Doorgaan naar hoofdcontent

Texelse nachtvlinders in kinderkleding

2 juni. 2012. Boven de donkere duinen van de Jan Ayeslag vliegen twee Houtsnippen al piepend in formatie over een verlicht laken. Voor het laken staan twee bibberende nachtvlinderaars, er achter liggen zes belangstellenden dicht tegen het duin aangedrukt. Dit jaar grossiert in extreem koude nachten en dat is ook voor onze vliegende nachtschones geen genoegen. Slechts twee Vale Duinrietboorders en een enkele Smalvleugeldwergspanner laten zich even zien.

Als de zon eindelijk boven de oostelijke horizon verschijnt wordt het leven weer aangenaam. Tijd voor een wandeling door het Nationaal Park Duinen van Texel. En dan blijkt dat er letterlijk overal nachtvlinders te zien zijn. Een enkel Stro-uiltje en een Gewoon Grasmotje vliegen op uit het gras maar het merendeel van de vlinders is in kinderkleding gehuld. Goed doorvoed en elke soort met eigen kenmerkende kleuren en afwerking.

Kleine Hageheld, Bolle Kamer, Texel

Grote Hageheld, Bolle Kamer, Texel

Vlinders in kinderkleding kennen we als rupsen. Meest opvallend zijn de bonte, harige en voor vogels oneetbare soorten. Eind mei / begin juni kruipt er een leger van deze levende maaimachines door de duinen. Grote en Kleine Hageheld bijvoorbeeld. Twee spinners die als vlinder zelden op het nachtvlinderlaken afkomen en als ze het al doen ook nog eens als bezeten heen en weer blijven fladderen. De Kleine kiest voor een eenvoudig geel-zwart jeugdkleed, de Grote heeft een groter assortiment clan kleuren maar wel met overwegend grijs en bruin.

Basterdsatijnvlinder, Bolle Kamer, Texel

Bastaardsatijnvlinders beginnen hun aanval op het frisse groen uit een gezamenlijk nest. Goed beschermd door spinsel tegen happende snavels maar als ze groter worden vertrouwen ze op hun kleuren en haren. Dan zwerven ze uit, op zoek naar steeds meer eetbare blaadjes.

Grauwe Borstel, Bolle Kamer, Texel

Grote Beervlinder, Bolle Kamer, Texel

Grauwe Borstels en Grote Beervlinders leven alleen op de wereld. Soms, even, elkaar ontmoeten op dezelfde voedselplant maar vervolgens verder op weg naar een onbekende bestemming. De eerste voorzien van enkele zwart-witte borstels op de rug, de tweede gestoken in een slordig afhangend harig habijt.

Texelse nachtvlinders, net als overal zijn ze niet alleen in de nachtelijke uren te ontmoeten.

Reacties

  1. Nou je hebt er in ieder geval wel een erg fraaie serie rupsen aan overgehouden Kees.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hoi Kees,

    je eerste foto van die opkomende zon is al een parel om te zien, maar zoveel mooie rupsen heb ik ook nog nooit bij elkaar gezien. Echt prachtige en leerzame serie.

    Groetjes, Helma

    BeantwoordenVerwijderen
  3. jeetje joh...waar vind je al die rupen!:) Gave serie

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Super, wat een opmerkingsgave! Prachtig, ik ben ook weg van je 1e foto, Kees.
    Groeten, Marion

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Hoi Kees,
    Prima informatie en fraai gefotografeerd.

    Groet,
    Ben

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Schitterend al die rupsen met klinkende namen, en die eerste foto is een juweeltje!
    groetjes
    Loes

    BeantwoordenVerwijderen
  7. hoi kees, dankzij jouw blog onze zoon aan de naam van rups geholpen die ze ameland hadden gevonden, bedankt.
    joke en rudolf

    BeantwoordenVerwijderen

Een reactie posten

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak