|
Lecanora campestris, Haren |
In een vorige blog schreef ik over het kleinste groen van Haren. Tevreden groeiend op een randje tuin. Maar ook bij het kleinste groen bestaat er de rand van de samenleving. Geen grond, geen humus, altijd voedselgebrek. Het is er koud of warm maar iets er tussen bestaat niet. Een steen is alles wat ze hebben en daar zijn ze zo tevreden mee dat ze ons letterlijk overal volgen.
|
Lecanora campestris, apotheciën |
Vandaag, op deze stralende dag voor Kerst, maar eens de loep op stoep en straatsteen gericht. Door sommigen fanatiek kaal geschrobt maar als de natuur zijn gang mag gaan ontstaat hier een bijzondere levensgemeenschap. Zoals mooie kringen van grijze korstmossen als bijzondere decoratie. Jaarlijks groter worden en niet wegspoelend zoals een kindertekening. Het is Lecanora campestris, een algemeen korstvormig korstmosje. Dichter bij gekomen blijken er overal witgerande bruine schoteltjes op te staan. Zo plat tegen de ondergrond gedrukt dat ze niet te voelen zijn. Het zijn apotheciën (zie ook
Versierde Bomen in Onnen) waarin minuscule sporen gevormd worden. Betreding vinden ze niet erg maar een staalborstel wordt toch iets te veel.
|
Lecidella scabra |
Naast deze fraai gevormde soort zijn er op allerlei tegels ook grijze, vormeloze, vlekken te zien. Bijna zonder vorm en structuur maar met de loep valt op delen wat korrelig zijn. Dit is Lecidella scabra, diep weggedoken in poriën van de tegels en straatstenen en alleen even boven komend om kleine deeltjes van zijn grijze lijfje om zich heen te strooien. Stampende schoenen of draaiende banden verspreiden volgens dit stof en nieuwe Lecidella's koloniseren elke steen waar ze uiteindelijk terecht komen.
|
Vroegeling |
Aan de rand van de stoep is wat zand tussen de voegen blijven liggen. Net voldoende voor Vroegeling en Knopige Vetmuur. Plat op de grond en wachtend op het vroege voorjaar. Snel even bloeien en dan snel weer weg lijkt het devies. Vetmuur kan ook een hete zomer goed doorkomen dankzij dikke blaadjes die de verdamping tegengaan. Deze bloemplantjes krijgen op enkele plaatsen ook gezelschap van twee Knikmossoorten. Zilvermos is de meest bekende, wat grijs, een beetje staartvormig en parmantig rechtop. De ander is wat lastiger op naam te brengen maar direct herkenbaar als Knikmos met zijn platte, ovale blaadjes en een nerf die als groen puntje uitsteekt.
|
Zilvermos (centrum) en Knikmos |
|
Muisjesmos |
Betreding is altijd een groot gevaar aan de rand van deze groene samenleving. Je moet er tegen kunnen anders ga je dood. Of je moet slim zijn zoals het Muisjesmos. Bovenop een kleine veldkei staat een polletje te pronken. Witte glasharen steken uit zijn blaadjes, kleine sporenkapsels duiken wat verlegen terug in het groen. Op straat leven houden ze niet vol maar hier staan ze behoorlijk boven het gepeupel.
Onder de voet gelopen groen, dagelijks tegen komend maar door velen nooit gezien.
Reacties
Een reactie posten