Doorgaan naar hoofdcontent

Vreemde paardenbloem

Paardenbloem, bandvorming of fasciatie
Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 216

Elk jaar krijg ik wel vragen over vreemde paardenbloemen. Vrijwel altijd via de digitale koerier maar vandaag was het mijn wandel- en levensmaatje die een bizarre plant vond. Op dat moment realiseerde ik niet dat dat het een mooi onderwerp was voor mijn dagelijkse blog en dus stiefelden wij door op ons rondje rond de kerk. Maar in het archief zat nog wel een bruikbare foto die heel mooi laat zien wat er aan de hand is. Bij de aanleg van de knop is het niet alleen een klein beetje maar zelfs geheel fout gegaan. De groeipunt in het hart van de rozet heeft normaal de instructie om een holle bloemsteel te vormen en daar bovenop een verzameling bloemetjes. Bij een fasciatie vind er bandvorming plaats. Niet één maar een hele verzameling bloeistengels groeit uit tot een platte, vaak geribde bloeisteel. En daar bovenop staat dan een breed uitgegroeide joekel van een bloem. Dat deze ondanks zijn misvorming toch in staat is om zaad te vormen bleek vandaag wel. Tientallen volgroeide zaden hingen in de meest vreemde posities aan de scheef hangende bloembodem. In onze Hollandse natuur zien we dit verschijnsel zelden maar in de meeste tuincentra zijn wel bandwilgen te vinden. Hier is niet de bloeisteel maar de tak breed uitgegroeid. Wat betreft de paardenbloemen is het nu de tijd om uit te kijken naar deze bizarre fasciaties.

Reacties

  1. Mijn moeder had een gedroogd exemplaar met minstens 10 herkenbaar vergroeide stelen in haar bijbeltje. Geen gekke plek, want daar lag ook het door mij gevonden en gedroogde klavertje 6 en de 'siamese' kievietsbloem gedroogd en wel. Ik zocht en vond sowieso als kind veel bijzondere exemplaren. Maar ik was de paardebloemen vergeten. In tuincentra wordt wel meer gekweekt met deze vorm, vooral bij vetplanten zie je dit veel.

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak