Doorgaan naar hoofdcontent

Gore stinkerds

Groene schildwants

Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 359

In de natuur is het eten of gegeten worden. Ook onze verre voorouders stonden geregeld op het menu van Afrikaanse leeuwen of in latere tijd van een verstoorde holenbeer. Wij ontwikkelden wapens en het gebruik van vuur om ons te verdedigen maar als je dat niet kunt of hebt moet je wat anders verzinnen. Pantserplaten, stekels of een dikke bast zijn natuurlijk zeer effectief maar dat vergt wel een enorme investering in materiaal en gewicht,. Veel eenvoudiger en minstens zo goed is chemische oorlogvoering. Planten zijn ermee begonnen. Oneetbaar worden door toepassingen van bittere stoffen op zelfs zware vergiften. Omdat knagers hier steeds beter bestand werden betekent dit een oneindige wedloop. Het kan ook anders. Tijm, hondsdraf en marjolein ruiken en smaken gewoon vies. Met name zoogdieren zijn daar bijzonder gevoelig voor. Lekker stinken blijkt effectief. Grote gore stinkers hebben we in Nederland niet, daarvoor moet je in Amerika op zoek naar een skunk. Maar we hebben wel kleine stinkerds. Wantsen bijvoorbeeld. Als een groene schildwants over bramen gewandeld heeft proef je dat dagen later nog. En neem er eens één in de hand. De geur afwassen lukt nauwelijks. Wat mij betreft krijgt dit prachtige insect de eerste plaats in de grote stank wedstrijd. De tweede plaats is dan voor de kleine berkenwants. Massaal zijn ze nu te vinden in en rond berken. Na wat wind zie je soms zwermen op het raam zitten. Even je neus erbij houden, desnoods even wat met de hand wapperen en genieten maar!



Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak