Doorgaan naar hoofdcontent

Expeditie Rups


Het Groningse Westerkwartier, eens een veengebied waar zee en mens hun tanden ingezet hebben. Verdronken zandruggen lagen na eeuwen weer aan het oppervlak en werden bebouwd met lange linten van dorpen. Nu, in 2014, is vrijwel alles ontgonnen en verkaveld op enkele kleine groen-paarse pareltjes na. De Jilt Dyksheide (noordelijk van Marum en zuidelijk van Opende) is daar één van. Een rechthoekig stukje hei, omgeven door houtwallen en doorsneden door een raster voor een gezellige kudde landgeiten.

Op 6 september was dit de locatie voor een bijzondere opvoering van de expeditie "Rups". Een bont gezelschap leek wel een verstilde dans op te voeren. Enkele passen voorwaarts, dan diepzinnig staren naar het groen en vervolgens kwam het tromgeroffel. Kleine kringen vormden zich, schermen klapten open en met brede armgebaren werden bomen en struiken beklopt en beroerd. Vroege herfstbladeren verzamelden zich achter oren en brillen maar daar bekommerden de spelers zich niet om. Even later werd eerbiedig voor het laken gebogen en zodra de kreet "RUPS" klonk ontstond een warrelende kluwen van armen, benen en vooral lenzen.


Dit was geen toneel maar de laatste excursie van de Groen en Doen rupsencursus. Deelnemers uit de drie noordelijke provincies hadden zich in het voorjaar met rupsenkenner Jeroen Voogd stevig voorbereid op deze dag. Dankzij de welwillende medewerking van Staatsbosbeheer hadden ze een perfect oefenterrein voor het verder uitbreiden van hun rupsenkennis gekregen. En het resultaat mocht er zijn: 23 soorten rupsen werden gezien. De ruimte ontbreekt helaas om ze allemaal voor te stellen en ik beperk me tot een selectie met enkele vertegenwoordigers van alle gevonden vlinderfamilies.
Bruine grijsbandspanner, op Grauwe Wilg

Hagedoornvlinder, op Berk
Porseleinvlinder, mogelijk op Eik

Spanners waren overal te vinden. Vaak als jonge rupsjes van maar enkele centimeters groot maar toch ook enkele grotere exemplaren. Als ze vanaf hun tak op het gespannen laken vallen demonstreren ze meteen hun naam. Rekken en strekken kunnen ze als de beste, helemaal opgespannen tot ze niet verder kunnen reiken en dan in een mooie krul het lijf meetrekkend naar voren. Bruine Grijsbandspanners zijn echte wilgeneters, de Witte Grijsbandspanner houdt meer van Berk. Maar er zijn ook bijna alleseters als Hagedoornvlinders en Porseleinvlinders. Als vlinder al spectaculair mooi maar als rups zijn ze ook bijzonder fraai getekend.

Psi-vlinder, op Berk

Donkere marmeruil, op Pijpenstrootje

Vertegenwoordigers van de, in Nederland, vrijwel even grote uilenfamilie waren er bar weinig. Helemaal op het eind van de tocht plofte een Psi-vlinder uit een Berk. Spectaculair bont gekleurd maar helemaal bizar is de in elkaar gedraaide haartoef achter de kop. En dat alles zonder dat er gel aan te pas komt om alles in vorm en rechtop te houden. De reden van deze maffe uitdossing is te vinden bij zijn grootste vijand: de koolmees. Een gladde rups is vele malen makkelijker door te slikken dan deze haarbal. Zoals bijvoorbeeld het kleine rupsje van de Donkere Marmeruil. Maar die is weer nauwelijks te vinden tussen hoge pollen van Pijpenstrootje. Ook voor ons was dit echt een toevalstreffer.

Wapendrager, op Berk

Donkere Wapendrager, op Wilg / Populier

Donkere Wapendrager met Eulophus lavarum, een sluipwesp

Tandvlinders lijken op het eerste gezicht wel wat op uilen. Groot en stevig behaard maar als vlinder altijd zonder de kenmerkende uilvlekken en vrijwel altijd met een stukje achtervleugel die in rust als tandje tussen de gesloten voorvleugels uitkomt. Wapendragers worden in september veel gevonden. Ze beginnen hun leven vaak in een creche en pas als ze goed op lengte zijn zwerven ze uit. Eik en Berk vinden ze uitstekend te eten. Langs het lange pad, naast het afgerasterde geitenperceel, werden ook nog twee rupsen van de Donkere Wapendrager gevonden. De rups heeft een voorkeur voor populier, die hier overal opschiet, maar werd mogelijk gevonden op wilgen die er naast stonden. Er zijn er twee die veel op elkaar lijken, de Bruine heeft echter twee zwarte stippen op het achterlijf. Ons tweede exemplaar lag er wat sloom bij, mogelijk was hij (of zij) toe aan een vervelling. Maar dat zou slecht gaan aflopen. Op de rups zat een sluipwesp (Jeroen Voogd herkende de soort als Eulophus lavarum) te wachten tot de vervelling achter de rug was. Dan is de rups zacht genoeg om een ei af te zetten en haar jong te voorzien van een wandelende voorraadkast levend vlees. Helaas, deze rups zal nooit vlinder worden.

Hageheld, op struikheide

Donsvlinder, op Eik

Slakrups op Eik

Al speurend en kloppend werd nog veel meer gevonden. Piepjonge Hageheld rupsjes bijvoorbeeld. Net bezig met hun eerste maaltijd van struikheide blaadjes en nog niets vermoedend van de lange winter die voor hun ligt. De Donsvlinders waren al goed op formaat. Het zijn Spinneruilen die zich voeden met blad van allerlei loofbomen. Geen echte fijnproevers zijn het. De bizarre Slakrups heeft  wat dit betreft meer pretenties, alleen eikenblad is goed genoeg. Aan de "tandjes" rondom het lijfje is goed te zien dat het een jong dier is, tijdens latere vervellingen zullen deze verdwijnen.

Vrijwel iedereen heeft wel wat met vlinders maar zolang ze nog jong zijn worden ze nauwelijks opgemerkt. Ga er eens naar kijken en sta versteld van de enorme variatie.









Reacties

  1. Hoi kees, dat ga ik toch eens doen ,tjonge wat 'n soort rupsen zijn er. Je heb dit mooi laten zien.
    Groet Kees

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. als je eenmaal begint met zoeken wordt het steeds leuker. Woensdag op jacht naar de Dennenpijlstaart; spannend of het nu eindelijk gaat lukken

      Verwijderen
  2. Hoi Kees, er zitten prachtige exemplaren tussen. Vandaag zag ik kleine rupsjes (geel/groenig met bruine kop) op de rand van een blad. Ze aten samen het hele blad kaal. Weet jij misschien om wat voor een soort dat gaat?
    groeten, Gonnie

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. stuur maar even een foto Gonnie naar Natuurpresentaties; dan kijk ik morgen wel even. Je beschrijving lijkt echter op larven van bladwespen

      Verwijderen
  3. ik zie hier rupsen die ik nog nooit gezien heb.
    Weer een heel interessant en leerzaam blog Kees.

    Groetjes, Helma

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Een mooie en boeiende blog over rupsen Kees.
    Echt zo'n blog die je uitnodigt om er zelf ook eens extra naar te zoeken,
    prachtige exemplaren laat je hier zien. Regelmatig vind ik de rupsen minstens
    zo mooi als de vlinders die er later uit voortkomen.
    Dank voor je rupsencollege.
    Natuurkieker Coby

    BeantwoordenVerwijderen
  5. ik hou van natuur en reizen. ik denk dat ik hier zeker aan mijn trekken zal komen!
    succes met jouw mooie blog!
    groetjes en tot ziens, Hilde

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak