Doorgaan naar hoofdcontent

Groene kroonjuwelen van Haren deel 5, Appèlbergen


Appèlbergen
Appèlbergen, zoals het uitgesproken behoort te worden, mag met het recht de titel groen kroonjuweel van Haren dragen. Waar eens de schapen van Onnen graasden en later Hollandse soldaten op appèl stonden ligt nu  een natuurreservaat. Hoogveen begint weer te groeien in de veentjes, de heide ontwikkelt zich voorspoedig en het vroegere geriefbosje is inmiddels uitgegroeid tot een eikenberkenbos.

Mol
Dromerig weerspiegelen bomen in het zwarte water. De lucht voelt aan als zomer, de bomen en de paddenstoelen laten echter zien dat de herfst begonnen is. Appèlbergen is voor wie er oog voor heeft als altijd vol leven. Hoewel? Op het pad ligt een zwart, glanzende bontje, een handje uitgestrekt naar een grasspriet. Een mol heeft hier zijn laatste adem uitgeblazen. Voor hem of haar het einde van een duister bestaan, voor de vier Doodgravers het begin van een feestmaal. Zonder zich iets aan te trekken van de vele teken die op zoek zijn naar een nieuwe gastheer wordt er hard gewerkt om de mol klaar te maken tot lunchpakket voor jonge doodgravertjes.
Doodgraver, Appèlbergen
Bij het Grote Veen stekende laatste heidebloempjes kleurig af tegen de bruine heide. Gagelstruiken priemen donkergroen uit het vergeelde veld van Pjpenstrootje. Erboven hebben de libellen het druk. Houtpantserjuffer, Steenrode Heidelibel en vooral veel Zwarte Heidelibellen. Met grote ogen speurend naar vliegjes die onbekommerd rond lijken te vliegen. Af en toe even zittend, de kop voortdurend draaiend om met de tientallen facetoogjes scherp te stellen. Dan een snelle duikvlucht, een hap en de maaltijd is binnen. Lastig is wel dat er ook andere mannetjes Zwarte Heidelibellen voortdurend elkaars territorium binnendringen. Daar moet natuurlijk fors tegen opgetreden worden en dat gebeurt dan ook door zo snel mogelijk op elkaar af te vliegen. Een botsingen lijkt onvermijdelijk maar op het laatste moment zwenkt de indringer toch de andere kant op.
Zwarte Heidelibel, ons recht aankijkend

Appèlbergen, velen komen er van genieten en dat maakt dat zeldzame planten als Blauwe Knoop het moeilijk hebben. Maar als je als plant, paddenstoel of vogel buiten de gebaande paden blijft is er niets aan de hand. Rode koolzwammen, tientallen Russula's en Melkzwammen, het bos staat er vol mee. En dan blijkt pas hoe rijk Appèlbergen is. Heide en hoogveensoorten, paddenstoelen van droge eikenbossen en zelfs soorten van lemige grond. Appèlbergen is met recht een groen kroonjuweel van Haren.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak