Doorgaan naar hoofdcontent

Bedafs natuurgeweld

Bedafse bergen, 25 meter hoge wal van stuifzand
Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 256

Het leuke van lange afstand wandelpaden is dat je in totaal onverwachte nieuwe natuurgebieden komt. Voor sommigen is dat het dal van de Drentsche Aa, voor mensen zoals wij waren dat gister de Bedafse Bergen. Letterlijk een WOW ervaring. Lopend over Brabantse zandpaden en het Langste Natuurpad volgend stonden we letterlijk sprakeloos toen we het naaldbos uitkwamen en oog in oog stonden met de Bedafse bergrug. Bedaf is niet meer dan een klein gehucht west van Uden. Drieduizend jaar geleden werd hier de eerste landbouwgrond ontgonnen. Veel zal het niet opgebracht hebben. Dekzanden uit de laatste ijstijd en opgestoven vanuit de Noordzee gaven wel droge voeten maar weinig vruchtbare grond. Geleidelijk groeide de bevolking en in de Middeleeuwen bereikte het gebied haar maximale capaciteit. Steeds meer schapen en runderen graasden op de inmiddels met hei begroeide en eens beboste vlakte. Hoeven trapten de zode kapot, karren groeven zich diep in het zand. Met herfst en winterstormen werd steeds meer zand weggeblazen. Uiteindelijk groeide er niets meer en ontstond een ruim 25 meter hoge wal van stuifzand. Enkele honderden meters lang en elk zicht op alles wat oostelijker ligt ontnemend. Wie de Loonse en Drunense Duinen of het Kootwijkerzand kent weet dat er qua oppervlak grotere stuifzanden overgebleven zijn uit deze stoffige tijd. Maar nergens zijn dergelijke stuifduinen op deze hoogte overgebleven.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak