Doorgaan naar hoofdcontent

Boerensloot in het Pompveld

Sloot, Pompveld
Een jaar natuurpresentaties in  woorden - dag 263

Wie kent ze nog? De boerensloten van vroeger waar je uren kon zitten kijken naar het spel van stekelbaarsjes, de dans van libellen en het handschrift van het schrijvertje. Vanaf de jaren zestig moest het landschap glad gestreken worden. Het water moest zo snel mogelijk weg en sloten werden watergangen. Kunst- en drijfmest stroomde met tonnen tegelijk de vroegere sloot in. Water- en oeverplanten werden weggeschraapt. Modderkruiper en stekelbaarsjes stikten in de mest. Wat eens een sloot was werd een doodse en stinkende prut. Maar toen veranderde het klimaat. Laaggelegen delen kregen natte voeten en in hoger gelegen gebieden moest het water vastgehouden worden. Wat het effect daarvan is mag iedereen komen bekijken in een pareltje van het Brabants Landschap. Het Pompveld, in het land van Heusden en Altena, is letterlijk een stralend groene ster verheven boven het agrarisch landschap. Hier kun je nog sloten tegenkomen zoals ze vroeger waren. Kraakhelder water, velden vol waterviolier en hier en daar krabbenscheer. Gele plompen als zetel voor roodoogjuffers. Waterkevertjes en vissen schieten tussen de bladeren door en trekken zich niets aan van kijkers. Hoe dit kan? Het Pompveld is feitelijk een klein , hoog gelegen poldertje in dit rivierenlandschap met een eigen waterpeil. Water kan er niet in stromen maar er wel uit. Kwelwater zorgt er voor een voortdurend aanvoer van schoon water. Ga er eens naar toe en volg de rode wandelroute vanaf de nieuwe parkeerplaats.





Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak