Doorgaan naar hoofdcontent

Posts

Posts uit augustus, 2020 tonen

Witvlakvlinder

  Rups witvlakvlinder - foto Alex Glazenborg Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 358 "Oet Grunn" kwam enkele dagen geleden een prachtige rups aan gekropen. Af en toe wat versnellend, hier en daar wat knabbelend aan allerlei boomblaadjes en na de grote rivieren tot rust komend in mijn brievenbus. Zijn of haar herkomst was een braamstruik in de tuin van mijn gewaardeerde ex-collega Alex Glazenborg. Samen vormden wij eens een bizar duo senior beleidsambtenaren. In formaat scheelden we weinig, in omvang iets meer maar waar hij de bedachtzame planoloog was (en is) werd ik vooral gekarakteriseerd als doener die eigenlijk niet echt paste in de cultuur van een gemeentehuis. Ondanks al die verschillen werden het zeven vette jaren die we samen in Slochteren doorbrachten. Maar ik dwaal af. De blog van vandaag begon met de rups van de witvlakvlinder. Eén van de meer dan 2200 soorten nachtvlinders van Nederland en behorend bij de spinneruilen. Vrouwtjes van deze vlinders kunnen n

Buxusmot

  Buxusmot - foto Marlies Jansen Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 357 Ook vandaag een "gast onderwerp" in mijn blog. Marlies Jansen liet de buxusmot vanaf haar buitenlamp naar Tilburg fladderen. Hoewel het goede vliegers zijn is meer dan een paar honderd meter toch echt wel veel voor deze vlinder. In 2005 dook deze Oost-Aziaat voor het eerst op in Duitsland. Waarschijnlijk meegekomen met plantgoed was het een kleine stap om de grens over te steken. Nederlandse boom- en struikkwekers werken intensief samen met Europese collega's en een "kruisbesmetting" is dan ook zo gebeurt. Vanaf 2007 begon de opmars in Zuid-Nederland en inmiddels zijn alle uithoeken bereikt. De zwart gerande vlinder is alleen maar geïnteresseerd in zijn of haar partner maar de rups is een echte veelvraat. Groot voordeel is wel dat alleen buxusblaadjes op zijn menu staan. Is dat op? Dan rest de rups niets anders dan zijn kopje te buigen en zijn lichaam aan te bieden aan wie er maar

Groene soep

Groene soep on Groningen (foto Reinier Muntjewerf) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 356 Vandaag een onderwerp voorgesteld door Reinier Muntjewerf. Hij zag afgelopen week groene soep waar normaal zwart water vanuit het Noord-Willemskanaal door de Groninger grachten richting Reitdiep stroomt. Geen erwtensoep maar meer de kleur van een heerlijke courgettesoep waar een scheut room aan toegevoegd was. Vermoedelijk was het groen afkomstig uit het Paterswoldsemeer. Een ondiepe verveningsplas waar de watertemperatuur tijdens de hittegolf van de afgelopen weken fors opgelopen was. En dat betekent hoogtij voor miljoenen eencellige groenwiertjes. Gevoed door het fosfaat- en stikstofrijke water werd er gegroeid, gedeeld en vooral gezweefd. Lekker in de bovenste waterlaag zodat ze al het beschikbare zonlicht op konden vangen en omzetten in suikers. In een artikel van Koidream wordt uitgebreid beschreven hoe deze "zweefalgen" ontstaan. Hun celmembranen zijn electrisch geladen

Leermos

Soredieus leermos Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 355 What's in a name? Korstmos is nog tot daar aan toe. Sommige zien er uit als een korst dus dat deel klopt voor die soorten. Maar mos? Een korstmos is echt geen plant en zeker geen mos. Bladgroen zit er wel in maar dat zijn minuscule algjes of blauwwieren zonder blaadjes, stengels of sporenkapsels. Nog gekker wordt het met leeermos. Met enige fantasie lijken ze op een klein stukje leer. Achteloos weggeworpen en terecht gekomen op schrale zandgronden. De flapjes hebben echter nooit aan een beest vastgezeten. En ook dit is geen mos maar een op de grond groeiend korstmos. Deze soort, soredieus leermos, is de meest algemene. In wegbermen, begraafplaatsen en zelfs tuinen oelt dit korstmos zich thuis. De naam "soredieus" slaat op de vlekken (soralen) aan de bovenzijde waarmee het korstmos zich kan voortplanten. Feitelijk worden er kleine korreltjes schimmel met wat blauwwiertjes afgesnoerd waaruit eens een nieuw l

Vlinderpassie

Klein koolwitje Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 354 Mensen hebben wat met vlinders. Vlinders in je buik, als een vlinder zo vrij tot sterven als een vlinder op het water met vleugels van papier. Zomaar wat spreekwoorden en een bekende tekst van Boudewijn de Groot. Vlinders hebben echter niets met mensen alleen heel veel last. Verdroging, vermesting, verzuring, alles bedreigt de vlinderstand. Het enige waar ze blij van worden zijn vlindertuinen en vlinderstruiken. Voedsel in overvloed en heel soms zelfs wat prachtige waardplanten voor hun rupsen.  Het jaar 2020 wordt in de vlinderannalen een jaar om snel te vergeten. Onze meest bedreigde dagvlinder, de kleine heivlinder, beleefde misschien wel zijn laatste jaar. Distelvlinders bleven en masse weg uit Nederland, de kleine vos was eens zo talrijk maar wordt steeds minder gezien. De paar dagvlinders die het wel goed doen zoals boomblauwtje, dagpauwoog en atalanta maken niet goed wat we deels door eigen schuld moeten missen. Ge

Zwammige boskip

  Zwavelzwam Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 353 Op excursie met cursisten is elke keer weer verrassend. Vandaag mocht ik met een groep van Hovo Brabant naar de omgeving van het Belversven in het zuidwestelijk deel van de Natura 2000 gebied "Kampina" (Oisterwijk). Het thema was "Verstikte Natuur" en dus zochten we naar bewijzen van stikstofdepositie op dit gebied. Verbraming en plakkaten van het mos grijs kronkelsteeltje passeerden de  revue. Maar 16 paar ogen dwalen uiteraard rond en zo werd een geweldig mooie zwavelzwam gevonden. Als meestal aan de voet van een zwaar beschadigde eik maar deze eenjarige elfenbank wordt ook gevonden op wilg, robinia en kers. Ondanks zijn schoonheid is het een echte killer. Toeslaand als de boom gewond is, in de houtvaten kruipend en zo de boom verstikkend. Engelsen kennen zwavelzwammen als "chicken of  the wood". Niet vanwege gekakel rond het middernachtelijke uur maar omdat de jonge zwammen een textuur en sma

Verwoestende exoot

  Watercrassula (foto Wikipedia) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 352 Nederland is al duizenden jaren een handelsnatie. Varend over de wereldzeeën werden zilver en specerijen aangevoerd maar soms ook alles verwoestende exoten. Ongewenste vreemdelingen waartegen elk wapen verschrompelde tot een proppenschieter. In de Gouden Eeuw was het de paalworm. Geen slijmerige kruiperd maar een geniepige boorder. Verborgen in scheepsrompen, de twee schelpen diep ingebed in het hout van machtige galjoenen. Alleen een inlaat en uitlaat siphon steken af en toe even naar buiten voor een slokje voedselrijk zeewater. Maar ook om zaad- en eicelletjes los te laten. Toen dat eenmaal in Nederland gebeurde was het gedaan met houten havenhoofden en houten wierdijken. Miljoenen dukaten schade was het gevolg. Nog veel erger was dat de algehele Nederlandse waterverdediging als een kaartenhuis ineen stortte. Hebben wij er iets van geleerd? Niet veel blijkt wel als je rondloopt langs Neer'lands venn

Raadsels rond knoppergallen

Knoppergal op zomereik Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 351 De hittegolf is voorbij en de herfst klopt aan de deur. En hoewel gallen het jaar rond te vinden zijn breekt nu de tijd aan voor veel grotere blad- en knopgallen op eiken. Gister was dat al te goed te merken in Tilburg. Bladeren van zomereiken zijn gewoon zwaar van de duizenden satijnen knoopjesgallen, plaatjesgallen en lensgalletjes. En als er dan ook nog een paar galappels en stuitergallen tussen zitten wordt het helemaal een droevig gezicht. Maar de boom leidt er niet onder, in tegendeel. Het blad blijft gewoon groen ondanks het feit dat er een continue sapstroom richting de gallen en hun bewoners gaat. Nog opvallender zijn de duizenden knoppergallen op afgevallen eikels. Totaal verwrongen en vergroeide napjes omhullen het jonge eikeltje bijna geheel. Ook in deze gal leeft een larfje van een bladwesp. Over enkele maanden zal zij uitkomen en dan begint het grote raadsel. Galwespen op eik hebben altijd twee versch

Slakrups

Slakrups Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 350 Iedereen kent het, je ruikt wat, je ziet wat en meteen start een film uit het verre verleden. Geuren die doen denken aan een heerlijke maaltijd bij opa en oma,. Bessenstruiken die herinneringen oproepen aan een eerste keer meehelpen met de oogst en in al mijn  onhandigheid deze ook nog half geplet aangeleverd. Zo heb ik het ook met slakrupsen in augustus en september. Niet het nachtvlindertje die eerder vliegt maar juist de rups, Een echte fijnproever die gaat voor zomereik hoewel ze soms ook overstappen op beuk of Amerikaanse eik. Pootjes en kop zitten verborgen onder het lijf zodat het dier voor mogelijke predatoren niet lijkt op een smakelijke rups. Hoewel ik ze al jaren kende was het toch de Groen & Doen rupsencursus in 2014 die dit bizarre beestje voor altijd gekoppeld heeft aan mijn mede docent en internationaal bekend rupsen kenner Jeroen Voogd. Hij was het die mij wees op al die door sluipwespen van een ongewenst ges

900 beestjes

  Groene schaduwwants Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 349 Tuintellingen zijn helemaal in. Zeker in de heftige corona periode moesten we verplicht thuis blijven en dat gaf heel veel tijd voor uitgebreide speurtochten in de tuin. Vogellijstjes werden ingevuld, onkruiden geteld en passerende vlinders kwamen in de digitale lijsten. Sommige biologen pakten het nog serieuzer aan. Strooisel werd gezeefd om minuscule springstaartjes te vinden. Met klopnetten werd de klimop gegeseld om stofluizen en klimopkevertjes te zoeken. Maar ook na zonsondergang werd doorgewerkt. De batdetector ging aan en wat bleek? Niet alleen dwergvleermuisjes zagen onze tuin als ideaal jacht gebied maar ook laatvliegers en grootoorvleermuizen. Met de nachtvlinderlamp steeg echter het aantal waargenomen soorten explosief. Voor vlinders lukte het goed om alles te benoemen maar voor dwergcicades, sluipwespjes en vliegen werden kenners gezocht en gevonden. En na vijftien maanden tellen werd gisteravond het 90

Heide

Struikheide - Ballooërveld (Dr) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 348 De grote stille heide, romantiek geschilderd in paars met in het beeld ook een herder. Leunend op zijn staf, twee border collies aan zijn voeten, voor hem een zee van witte wolletjes. Helaas, dit beeld bestaat bijna niet meer. Gescheperde kuddes kunnen niet meer uit en de paarse heide blijkt een groot deel van het jaar gewoon bruinzwart. Tenminste als de vergrassing niet toegeslagen heeft. Dan is er niets anders dan een vlakte met wuivende pijpenstrootjes en bochtige smele. Gelukkig zijn er nog steeds gebieden waar de heide in augustus gewoon paars kleurt. Het Balloërveld, de Sallandse Heuvelrug en de Hoge Veluwe zijn maar enkele voorbeelden. Ruim 5500 jaar geleden was er echter helemaal geen heide. Alleen op open plekken in het eiken-berkenbos waren wat plukjes struikheide te vinden. En op de groeiende hoogvenen in het noorden en oosten was dopheide aanwezig. Pas toen de eerste landbouwers het bos gingen

Zomeracademie insecten

Zomeracademie insecten Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 347 Natuurbeleving door intensieve natuurstudie. Leren kijken en herkennen. Twee doelen die in elke veldcursus weer terugkomen. Deze week was dat de Veldcursus Drentse Insecten voor de Seniorenacademie Noord-Nederland . Een gezelschap van bijzonder gemotiveerde lieden verdiepten zich drie dagen in de wonderlijke materie van de entomologie. Springstaarten ontdekkend die geen insecten bleken te zijn. Mijnwerkers volgend op hun smakelijke tocht tussen boven- en onderkant van een blad. Fanatiek staan schudden aan een boom en dan alles wat er uitvalt opvangen in een klopnet. En dat alles met voortdurende de kreet: "POTJE!!!" gevolgd door een triomfantelijk gezicht als weer een nieuwe kever, graafwesp of zweefvlieg gevangen was. Dat er af en toe wat ontsnapte bleek een opluchting. Niet nog meer variatie, nog meer nieuwe soorten. Ondertussen werden verhalen verteld over onzichtbare relaties tussen insecten en hun om

Groot wild Hoge Veluwe

Sikkelsprinkhaan Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 346 Wat is er mooier dan een verjaardag besteden met je lief in een fantastisch natuurgebied. De Hoge Veluwe is bijna net zo oud als het Kruger Wildpark maar tientallen keren kleiner. Geen leeuwen en vooral geen wolven want daar is de beheerder letterlijk allergisch voor. De natuur zou eens zijn gang kunnen gaan en de kostbare mouflons tot schapenboutjes reduceren. We zien echter geen groot wild waar al die fietsers voor komen. Duizenden sporen van zwijn, hert en ook dat vereerde maar geïmporteerde wilde schaap vertellen dat na sluitingstijd het een drukke boel is in het park. Maar ander groot wild is er wel te zien. Vele gras etende blauwvleugelsprinkhanen schieten voor onze voeten weg. Mijn lief rent er achteraan om ze vast te leggen in bits en bites maar zonder resultaat. Knopsprietjes willen ook al niet meewerken maar met een trage heer sikkelsprinkhaan hadden we meer succes. Een prachtige carnivore sabelsprinkhaan was e

Wilgenroosje

  Wilgenroosje Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 345 Hoe vaak ik gevraagd ben om het verschil uit te leggen tussen een mot en een nachtvlinder? Ik zou het echt niet weten, honderd keer? honderdvijftig? En dat terwijl het feitelijk synoniemen zijn. Veel lastiger wordt het met een wilgenroosje maar daar komen nooit vragen over. En toch staat het woord voor twee totaal verschillende en niet verwante organismen. Als ik vervolgens vertel dat wilgenroosjes in zomer en winter te vinden zijn kijkt u mij waarschijnlijk wat glazig aan. Velen kennen wilgenroosje als prachtig paars bloeiende zomerplant op kapvlaktes of droge, vroeger beboste, bermen. De naam komt van de blaadjes die op wilgenblad lijken. Roos slaat uiteraard op de bloem maar hoe daar een roos in te zien blijft voor mij een raadsel. Ook het vruchtpluis lijkt wel wat op wilgenvruchtpluis. Na de bloei sterft de plant af. Ondertussen staan haar opvolgers al te trappelen van ongeduld om gezien te worden. Zodra de herfst inva

Scarabee

Mestkever Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 344 De oude Egyptenaren hadden een complete menagerie van bezielde dieren. Van ibis tot jakhals, alles leek wel een plek gekregen te hebben in de godenwereld. Vaak waren het goden in dierengedaante, soms is de betekenis minder duidelijk. Wat te denken van al die duizenden gemummificeerde katten? En misschien wel de meest bijzondere was de heilige scarabee. Men dacht dat zij spontaan ontstonden uit mestballen. Niemand wist toen nog dat er eerst eitjes in gelegd waren en vervolgens de larven uitgroeiden tot volwassen kevers. Scarabeeën waren gewijd aan Chepri die elke ochtend zijn werk deed door een zon te scheppen. Hollandse mestkevers doen het toch wat anders. Zij zijn geen pillendraaiers maar meer knikkervormers. Brokjes paardenmest of zelfs konijnenkeutels worden begraven voor hun nageslacht. Zelf hebben ze voldoende aan wat mestvocht en af en toe een klein knabbeltje. Na jaren van tegenspoed gaat het nu weer wat beter met deze b

Bont schaapje

Bont schaapje Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 343 Wandelend over de Veluwe kun je natuurlijk spieden naar wilde zwijnen. De lucht afspeuren naar overvliegende raven. Of de bomen checken op alle soorten Hollandse spechten. Maar wat ons vandaag vooral opviel was de gigantischer drukte op de zandpaden. Miljoenen voetjes stampten door het verregende zand. Af en toe omwegen makend als er teveel Rijngrint in de weg lag of als er een spoelvlakte overgestoken moesten worden. Van de allergrootste waren alleen sporen te vinden: edelherten, reeën en varkens. Mestkevers waren met honderden bezig om paardenpoep te vergruizelen. Steeds een hapje er af knauwend en deze begravend als snoepje voor de kinderen. Rode bosmieren renden er wat doelloos tussendoor. Uiteraard zullen zij ook onderweg geweest zijn maar naar wat bleef een raadsel. En toen was daar een bont schaapje. Wat vertwijfeld vastgeklemd aan een gevallen en reeds bladerloze tak. Midden op het pad en zonder enige beschutting vo

Wespspin

  Wespspin Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 342 Wie kan het zich nog herinneren? Een Nederland zonder eikenprocessierupsen, zonder wespspinnen en zonder marmergrondels. En toch is het nog geen achttien jaar geleden dat de eerste marmergrondels Nederland bereikten vanaf de Donau en dertig jaar geleden dat de eerste nesten van eikenprocessierupsen gevonden werden. Wespspinnen waren toen al tien jaar in Limburg gevestigd en hebben sindsdien zandig en venig Nederland verovert. Van enige menselijke hulp was geen sprake. Marmergrondels profiteerden van het nieuw Donau - Main kanaal en eikenprocessierupsen van keurig in lange rijen geplante eikenbomen. Voor de geel-zwart gestreepte spin waren er alleen hun acht pootjes en wat hulp van de wind voor de allerkleinsten. Nadat ze in het voorjaar uit hun urnvormige huisje gekropen zijn laten ze zich aan lange draden meevoeren door de wind. Uiteraard gaat dit wel op hoop van zegen want volwassen wespspinnen zijn nogal kieskeurige eters.

Jagers van de nacht

  Ruige dwergvleermuis (Wikipedia) Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 341 Als huisbioloog van een periodiek krijg je soms de leukste onderwerpen voorgeschoteld. Vandaag mocht ik voor Noorderland een artikel schrijven over jagers van de nacht. Van mijn lief begreep ik dat het familieleden van graaf Tel zijn. Helaas ben ik nooit een Sesamstraat kijker geweest en wist dus ook niet fat vampiers zich bezig hielden met tellen van appels of andere zaken. Zelf heb ik vleren leren kennen als overwinteraars in mergelgrotten, als jagers boven de tuin en zomerse slapers op kerkzolders. Veel geluid lijkt er niet uit te komen totdat je een batdetector aanzet. Dan blijkt het een oorverdovend geratel in het ultrasone spectrum. Omdat ze in  het nachtelijke duister niet veel aan hun leuke kraaloogjes hebben moeten ze het wel met geluid doen. Uiteraard om met elkaar te kunnen communiceren maar ook om met een geavanceerd sonarsysteem prooien ter grootte van een mug te kunnen opsporen. Tenminste

Unieke vondsten miljoenenlijn

Links muurhooiwagen, rechts steenabrikoosjeskorst Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 340 De laatste dag van alweer een fantastisch mooie Veldcursus bracht ons naar de Piepert, een buurtschap bij het Zuid-Limburgse Eys. Biologen  kennen de Piepert als een uitgekomen droom. Kalkrijke bronbossen met kleine kaardebol, groot moerasscherm en reuzenpaardenstaart passen als puzzelstukjes in hoger gelegen kalkgraslanden met paarse betonie. Liefhebbers van oeroud stoomvervoer zoals mijn bonuszoon Tijs zijn hier wel eens door gereden  zonder te weten welke biologische schatten letterlijk onder de wielen van het treintje te vinden zijn. Voor dit miljoenenlijntje van Schaesberg naar Simpelveld is ooit meer dan een miljoen gulden per aangelegde kilometer betaald. Negentig jaar later staan onze cursisten met hulp van docent Niels Kimpel te kijken naar unieke wezens die in of op deze miljoenen hun thuis gevonden hebben. Het begint al met de steenhooiwagen. Een beetje onooglijke spinachtige m

Tijd om te ruien

  Zanglijster, bosuil, buizerd Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 339 Geleidelijk wordt het steeds duidelijker hoe vogelveren ontstaan zijn. Vanuit een holle haar met wat borstels ontstonden ingenieuze vormen die gezamenlijk een belangrijke hol hebben bij vliegen, pronken of gewoon lekker warm blijven. Meer dan 180 miljoen jaar geleden liepen de eerste gevederde dieren rond, ver voordat de eerste het luchtruim kozen, Maar haren, en dus ook veren, blijven erg gevoelig voor slijtage. Regelmatig inruilen voor nieuwe exemplaren is dan ook van levensbelang. Zoogdieren nemen de tijd om hun volledige pels vervangen te vervangen. Vogels moeten één keer per jaar ruien om in de lucht te blijven maar ook om al teveel aanstoot gevende kleuren na de baltstijd kwijt te raken. De meesten doen het na de broedtijd, vanaf half juni tot eind augustus. En dat betekent dat er nu veel leuke veren te vinden zijn. Niet alleen van grote soorten als uilen en roofvogels maar ook van kleinere soorten. V

Pieters flora

Kalketrip, Pietersberg Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 338 Met dank aan de Nederlands-Belgische oorlog, bijna twee eeuwen geleden, hebben wij één gouvernement, een heus middelgebergte en een een enorme berg restanten uit een oerzee erbij gekregen.. Zuid-Limburg blijft echter meer buitenland dan Nederland. Het vlakke land aan zee is hier letterlijk scheef gezet door de botsing van het Afrikaanse continent en Europa. Met het omhoog komen van de Alpen is ook dit gebied opgetild. En die stijging gaat nog steeds door. Hoewel de Pietersberg inmiddels een holle kies is dankzij de ENCI zullen de randen over duizend jaar tientallen meters hoger liggen dan nu. Op deze randen groeien nu uiterst bijzondere planten. Zonneroosjes, zo gewoon in de Ardennen en zo uniek in Nederland. Maar ook kalketrip bloeit er in augustus. Een uiterst merkwaardige knoopkruid die je eerder zou verwachten in de gortdroge maquis van Griekenland. Elke zichzelf respecterende geit of schaap zal er aan voorbij

Zomerse kalkgraslanden

  Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 337 In de verzengende hitte sjokt een groep cursisten van de Veldcursus flora Fauna tegen de hellingen van de Gulp bij Slenaken naar boven. Onder hun voeten knispert gortdroog hooi. Van de ongekend fraaie bloemenpracht is weinig over maar voor de kenners laat het landschap zich lezen als een prentenboek. Langs het riviertje groeien hoge populieren versierd met maretak. Een halfparasiet waarvan je nergens anders zoveel ziet als rond Slenaken. Een tiental meters hoger hangen de blauwe sleepruimpjes langs het pad. Maar de aandacht gaat vooral naar de kalkgraslanden. Hier op de Limburgse mergel is het begin augustus een witte zee van wilde peen. Maar ook marjolein, knoopkruid en biggenkruid staat nog in bloei. Alle grassen zijn uitgebloeid, de orchideeën hebben zich teruggetrokken onder de grond. Een paar weken geleden waren dit botanische kroonjuweeltjes, een aanrader om eens te bezoeken. 

Azië en Australië op het laken

Links de Oost-Aziatische cicade Hishimonus hamatus, rechts de Australische Rhyzobius forestieri Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 336 Ik heb al vaker geschreven over bijzondere tuinwaarnemingen. Het blijft altijd de vraag of ze werkelijk zo bijzonder zijn. Ons binnenstadmilieu is ideaal voor warmte minnaars uit verre oorden maar juist daar zijn er maar weinigen gespitst op het allerkleinste. Velen noteren nacht na nacht vlinders maar ook zweefvliegen scoren hoog op de schaal van interesse. Hoe leuk het kan zijn om zoveel mogelijk te noteren bleek ook gisteravond weer. Twee continenten melden zich ongevraagd op het nachtvlinderlaken. Australië en Azië mengden zich tussen honderden Europeanen of reeds ingeburgerde Aziatische veelkleurige lieveheersbeestjes. Cicade kenner Marco de Haas ging een dag later bijna uit zijn bol toen hij een foto van een Japans-Chinese dwergcicade met de prachtige naam Hishimonus hamatus zag. Formeel moet er nog wel een "cf-je" (cum forma,

Atalanta drama

Atalanta Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 335 Half acht in de ochtend. De zon begint al warmte te geven en voor ons is het afscheid nemen van de nachtelijke koelte. Terwijl we genieten van een heerlijk tuinontbijtje kijken we naar onze bijenhotels. De tronkenbijtjes zijn nog niet actief maar een ander insect heeft ontdekt dat hier ook een fijne zonnebank te vinden is. De vleugels helemaal plat tegen het geteerde dakje, het lijfje tegen het hout gedrukt. Een atalanta, die hoopt te genieten van een prachtige dag, laat zich strelen door de eerste zonnestralen. De antennes beginnen rustig te bewegen. Misschien vangen ze eerste geurmoleculen van de vlinderstruik op. Aan haar of zijn kleurenpracht is te zien dat ze nog maar kort geleden pop was. Opgegroeid op een Hollandse brandnetel en in enkele weken omgebouwd van rups naar vlinder. In de komende weken is het vooral veel drinken en daarna op weg naar het verre zuiden. In haar kop zenuwknoop is de route al geprogrammeerd. Recht

Kastanje salade

Kastanjemineermot, links en rechts van de hoofdnerf rupsen in het bladmoes Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 334   Ik ben de tel kwijt geraakt als het gaat om aan te geven hoe vaak ik gevraagd ben wat de zin van een plant of dier in de natuur is. Wij mensen menen dat nut alleen maar bestaat als wij er iets mee kunnen terwijl het in de natuur gewoon eten en gegeten worden is. Producenten worden begraasd, grazers worden bejaagd en zo wordt de door de plant vastgelegde energie doorgegeven. Sommigen zijn selectief, anderen zijn alleseters. Zelfs iets wat totaal oneetbaar lijkt wordt gegeten, het giftige Jacobskruiskruid is daar een goed voorbeeld van. Passiebloemen zijn net zo giftig maar ook zij hebben een vlinderfamilie waarvan de rupsen graag hun blad eten. Alleen planten die door de mens uit hun natuurlijk biotoop meegesleept zijn worden niet of nauwelijks gegeten. Hun nut lijkt er alleen voor ons te zijn. Maar laat ze rustig staan, op een gegeven moment begint er wel iemand

Kauwtjes feest

Kauwtjes Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 333 Jaren geleden schreef ik eens een blog over het kraaiencafé. Lucht verduisterende wolken van roeken en kraaien die vanuit Groningen over Haren trokken en in de wintermaanden zich verzamelden langs de spoorlijn richting Zwolle. Samen met een hels kabaal leek het elke dag of het einde der tijden aangebroken was. In het Tilburgse hebben we geen kraaiencafé maar een kauwtjesfeest. Het begint met enkele paartjes die zich verzamelen in de moeraseiken achter ons huis. Al snel worden het er tientallen, honderden en op sommige dagen duizenden. Geen winterverschijnsel maar midden in de zomer. Maar eigenlijk lijkt het wel wat  op elkaar. De broedtijd is afgelopen en kauwtjes beginnen vanuit hun nestlocaties uit te zwermen. Steeds weer nieuwe voedsellocaties zoekend. Als echte kraaien zijn het alleseters die ook nog eens een geweldig leervermogen hebben. Vuilnisbak, hondendrol, een pas geoogste akker waar nog wat graanresten liggen, alles i

Het verhaal van Rana

Gastspreker Rana, één van onze bruine kikkers Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 332 "Beste lezers van de blog weddenschap van Kees! Ik ben Rana en wat leuk dat ik vanavond mijn verhaal mag vertellen en dat terwijl zijn fotograaf mij niet op m'n mooist aangetroffen heeft. Toen Annelies mij zag zitten op de groene troon zat er nog een witte haar op mijn prachtige springpoot. Jullie moeten namelijk weten dat er in hun tuin een reus leeft. Zijn of haar, daar ben ik nog niet achter, enorme lijf heeft vier reusachtige pilaren nodig om op te kunnen steunen. En elke keer als de reus mij ziet geeft ze mij met één van deze wit behaarde poten een enorme optater. Wat daar nu leuk aan is begrijp ik ook niet en probeer dus maar met een kampioensprong  in veiligheid te komen. Tot nu toe ben ik er zonder al te zware verwondingen afgekomen maar die rottige haren van de reus blijken erg plakkerig. Gelukkig kan ik altijd uitrusten in de vijver waar ik vorig jaar geboren ben. Van die h

Blauwe virusinfectie

Ruwe pissebed, de linker gezond, de rechter doodziek Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 331 Iedereen kent ze: pissebedden. Mini tankjes die overdag onder stenen en stronken schuilen. 's Nachts gaan ze aan de wandel en genieten dan van dood plantenmateriaal. Rustig malend verpulveren ze het tot hapklare brokjes. Ademhalen doen ze met een soort van kieuwen onder hun pantser. Dat is ook de reden dat ze niet willen uitdrogen, ze komen dan letterlijk in ademnood. Vijf soorten zijn algemeen maar in kleigebieden komen er veel meer voor. In deze waslijst staat echter geen blauwe pissebed. En toch zijn deze in elke tuin wel eens te vinden. Nooit in grote aantallen, net als op deze foto zijn het vaak eenlingen tussen ruwe pissebedden en kelderpissebedden. En feitelijk horen ze ook bij deze twee soorten, deze blauwe is duidelijk een ruwe pissebed (te zien aan het gepukkelde rugpantser). Het is geen kleurvariant maar een zwaar zieke patiënt. Hij of zij is aangetast door IIV-31 virus.

Paardenbijter

Paardenbijter, man Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 330 Een stadstuintje met een mini vijvertje is niet bepaald een locatie waar je wolken libellen verwacht. Vuurjuffers uiteraard wel, die nemen genoegen met slechts enkele vierkante meters vocht voor hun kroost. Een lantaarntje kan ook nog maar de steenrode heidelibel van vorige week was slechts een voorbijgaande bezoeker. De paardenbijter is een totaal andere bezoeker. Meestal trekken ze in de late zomer als zwerm vraatzuchtige jagers over zandpaden maar onze paardenbijter is een eenzame man. Al enkele dagen komt hij geregeld langs. Even op de uitkijk zitten en dan razendsnel toeslaan. Een vlieg of een kleine vlinder is zijn prooi. Waar hij uitgeslopen is? Het moet in ieder geval een watertje zijn met een rijke moerasvegetatie. De stadsvijvers vallen allen af, deze hebben alleen riet langs de oever. Een optie zou de stilstaande en fraai begroeide sloot op het nieuwe Spoorpark kunnen zijn. Een andere optie zijn de vennen va

Vliegende uitdaging

Midden akkerdistelboorvlieg, l.o.Macroceras phalerata;  r.o. Palloptera muliebris Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 329 Je bent klein en wilt toch duidelijk zijn. Opvallen tussen al die grote jongens valt al niet mee en als er dan ook nog een boodschap overgebracht moet worden sta je voor een uitdaging. Knallende kleuren is natuurlijk een optie maar die kan je niet gebruiken in een bloemenveld. Wat wel werkt is kleur combineren met beweging en dat blijkt voor allerlei vliegen een perfecte optie. Spreken in symbolen die alleen begrepen worden door de eigen soort want anders krijg je maar rare misvattingen. Het begint met een zwart of bruin lijnenspel op doorzichtige vleugels. Dan is het vervolgens zaak om een opvallend plekje op te zoeken en het spel kan beginnen. Ritmisch zwaaien, wenken, draaien, alles wordt ingezet. Wenkvliegjes zie je dit vaak doen op bramenbladeren, boorvliegen gebruiken soms bloemen als podium. Het aantal boodschappen blijft echter beperkt tot "Rot

Hallo meneer Plakker

Plakker, een fraaie heer Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 328 Sommige ontmoetingen vergeet je direct, anderen blijven je altijd. Zoals die boze olifant die eens opdook vlak voor mijn VW busje vol met gasten die voor het eerst op groot wild safari waren. Maar wanneer ik mijn eerste koolmeesje bewust gezien heb? Geen idee, die ontmoeting zal ergens rond mijn vijfde geweest zijn. Maar ontmoetingen met heren Plakkers zijn gewoon niet te vergeten. Elk jaar, eind juli / begin augustus voeren ze dezelfde show op. Net alsof het weer de eerste keer is. Voor hun is dat ook zo, voor mij is het elke keer weer genieten als deze heer mij aanstaart met twee grote bolle ogen. De enorme voelsprieten wapperend boven de kop en zich richtend op dat enorme voorwerp wat voor hem staat. Geen vlinder in Nederland heeft zulke mooie antennes. Plakkers zag je vroeger vooral op de Veluwe maar ze hebben zich enorm uitgebreid. Een sterke lamp 's avonds is voldoende om een goede kans te maken op plak