Doorgaan naar hoofdcontent

Oeroud gneis

Biotietgneis - Leersumse Heide
(determinatie Harrie Huisman)
Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 317

Wandelend over de Utrechtse Heuvelrug kost het weinig moeite om terug te gaan in de tijd. Ga gewoon zitten, sluit je ogen en strijk met je vingers over de grond. Zandkorrels die ruim 11.000 jaar geleden aan zijn komen waaien voel je overal. Grint en allerlei afgeronde steentjes gaan nog veel verder terug. Bij elkaar geveegd, gekneed en opgestuwd door het ijs zou je geneigd zijn hun leeftijd te schatten op ongeveer 300.000 jaar. Het was toen letterlijk ijzig koud en gletsjertongen strekten zich uit tot waar nu de Rijn stroomt. Maar wat zij omhoog drukten als een tafelkleed was nog veel ouder. Misschien wel een miljoen jaar, ver voordat onze verre verwanten voor het eerst voet op Hollandse bodem zetten. Meegevoerd door de Rijn die toen nog naar het noorden stroomde en ver boven Terschelling samenstroomde met de moeder aller stromen, de Eridanos. Dikke grindbanken lagen op beide oevers, stukjes steen uit Zwitserland en Duitsland waarvan het ontstaan nauwelijks meer te achterhalen is. Maar op het landijs werden ook Scandinavische rotsblokken naar Nederland getransporteerd. Nadat de kou verdwenen is lagen deze brokken verweesd tussen het Rijn grint. Velen zouden daar blijven liggen totdat ze vanaf de Middeleeuwen door de mens gebruikt zouden worden. Een enkeling ligt er nog zoals deze bijzonder fraaie gneis op de Leersumse Hei. Zijn roots liggen diep onder het Zweedse-Finse massief. Op een diepte van enkele kilometers smolten eerder gestolde granieten of zelfs verharde kleibanken weer, mineralen vloeiden uit en koelden langzaam af tot fraaie bandjes. Witte kwarts, roze veldspaat en zwart biotiet keurig gescheiden. Stenen als stemmen uit de oertijd.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak