Doorgaan naar hoofdcontent

Holwortel

Holwortel
Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 185

Gister keek zij al even heel voorzichtig tussen de kelkblaadjes door. Een roze snoetje die bijna verlegen de grote wereld ontmoette. Vandaag bleek dat alles goed bevonden was: de bloei van de holwortel is begonnen. En zijn neef, de vingerhelmbloem, is begonnen met een snelle spurt, klaar om ook mee te doen. In heel Nederland zijn dit de meest algemene stinzenplantjes. Samen met bostulpjes en lenteklokjes mogelijk ook de oudste en daarmee inmiddels helemaal ingeburgerd. Voor holwortel was het geen lange reis. Misschien maar een paar honderd kilometer moest er overbrugd worden om vanuit de Duitse hellingbossen om in Nederland aan te komen. En als je dan ook nog een lift krijgt omdat je behoort bij de gewenste vreemdelingen gaat het helemaal gemakkelijk. Landgoederen en buitenplaatsen op Hollandse klei en veen kregen zo een bloeiende voorjaarsglimlach. Voorheen was het er tot april eentonig geel. Speenkruid en klein hoefblad wisten zelf wel hun weg te vinden. Maar met het zachte roze kwam er voor de gegoede dames en heren kleur in de tuin. In Hortus Haren vertelden we wel eens het verhaal dat het verliefde landjonkers waren die met hun Duitse schonen ook bol- en knolgewasjes meenamen. Waarschijnlijker is dat er eens wat meegekomen is en later aan bevriende buren doorgegeven. Stinzenplantjes zijn inmiddels niet meer weg te denken uit Nederland.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak