Doorgaan naar hoofdcontent

Siamese weidechampignon

Siamese weidechampignon
Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 310

Alweer enkele dagen geleden liepen wij van Vilsteren naar Heino. Als altijd veel aandacht voor het landschap en elkaar maar ook voor alles wat we zoal tegenkomen. Zingende zanglijsters, fladderende koevinkjes en bloeiend St.Janskruid. En ook deze wel heel bijzondere zwam. Duidelijk een champignon met een mooie bolle hoed, donkere plaatjes en een minirokje rond de steel. Op zich niets bijzonders in een voedselrijke berm en overal voorkomend. Maar tijdens de vorming van de paddenstoel was er iets fout gegaan. Nadat twee zwamdraden besloten hadden samen verder door het leven te gaan en een groot gezin te stichten verschenen al snel de eerste knoppen. Zo geplaatst dat ze elkaar niet konden raken behalve twee belhamels. Al knikkebollend raakte hun bolle kopjes elkaar maar één groeide harder dan de ander. Een echte uitslover was het. Snel naar boven om aan het werk te gaan met sporen verspreiden. In al zijn daadkracht vergat hij de ander.Verkleefd, vergroeid zat die vast maar kon niet meekomen. Zijn steel scheurde af en hij werd mee naar boven gesleurd. Onvoldragen en totaal gedesoriënteerd voelde hij de zon op zijn tere plaatjes branden. Ze hadden toch naar moeder aarde gericht moeten zijn? Zijn korte leventje was gedoemd om nutteloos te blijven. Gelukkig was er grote broer nog die kon doen wat zijn ouders hem opgedragen hadden.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak