op bezoek. Wel wat grijs geworden en al die jaren hadden hem flaporen en een staart gegeven maar hij was het echt. Zonder piepen of zuchten had hij zijn ruggengraat een onmogelijke draai gegeven en was uiteindelijk in een bijna hermetisch afgesloten kamer terecht gekomen. En tot onze verbazing begon daar een enorme schranspartij. Helaas hebben we uiteindelijk gemist hoe Houdini zich wist te bevrijden uit deze zelf gekozen gevangenis. Zijn echte naam was echter Mus musculus, bij velen bekend als huismuis. Het lenige beestje was via een houten schutting begroeid met klimroos en een Clematis bij één van de twee mussen voedersilo

Een monsterlijke dood

Rups koolwitje met poppen van sluipwespen (foto Wouter en Cindy Ek) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 319 Vandaag was het weer druk in de brievenbus. En helemaal leuk, ook weer twee vragen met natuuropnames. De eerste was van een bizar gevormde grove ben met bastlagen die wel wat weg hadden van boven elkaar opgehangen hoepelrokjes. Hoe dat zo uitgegroeid is op het Leersumse Veld blijft een raadsel. Minder vreedzaam was een foto van een rups. Volgens de schrijver nog wat bewegend maar duidelijk verlamd en op zijn kant liggend. Eens zou het gaan verpoppen op weg naar een bevallig koolwitje maar dat zal nooit gebeuren. Een sluipwesp had toegeslagen op het moment dat de rups weer eens moest vervellen om verder te kunnen groeien. . Haar legboor werd heel zorgvuldig door de nog zachte huid in weke maar niet vitale delen geprikt. Zeker twaalf eitjes gaf zij de niets vermoedende rups cadeau. En daarmee was het paard van Troje binnen. Toen de eitjes uitkwamen gingen de larfjes meedog

Muurbloempje

Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 318 Bescheidenheid, niet op de voorgrond willen treden maar tevreden zijn met wat je hebt. Voor velen lastig maar voor heel veel planten een eerste vereiste om te overleven. Een exoot als harig en kaal knopkruid bijvoorbeeld. Afkomstig uit Noord-Amerika en in Nederland florerend op akkers maar ook tussen straattegels. Maar ook muurleeuwenbek hoort daarbij. Van oorsprong een Europees rotsplantje maar inmiddels volledig ingeburgerd. Vaak een handje geholpen door de mens omdat lichtblauw en groen prachtig kleurt bij stapelmuurtjes. Elk jaar opnieuw kiemend en het bloemenspel weer opnieuw beginnend. Maar ook kan het nog nederiger. Gewoon tussen stoeptegel en muur van een schuur. Misschien met een paar gram stoffijn zand om in te kiemen en net niet vertrapt onder reusachtige mensenvoeten. Waar de energie en kracht vandaan komt om zo weelderig groen te worden blijft een raadsel. Het zaad is klein met weinig reservevoedsel en dus zal het jonge plan

Oeroud gneis

Biotietgneis - Leersumse Heide (determinatie Harrie Huisman) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 317 Wandelend over de Utrechtse Heuvelrug kost het weinig moeite om terug te gaan in de tijd. Ga gewoon zitten, sluit je ogen en strijk met je vingers over de grond. Zandkorrels die ruim 11.000 jaar geleden aan zijn komen waaien voel je overal. Grint en allerlei afgeronde steentjes gaan nog veel verder terug. Bij elkaar geveegd, gekneed en opgestuwd door het ijs zou je geneigd zijn hun leeftijd te schatten op ongeveer 300.000 jaar. Het was toen letterlijk ijzig koud en gletsjertongen strekten zich uit tot waar nu de Rijn stroomt. Maar wat zij omhoog drukten als een tafelkleed was nog veel ouder. Misschien wel een miljoen jaar, ver voordat onze verre verwanten voor het eerst voet op Hollandse bodem zetten. Meegevoerd door de Rijn die toen nog naar het noorden stroomde en ver boven Terschelling samenstroomde met de moeder aller stromen, de Eridanos. Dikke grindbanken lagen op beide o

Bizarre exoot

Douglas met douglaswolluis Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 316 Vandaag voerde mijn pad naar het Breeveen. Geen moeras maar een bos en heide reservaat van het Utrechts Landschap waar woensdag een excursie rond exoten gegeven gaat worden. Een woud van Aziatische  reuzenbalsemien met een wit, kanten randje van Amerikaans harig knopkruid bleek slechts een opwarmertje. Het wordt pas leuk bij wat verspreide douglassparren. Eens uit Noord-Amerika aangevoerd als snel groeiend hout en nu niet meer weg te denken uit het Nederlandse bos. Voor een toevallige passsant lijken het wel Midden-Europese fijnsparren maar de geurige naalden zijn wit gelijnd aan de onderkant. Ook de bast is geheel verschillend. Maar hou vooral die fijnspar even vast. In de vorige eeuw werd met de douglas per ongeluk ook de douglaswolluis Gilletteella cooleyi ingevoerd. En wat bleek? Het luisje ging een verbond aan met sparren van het geslacht Picea zoals de fijnspar en de sitka spar. In herfst en winter verhui

Bijendorp

Bijendorp, links de kast waarin de gasten te volgen zijn. Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 315 Dat het niet goed gaat met onze ruim driehonderd soorten inheemse bijen weet iedereen ondertussen wel. Landelijk gezien speelt vermesting, verzuring en verdroging een belangrijke rol in dat proces. Om dat proces een halt toe te roepen lijkt een bijna onuitvoerbare herculische taak. Op kleine schaal kun je echter ook aan de slag. Begin met een grote variatie aan stuifmeel- en nectar producerende planten. Geen dubbele bloemen en zo veel mogelijk inheemse soorten zijn ideaal. Maar dat is slechts de eerste stap. Veel belangrijker is nestgelegenheid. Aardhommels en allerlei zandbijen zijn blij met een overhoekje waar wat kale grond te vinden is.  Nog meer soorten zijn blij met een bijenhotel. En dan bij voorkeur met zoveel mogelijk verschillende soorten gaatjes. Tronkenbijen kiezen graag voor een holle rietstengel terwijl behangersbijen meer ruimte nodig hebben. Wespen als spinnendoder

Slakken vergadering

Slakken vergadering van gewone tuinslak,  heesterslak en veel segrijnslakken Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 314 Slakken en de mens. Alleen Fransen denken aan een delicatesse. Voor ons zijn het vaak alleen maar glibberige opvreters. Tuinplanten en jonge zaailingen in de groentetuin verdwijnen als sneeuw voor de zon na een avondje knagen door hordes slakken. En toch zijn ze te mooi om niet eens goed te kijken. Je kunt er natuurlijk eens naar gaan zoeken in de tuin maar soms kun je een echte slakken vergadering tegen. Paaltjes of zelfs boomstammen kunnen in de zomer versierd zijn met tientallen huisjes. Onbeweeglijk vast geplakt en schijnbaar doelloos samenscholend. Het zal zeker niet ingegeven worden door een behoefte voor overleg of het uitwisselen van de laatste nieuwtjes. En voor het vinden van een prettige partner is het toch handig om alleen met de eigen soort samen te gaan klimmen. Op deze foto blijkt dat drie totaal niet verwante slakken hert hogerop hebben gezocht.

Zeepkruid

Zeepkruid Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 313 Geuren, geluiden en beelden kunnen spontaan herinneringen oproepen. De geur van lindebloesem is voor mij verbonden met onvergetelijke fietsvakanties. "Koekoek" en het gieren van gierzwaluwen zit vastgeklonken aan de altijd weer prachtige maand mei. En bloeiend zeepkruid brengt mij terug naar tochten door Nederland en Duitsland met mijn ouders. Gewapend met een in plastic gehulde plaatjesflora was het een sport om elke bloeiende plant op naam te brengen. Onbekende soorten voor deze Drent waren uiteraard helemaal interessant. En zeepkruid behoorde daar ook bij. Voor het eerst gezien in Limburg maar ook in de Duitse Pfalz kwam deze anjerachtige massaal voor. Tegenwoordig zit zeepkruid vaak in zaadmengsels die gemeenten zo graag uitstrooien om daarmee de natuur te imiteren. Ook in ons eco tuintje heeft de plant een plaats gekregen. Elk jaar steeds voller uitgroeiend vanuit wortelstokken. Dat onderdeel van de plant werd vr

Nachtvlinderbelevenis

Dennenpijlstaart Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 312 Negen jaar geleden ging de nachtvlinderestafette van start. Een trektocht langs tientallen natuurkampeerterreinen met steeds weer hetzelfde programma. Eerst een korte inleiding en daarna met de gasten bij het verlichte laken kijken wat er 's nachts rondfladdert. Honderden geïnteresseerden ontdekten steeds weer dat grauwe motten niet bestaan. Van jong tot oud werd er elke keer weer genoten van gele, groene, rood gevlekte of bruine juweeltjes. Ook in 2020 zou de nachtvlinder auto geregeld weer afreizen naar de mooiste kampeerplekjes maar corona gooide ook hier alles om. Zoals het er nu naar uitziet zijn er deze zomer maar drie optredens. Gisteravond was de aftrap op camping Beek en Hei in Otterlo. Al jaren een vaste locatie met twee optredens. Helaas was het druilerig maar dat mocht de pret van de echte doorzetters niet bederven. Met paraplu kan je ook plezier hebben van een rustig zittende dennenpijlstaart. Maar ook e

Kolibrie in de tuin

Kolibrievlinder (Frankrijk, foto S.A.Bos) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 311 Overal staan nu vlinderstruiken in bloei. Van oorsprong een echte Aziaat zoals de wetenschappelijke soortnaam goed laten zien. "Davidii" is afgeleid van Pater David, een missionaris met een grote belangstelling voor alles wat leeft en bloei. Een hert werd naar hem vernoemd maar ook deze vlinderlokker. Ondanks het gegeven dat het feitelijk een exoot is weten insecten de struik bijzonder te waarderen. Zweefvliegen, honingbijen en hommels zijn er altijd maar ook de algemene dagvlinders als atalanta, dagpauwoog, groot koolwitje en gehakkelde aurelia genieten van de gratis aangeboden nectar gift. En vandaag was er dan ook nog een kolibrievlinder. Razendsnel en helaas niet te fotograferen maar in het archief zat nog een prachtige foto die eens gemaakt is in het zuiden van Frankrijk. Dat is ook de plek waar de meesten vandaan komen. Als in de zomer daar de bloei wat terugloopt slaan ze de vleu

Siamese weidechampignon

Siamese weidechampignon Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 310 Alweer enkele dagen geleden liepen wij van Vilsteren naar Heino. Als altijd veel aandacht voor het landschap en elkaar maar ook voor alles wat we zoal tegenkomen. Zingende zanglijsters, fladderende koevinkjes en bloeiend St.Janskruid. En ook deze wel heel bijzondere zwam. Duidelijk een champignon met een mooie bolle hoed, donkere plaatjes en een minirokje rond de steel. Op zich niets bijzonders in een voedselrijke berm en overal voorkomend. Maar tijdens de vorming van de paddenstoel was er iets fout gegaan. Nadat twee zwamdraden besloten hadden samen verder door het leven te gaan en een groot gezin te stichten verschenen al snel de eerste knoppen. Zo geplaatst dat ze elkaar niet konden raken behalve twee belhamels. Al knikkebollend raakte hun bolle kopjes elkaar maar één groeide harder dan de ander. Een echte uitslover was het. Snel naar boven om aan het werk te gaan met sporen verspreiden. In al zijn daadkracht v

Bronsgroen wespje

Bronswesp, 2.5 mm Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 309 Terwijl de temperatuur weer naar zomerse waarden stijgt neemt de diversiteit in de tuin toe. Bruin zandoogje, gehakkelde aurelia, dagpauwoog, atalanta, citroenvlinder en klein koolwitje veranderen de paars bloeiende vlinderstruik in een bont gewemel. Rond het bijenhotel hangen nog steeds tronkenbijen rond en ook de kleine knotswesp komt af en toe kijken. Maar veel gedierte is zo klein dat je echt goed moet kijken om ze te zien of ook maar in de buurt van een determinatie te komen. Dit bronswespje bijvoorbeeld. Met sterke vergroting bronsgroen maar zonder macrolens een klein. vliegachtig beestje. Hoe hij of zij heet blijft nog onbekend. Wel is zeker dat het geboren is uit een ander dier en behoort bij het geslacht Ormyrus. Deze leven als zogenaamde hyperparasieten. Levend op een galwesplarfje die als gast leeft in eikengallen. Heel bijzonder is dat deze gast zelf geen gal kan laten maken door de boom; daar is een andere

Gouden tor

Gouden tor Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 308 Elke insect heeft zijn eigen jaarkalender. In januari is het bruiloftstijd voor voorjaarsspanners en perentakken, in april komen de eerste meikevers boven de grond en eind juli is de topperiode voor heidezijdebijen. Sommigen kiezen voor wat meer gezelschap. Duizenden nachtvlinders in tientallen soorten storten zich gezamenlijk op eikenblad. Voor stuifmeeleters en nectarslobberaars zijn het piekweken als grote schermbloemen bloeien. Wilde peen, berenklauw en engelwortel zijn favoriet. Allerlei vliegen en wespensoorten verdringen elkaar op een plekje aan de bar. Vaak gaat bepaald niet zachtzinnig. Wegjagen of gewoon bovenop een ander landen is kennelijk goed gebruik. Maar gouden torren hebben daar geen last van. Massief, zwaar en ook nog een eens zes haakpootjes zorgen ervoor dat niemand ze eraf kan pesten. Bijten of steken kunnen ze niet, gewoon lompe kracht en gewicht inzetten kan ook. Tot voor enkele jaren was  het een kever

Bloemenpracht Overijsselse Vecht

Lange ereprijs - Overijsselse Vecht  (Vilsteren) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 307 Twee dagen wandelen en daarom wat minder tijd voor de dagelijkse blog. En omdat het toch mogelijk moet zijn om in 365 dagen even zo veel blogs te schrijven vandaag twee korte blogs om de achterstand in te halen. Voor gister een typisch Vechtdal plaatje. Een botanicus herkent de Vecht niet aan zijn plaatsjes, meanders of dode rivierarmen. Of de kenmerkende lage en kleine Vechtrondvaartbootjes die vanuit Ommen honderden toeristen een eerste Vecht ervaring meegeven. Voor mij wordt dit gebied vooral gekenmerkt door typische Vechtdalplantjes. Zwolse anjer bijvoorbeeld, tegenwoordig zeldzaam maar nog voorkomend in de graslanden van Junne. Veel groter en opvallender is de lange ereprijs. Vergeleken met de draadereprijs uit het gazon of de gewone ereprijs uit wegbermen is het een echte gigant. Vijftig centimeter hoog is niets voor deze plant van zandige rivierduintjes of dito wegbermen. Vlak voor

Bioloog als spoorzoeker

Een dwergcicade, mogelijk Macropsis fuscinervis levend op ratelpopulier en nu in ons tuintje Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 306 Geleidelijk komt het cijfer 800 in zicht. Achthonderd soorten beestjes gezien in en rond ons huis met een ecologisch tuintje van nog geen honderd vierkante meter. Leuk om bij te houden en steeds wat nieuws te zien maar nog veel leuker omdat elke waarneming nieuwe relaties zichtbaar maakt. Sommige zijn polyfaag en eten van alles maar vooral de specialisten zijn bijzonder. Zo werd er in het voorjaar een soort wespbij gefotografeerd die maar één soort bij als gastheer voor zijn kroost gebruikt. Goed kijken bracht de volgende dag deze bij in beeld. Nog leuker zijn planteneters die als larf of volwassen beest van één of slechts een paar planten / bomen kunnen leven. Soms staan ze in de tuin maar nog veel vaker is de eerste op honderden meters afstand te vinden. De dichtst bijzijnde wintereik staat op achthonderd meter, de eerste valse christusdoorn is

Winterkoninkje

Winterkoninkje (schilder Kees Reijnen) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 305 Velen hebben wat met winterkoninkjes. Zo klein als ze zijn blijven het toch opvallende vogeltjes. Druk rondscharrelend met hun opgewipte staartjes. Keihard zingend met hun karakteristieke wekkergeluidje. En voor de gelukkigen is er de verwondering bij het zien van hun kunstzinnig opgebouwde bolle nestjes. Voor ons kwam er gister nog wat moois bij. Mijn echtgenote kreeg een prachtige winterkoning van kunstschilder Kees Reijnen als dank voor bewezen diensten. Je zou er naar kunnen kijken als vogelkenner en zien hoe de vrije hand van de schilder treffend de snavelvorm geschetst heeft. Misschien dat de rug wat meer kastanjebruin gekund had maar dat is hoe het licht er opvalt. Zij kijkt er vooral naar vanuit de symboliek van ons bijna kleinste vogeltje. Een winterkoning staat voor vindingrijk, moedig en gevoelig. Maar omdat een winterkoning zo klein is staat het ook voor alles eens op een andere manier b

Heer Aardhommel

Aardhommel, dar (mannetje) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 304 Gistermiddag zag ik een heer van stand wat terneer geslagen zitten aan de voet van een voor hem enorme berg. Zijn hoofd naar de aarde gebogen alsof hij er kracht uit zou willen putten. Alle zenuwknopen misschien overbelast met heftige gebeurtenissen en nieuwe indrukken. Het veilige, donkere nest verlaten. Misschien wel met enige zachte druk naar buiten gewerkt en nu in een wereld van licht terecht gekomen. Geuren en geluiden zo anders dan in zijn jeugd. Doldrieste vliegen die rakelings voor hem langs vliegen. Geuren van verleidelijke nectarbronnen die overal vandaan komen maar tegelijk zo verwarrend anders. Zoals je een heer van stand benaderd boog ik mij deemoedig naar hem over. Bood hem een koesterende hand, warm en open. Voorzichtig lichtte hij zijn moede hoofd, keek mij aan in al zijn verwardheid. En kwam gepast in beweging. Rustig stapte hij op mijn vinger. Voelde mijn bemoedigende energie en herkende toen

Ecosysteem klokje

Miersikkelwants en loodkleurig bloemweekschildkever in bloem van perzikbladig klokje Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 303 Wist u dat bloemen van klokjes (Campanula's) net kijkdoosjes zijn? Vooral bij perzikbladig klokje is de kans groot om een compleet ecosysteem te zien. Ga er gewoon eens naast zitten, kijk en geniet. Zwarte wegmiertjes waren druk bezig met luizen melken die bovenin de stengels kleine zwarte kolonies vormden. Een schaakbord lieveheersbeestje banjerde er tussendoor, als echte carnivoor af en toe een luisje pakkend. In de eerste bloem zat een mannetjes kleine klokjesbij. Stevig verankerd aan de stijl en wachtend op een bestuivend vrouwtje. Zijn grote broer was er een paar weken eerder, voor hem is echter nog voldoende overgebleven. Een tweede bloem werd bezocht door een loodkleurig bloemweekschildkevertje? Nog geen halve centimeter groot en heerlijk knabbelend aan stuifmeel. En ook deze herbivoor zou last krijgen van een jager. Heel omzichtig stapt een j

Keldermuis

Life-trap  voor keldermuizen Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 302 Muizen zijn er in diverse maten. Van woel- tot ware muis, van bruine rat tot dwergmuis. Allemaal zijn het knaagdieren maar wel elk met een eigen niche. Hiervoor zijn uiteraard voedselvoorkeuren belangrijk maar ook de vorm van het gebied. De woelers hebben plooikiezen voor een zuiver plantaardig dieet, de waren hebben knobbelkiezen en eten als dan wij maar dan alles rauw. Sinds kort hebben wij muizen in de kelder maar uit hun knaagsporen is nog geen "merk en type" af te leiden. Keutels zijn er niet gevonden, wel duidelijk door tandjes open geknaagde meelzakjes. Het begon echter met een restje chocoladerozijntjes waar de bruine schil afgeknabbeld werd om het zachte binnenste te bereiken. Ook een bruine suikerzak werd geproefd maar dat was kennelijk niet lekker. Meest waarschijnlijk is dat onze keldermuis behoort bij de huismuizen maar een bosmuis of zelfs een rosse woelmuis is niet uit te sluiten. Als

Bleke franjehoed

Bleke franjehoed Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 301 Tot stof zult gij wederkeren. Wijze woorden die ons nietig bestaan nog eens onderstrepen. Voor ons, op twee benen lopende primaten, zijn het vooral bacteriën die helpen om deze voorspelling uit te laten komen. Maar als je boom bent wordt dat wel wat anders. Zelfs blad verteert sneller met hulp van duizenden, grotendeels onzichtbare schimmeldraden. Maar het is vooral hout wat alleen door deze nuttige organismen opgeruimd kan worden. Zonder gezwam zou het leven al in het Carboon verstikt zijn onder een gigantische berg houtsnippers. Ook bij ons in de tuin gaat de natuur zijn gang. Berkenstammetjes, meegenomen om het schelpen-houtschijven pad naar de voordeur te markeren blijken goed in de smaak te vallen bij het witte leger. Ook de diep ingegraven boomstammen van de pergola en de houten bekisting van de vijverrand zal eens veranderen in houtpulp. Wie bezig zijn valt na de vele regen goed op. Letterlijk honderden wit gefran

Groot insectenboek

Het groot insectenboek Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 300 Driehonderd dagen geleden greep ik de uitdaging aan om een jaar lang elke dag een natuurpresentatie in woorden te schrijven. Vandaag is de 300ste dag, nog 65 te gaan en het jaar is vol. Terugkijkend waren vooral insecten belangrijke spelers op dit digitale toneel. Van klein tot groot, van bont tot saai bruin. Bijna zou je mijn blog met een knipoog het groot insectenboek kunnen noemen. En dat zou ook nog eens zeer toepasselijk zijn want niets is algemener in Nederland dan insecten. Alleen in ons mini-tuintje zijn al 645 soorten genoteerd en dagelijks komen er nieuwe bij. Daarbij komt dat ze zo vormenrijk zijn dat om alles te kunnen benoemen tientallen specialisten nodig zijn. Bij sluip- en schildwespen, kortschildkevers en vliegen moet je vaak al blij zijn als het genus te herkennen is.  Nog veel leuker is het om eens naar hun gedrag te kijken. Sommigen lijken bijna doelloos rond te rennen maar altijd is er wel een

Hollandse ui

Kraailook Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 299 Siepels, daarvoor moet je naar Grunn. Of je nu in Stad of Ommeland gaat zoeken, overal zijn siepels te krijgen. Groeien doen ze er nauwelijks meer, voor velden Hollandse uien moet je zuidelijker zijn. Maar voor echte Hollandse uien moet je in het rivierengebied zijn of in het uiterste zuidpuntje waar daslook wild groeit. Op veel plaatsen is deze ui echter aangeplant en verwilderd. Moeslook zochten we vroeger op de IJsseldijk bij Kampen. Veruit de meest algemene ui is echter kraailook. Overal in het rivierengebied te vinden. Let maar eens op ronde, holle graskleurige bladeren en een stengel getooid met een donkerpaaarse bol. Soms groeien daar bloemen uit, soms worden hierin bolletjes gevormd. Elke keer weer bijzonder om een ui te vinden met een normale bol in de kelder en een tweede op zolder. In ieder geval biedt het kraailook de mogelijkheid om zich razendsnel te verspreiden. Maaien is geen enkel probleem. Of de zaden, of de n

Gehakkelde aurelia

Gehakkelde aurelia Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 298 "Wil de laatste vlinder het licht even uitdoen?" Die dramatische vraag hoeft gelukkig nog niet beantwoord te worden. Hoewel...de heivlinder, eens zo algemeen, is al bijna uitgestorven. Het heideblauwtje en de argusvlinder hebben het moeilijk, veel dikkopjes worden steeds minder gezien. En met de komst van grote vos en scheefbloemwitje is het tij echt niet gekeerd. Toch er zijn er een paar soorten die het nog steeds goed doen. Dagpauwoog en klein koolwitje fladderen overal nog rond. Atalanta's en distelvlinder hebben af en toe wat mindere jaren maar dat mag als trekvlinder. Waar het echt goed mee gaat is de gehakkelde aurelia. Zijn goed gecamoufleerde rupsen zijn geen fijnproevers. Maar wat nog belangrijker is: zij zijn goed bestand tegen de overmatige hoeveelheid stikstof die nu onze natuur teistert. Grond verzuurt en bladeren moeten het doen met een totaal andere stikstof- en mineralenaanbod om hun smake

Vurige kindercrèche

Vuurwants, 2 volwassen en een kindercrèche Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 297 Het leven bij de familie vuurwants lijkt bijzonder weldadig. Het jaar begon met heerlijk de pootjes strekken. Rondrennen, wat zuigen aan zaden en soms als tussendoortje een dood insect. Vrees voor snavels hebben ze niet. Flink stinken en in het uiterste geval even prikken is meer dan voldoende om elke koolmees af te schrikken. Daarna volgden een paar weken vol interessante avontuurtjes tussen de heren en de dames. In het ultieme moment zitten ze letterlijk met hun achtereind aan elkaar verankerd en kunnen zo zelfs rondlopen. Degene die vooruit kijkt, meestal de dame, leidt; degene die achteruit kijkt heeft maar te volgen. Daarna is het eitjes afzetten en wachten op het jonge gebroed. Inmiddels is het begin juli en overal kun je nu kleinere of grotere kindercrèches van deze prachtige wantsen. Vaak met één of meerdere volwassen wantsen als zorgzame oppassers erbij. Overdag is het geregeld genieten