Doorgaan naar hoofdcontent

Voetstappen op het Pieterpad 3

Voetstappen kussen de aarde, lichtvoetig voortbewegend door bos en veld. Het hoofd geheven, ogen nieuwsgierig gericht op de horizon, in buidel of hand het evangelie van het Pieterpad.

In deel 3 van deze terugblik op onze Pieterpadervaring volgen we de route van Hardenberg tot aan Groningen. Zes dagetappes en ruim 120 wandelkilometers vanuit Overijssel, dwars door Drenthe en de eerste stappen in Groningen. Lange stukken weg door verveend landschap, bosplantages, de  mooiste laaglandbeek en tenslotte de kop van de Hondsrug.

Hardenberg, Vecht

Vogelmelk

Gramsbergen

Welkom in Drenthe

Coevorden, kasteel

De Overijsselse Vecht was eens de gemakkelijkste route tussen Zwolle en het Duitse achterland. Soms traag en soms snel stromend, dwars door een uitgestrekt met veen opgevuld rivierdal. Op rivierduintjes ontstonden nederzettingen die teruggaan tot ver in de Middeleeuwen. In Hardenberg lijkt het verleden veranderd in een bruisende toekomst, zelfs het Pieterpad moet er wijken voor wegverbreding en bouw van nieuwe woonwijken. Ook in Ane herinnert slechts een monument aan de ondergang van de Utrechtse bisschop. Maar Gramsbergen koestert echter nog zijn oude centrum. De stilte wordt slechts verstoord door voortstappende Pieterpatters en een enkele autochtoon. De grande finale van deze etappe zit in de staart. Natuurontwikkeling rond de Kleine Vecht heeft een klein paradijsje gecreëerd bekroond met de poort van Drenthe. Zwerfstenen opgestapeld tot een Bretonse dolmen maar ook te beleven als deur van het Overijsselse naar het Olde Landschap Drenthe.

Coevorden, Oude Drostendiep

Landschapskunst, drie gebouw profielen samen een driehoek vormend

Landkaartje (Sleen, Jongbloedvaart)

Sleen, voormalig gemeentehuis

Water blijft ook op het lange traject van Coevorden naar Sleen een terugkerend thema. Een aangename verrassing omdat de voormalige veenmoerassen tussen Vecht en Drents plateau bekend staan om hun eindeloze, kaarsrechte wegen. Wulpen zingen weer het hoogste lied boven drijfnatte weilanden langs het herstelde oude Drostendiep, direct ten noorden van Coevorden. Het nieuwe Drostendiep  en de Hoogeveense Vaart staan in rauw contract hiermee. Strak als een liniaal, oevers waar een overstekende ree nauwelijks uit kan komen en water wat zo snel mogelijk het Drentse land mag verlaten. Hoe het ook anders kan blijkt wel bij de Jongbloedvaart tussen Sleen en de Hoogeveense Vaart. Honderden platbuiken zwermen als eskaders jagers rond de rietkraag. Spiedend naar prooi wat vervolgens met genoegen verdwijnt tussen de kaken van deze libellen.
Maar er is meer dan natuur in dit voormalige veengebied. Prachtige landschapskunst bijvoorbeeld. Op de hoek van Drift en fietspad vanaf het Oude Drostendiep staan drie merkwaardige profielen. Dichterbij gekomen blijken het opengewerkte gevels van de drie meest voorkomende bouwwerken in Drenthe te zijn. Boerderij, industriepand en recreatiewoning in een organische driehoek geplaatst. Iets verder stap je het zwijgende verleden in. De verdwenen Joodse gemeenschap wordt blijvend herinnerd op de oude begraafplaats. Onnadenkend en met weinig respect stap ik er rond zonder keppeltje maar probeer het goed te maken door een kiezelsteen te plaatsen op een zerk.
Sleen komt in zicht. Een esdorp met veel "witte schimmel" (zoals planologen de ongebreidelde uitbreiding met villawijkjes noemen) maar een prachtige historische kern.

Veenpluis (Sleenerzand)

Papeloze Kerk, model hunebed

Pieterpad monument (Boswachterij Sleenerzand)

Boswachterij Schoonloo

Zevenster (Schoonloo)
De 24.000 meter tussen Sleen en Schoonloo zijn vooral uitgezet over lange bospaden. Eens alleen productiebos maar hier en daar is te zien dat de houtvesters van weleer echte natuurbeheerders zijn geworden. Verstilde vennen met een verleden tot ver in ijzige tijden, zevenster wat mag bloeien in een middeleeuws hakhoutbosje en dood hout waar schimmels van smullen. Monumenten voor oeroude en moderne historie gaan er glimlachend hand in hand. Gestolde tranen van metalen brokstukken herinneren aan een neergestorte bommenwerper in WO II. Een galgenberg waar geboefte hun laatste adem uitbliezen bovenop resten van verre voorouders. De Papeloze Kerk waar Prof. van Giffen de grootse bouwwerken van de Trechterbeker cultuur reconstrueerde. Verstopt in het bos lijkt het te verdwijnen naast het monument voor de twee Pieterpadmoeders. Eerbiedig klimmen ook wij naar boven en staan in dankbaarheid naast de drie Drentse flinten. Zonder Bertje en Toos hadden wij deze prachtige tocht nooit gelopen.

Andersche Diep

Voorde door Andersche Diep

Hunebed (Rolde)

Jacobuskerk (Rolde)

Van Schoonloo naar Rolde is het slechts 18 kilometer. De laatste stukken staatsbos met ook hier weer,door pluisjes omringde vennen. Het mooiste stuk zit echter vlak voor de staart. Het dal van het Anderse Diep nodigt elke wandelaar uit even stil te staan. Van beslotenheid naar weidsheid, van schaduw naar zon. Ondanks sporen van de verwoestende werking van de mens tijdens de laatste grote ruilverkaveling is deze zijtak van de Drentsche Aa nog redelijk natuurlijk gebleven. De voorde was net te diep om te doorwaden maar met een bruggetje blijven de voeten droog. De weg leidt uiteindelijk naar Rolde zoals alle wegen in de nabije omgeving. Meer dan 5000 jaar centrum van bewoning, geloof en rechterlijke macht maar nu een rustig dommelend slaapdorp met een uitstekend Sri-Lankaans restaurant.

Landschapskunst geïnspireerd op het Pieterpad (Balloërveld)

Ven (Balloërveld)

Het veen mag weer groeien (Balloërveld)

Ringelrups (Gasteren)

De mooiste tocht van deze serie werd dag vier. Van Rolde naar Zuidlaren, via het Balloërveld, de Gasterse Duinen, het Schipborgsche Diep en de prachtige poëtische teksten op de stenen van psychiatrisch ziekenhuis Dennenoord. Een paard in diep gepeins verzonken leek ons te negeren bij de poort naar het geschiedenisboek wat Balloërveld heet. De prehistorische A28 liep hier, boeren legden er raatakkers aan of groeven naar potklei voor het bakken van grove steen. Stuifzand wisselt af met drijfnat veen. Roodborstapuiten en leeuweriken zijn hier nog te vinden. Daarna laat de Drentsche Aa zich steeds meer zien. Soms bescheiden kronkelend, soms als serieuze laaglandbeek met rivierallures. Omdat het maart 18 kilometer naar het centrum van Zuidlaren is kan er alle tijd genomen worden om te genieten van dit unieke beekdal.

Grote Veen (Appèlbergen, Glimmen)

Parende eikentandvlinders

Hoornse Dijk (Haren / Groningen)

Groningen, eindpunt na zes dagen lopen

Het wordt tijd Drenthe te verlaten. Berend Botje kan ons helaas geen uitgeleide doen want hij schijnt volgens de overlevering nog steeds in Amerika te wonen. Een laatste hunebed, een door oorlogsverleden pikzwart gekleurd ven en de benedenloop van de Drentsche Aa herinneren nog even aan het Olde Landschap maar dan lokt toch echt de Martinitoren. Twee kilometer stad als Via Gloriosa zonder Nijmeegse vierdaagse bloemen maar wel met heel veel zuchten en zweetdruppels. En  dan, de grande finale bij het station. Zes etappes met in totaal 121 Pieterpadkilometers en de nodige extra kilometers voor aan- en uitloop. Vier verrassende overnachtingen bij Vrienden op de Fiets en 1 \luxe hotel. En zoveel mooie herinneringen dat zes wandeldagen aanvoelen als bijna zes jaar.

Drentse pluisjes mee naar Brabant
Als souvenir van vijf dagen Pieterpad gaan wat pluisjes mee naar Tilburg, eenarig wollegras en veenpluis samen in de rugzak.

Reacties

  1. Ha Corrie, dank! Wanneer je echt kijkt is het verbazingwekkend hoe het mogelijk is meer dan 20 kilometer op een dag te lopen. Een overstekende loopkever, een zingende geelgors, bloeiende gele plomp. Alles vraagt om even stil te staan. En dan zijn er ook nog de eindeloze landschapsverhalen, verteld door zandkorrels, bomen en stenen...

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak