Doorgaan naar hoofdcontent

Vreemde snuiters

Vreemde snuiters heb je overal. Soms gehuld in stemmig grijs of zwart maar uitbundig kleurrijk kan ook. Altijd op een vegetarisch dieet wat echter niet altijd even gemakkelijk bereikbaar is. Daar hebben ze echter wat op gevonden: een enorme boor die ze niet in hun broekzak maar bovenop hun hoofd meedragen. Dat deze snuitkever er altijd wat hilarisch uitzien deert hun niet, functioneel is het wel.







Tijdens een cursusavond voor Groei & Bloei afdeling Veenendaal kwam tijdens het spreekuur van de "plantendokter" een exotische snuiter op tafel. Een potje vol, krap 3 millimeter grootte, Stokroossnuitkevers, net uitgekomen uit hun poppenwieg in de zaden van deze plant. Allen voorzien van een grije beharing en oranjerode pootjes. Even wat beter kijkend viel het op dat er zowel kortsnuiters als langssnuiters tussen zitten. De heren kunnen toe met een kort boortje omdat zij vooral van sap leven. Dames moeten echter ook eieren afzetten en dat gebeurt alleen in de zich ontwikkelende zaden van de stokroos.

Zaad van stokroos waar de jonge kever uit gekropen is. Ernaast twee, helaas jong overleden snuitertjes

Meneer stokruissnuitkever met zijn korte snuit

En mevrouw, de boor recht voor uit en elke stokroos is niet langer veilig.

Stokroossnuitkevertjes komen van oorsprong alleen voor rond de Middellandse Zee, het zuidelijke van centraal Europa en naar het oosten tot in centraal Azië. Dankzij levendige handel in stokrozen kwam het dier in 1983 terecht in Frankrijk, in 1993 in Nederland en in 2002 in Polen. Hun wetenschappelijke naam is Apion longirostre, de langsnuit Apion. Ook in Nederland kennen we miniatuur Apion kevertjes. De bekendste is het zuringspitsmuisje. Knalrood en bij voorkeur op ridderzuring te vinden. Even in mei / juni wat planten controleren en ze komen zeker te voorschijn. Vangen wordt wat lastiger, even er naar wijzen en ze laten zich vallen. Vaak zijn ze te vinden met een zwartekleurde Apion soort die ik nog steeds niet op naam heb weten te brengen.

Zuringspitsmuisje op ridderzuring, verwant aan stokroossnuitkever

Een tweede Apion soort, ook op ridderzuring maar nog zonder soortnaam

In elke tuin zijn meerdere soorten vreemde snuiters te vinden. Hebt u een vijver met gele lis? Dan is het leuk om eens te zoeken naar de lissensnuitkever. Op struiken is het in het voorjaar makkelijk om diverse soorten struiksnuittorren. Omdat hun geelgroene kleurschubjes gemakkelijk afvallen lijken ze soms bijna zwart. En lapsnuittorren zijn een ramp voor elke kamerplantenliefhebber. Hun larven lusten wel pap van plantenwortels. Onzichtbaar knagend tot de plant letterlijk los in de pot staat. Maar de leukste snuiter is zonder twijfel de hazelnootboorder. Het arme beest lijkt bijna te klein voor de enorme kromme boor op zijn knop. Onrijpe noten zijn favoriet bij hem, hier mag het nageslacht zijn of haar eerste levensdagen doorbrengen.

Een echte alien: lissnuitkever

Struiksnuittor

Lapsnuittor

Hazelnootboorder

Vreemde snuiters, klein maar fijn. Kijk er ook eens naar.

Reacties

  1. Hoi Kees,

    wat weer een mooie en bijzonder kevertjes laat je hier zien.
    Die snuitkevertjes zijn echt prachtig om te zien.
    Van de Hazelnootboorder had ik echter nog nooit gehoord.
    Met veel interesse je blog gelezen en ook weer wat bij geleerd.
    Echt heel interessant.

    Groetjes, Helma

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hallo Kees, Fijn om op zo'n leuke manier elke keer weer wat bij te leren. Dank voor de interessante informatie en ter illustratie de schitterende foto's.
    Groeten,
    Roos

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat leuk om die verschillende soorten snuitkevertjes te zien en ook de verschillen tussen man en vrouw snuitkever, weer wat geleerd.
    groetjes Ghita

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak