Doorgaan naar hoofdcontent

De week van de bioloog 1

Limburgs landschap
Holset - Vijlen

Een nieuwe serie 

Na een jaar lang elke dag een blog geschreven hebben werd het tijd voor een nieuwe serie. Geen 365 blogs achter elkaar maar elke week een beeldverhaal uit het leven van een eens Noord-Nederlandse en nu alweer lange tijd Tilburgse bioloog. Bijzondere waarnemingen of gewoon alledaagse vondsten gebruikend als uitnodiging om eens stil te staan bij alles wat leeft en bloeit. En om meteen goed te beginnen neem ik mijn lezers mee naar Zuid-Limburg en de aangrenzende grensstreek. 

Zinkviooltje

Bijna half september en de zinkviooltjes op de vroegere locatie van de zink- en loodmijn in Plombieres stonden nog volop in bloei. Bijzonder hoe deze pareltjes op deze zwaar vervuilde grond kunnen bloeien. Kleine parelmoervlinders gebruiken het plantje als waardplant voor hun rupsen en ook zij waren nog druk doende met hun nageslacht.

Stinkende kortschildkever

Jij bent groot maar ik kan onbehoorlijk stinken lijkt deze kortschildkever wel te willen zeggen. Beide liepen we het Krijtlandpad, hij enkele meter, ik samen met mijn natuurgenietster ruim honderd kilometer.
Dassenhol

En als laatste beeld van deze week een dassenburcht. Wat een giga gravers zijn dit toch. Tussen Eijsden en Slenaken leek wel geen holle weg veilig voor hun werkzaamheden. Tientallen pijpen gaven er toegang tot ondergrondse dassen paleizen. 

Volgende week vrijdag een nieuwe aflevering van de week van de bioloog.



Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak