Doorgaan naar hoofdcontent

IJstijd souvenirs

Kraaiheide

Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 361

Morgen mag ik een  studiedag over ijstijd souvenirs gaan verzorgen voor de Vrije Academie. Geen zwaar beladen onderwerp over tonnen hunebedstenen en kilometers lange stuwwallen. Ook dekzanden en pingo'ruïnes komen maar zijdelings aan bod. De groene draad is wat er nu leeft, bloeit of rond scharrelt in de natuur. Fossiele stuifmeelresten en micro fossielen vertellen wat er toen was en dat kunnen we vergelijken met het heden. Hebben we in Nederland na meer dan 10.000 jaar nog levende souvenirs? Hoort de Noordse woelmuis daar bij? Al zijn soortgenoten leven in noordelijke streken maar onze noordse woel heeft zich ontwikkeld tot een genetisch herkenbare Hollander. In Drentse heidevennen leeft nog een soort geelgerande waterkever met een ijzige voorliefde. Direct na het terugtrekken van het landijs zal deze in Nederland gearriveerd zijn maar op of onder het ijs kan het beestje niet leven. Kraaiheide dan. Voorkomend vanaf Nederland tot ver in Scandinavië. Die was er in ijzige tijden ook al maar zal zeker niet op de altijd bevroren permafrost gegroeid hebben. Dennenbossen kiemden in de ontdooiende toendra zoals ze nu ook nog groeien in Siberië. Maar fatale bosbranden rond 7000 jaar geleden heeft de laatste wilde den definitief verast. Alles wat er nu staat is na 1500 aangeplant door onze voorouders. Dus ijstijd herinneringen hebben we zeker. In ons landschap overal te herkennen. Maar levende nazaten uit die periode zijn met de mammoeten en wolharige neushoorns verdwenen.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak