Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 260
Eind mei en de meeste vogels hebben inmiddels jongen die zich zelf kunnen redden. Wolken jonge spreeuwen weten al piepend rijke weilanden te vinden. Jonge eendjes in de stadsvijver moesten het vanaf uitkomen al zelf doen maar zitten inmiddels ook in de veren. Enkele holenbroeders vliegen echter nog af en aan met voedsel. Inmiddels wordt het niet meer naar binnen gebracht maar voor de opening gehouden zodat de jongen actief naar boven moeten om het aan te pakken. Spechtenjongen vinden dit echter nog niet genoeg. Hun ouders moeten flink aangemoedigd worden met een veelstemmig koor. Jonge boomklevers kunnen dat ook maar piepen toch wat zachter. Maar om hun te vinden heb je geen geluid nodig. Kijk omhoog naar kast of gat en je weet direct waar ze zitten. Boomklevers hebben een onbedwingbare neiging om hun voordeur passend te maken aan hun wensen. En zelfs als deze precies groot genoeg is moet er toch gemetseld worden. Op de foto is dat goed te zien. Net boven het klevertje, in de schaduw van het overstekende dak, zit een dikke laag klei. Zonder enig effect maar de metseldrift kon wel heerlijk uitgeleefd worden. Dit gedrag is ontstaan omdat boomklevers zelf geen gat kunnen uithakken en dus altijd afhankelijk zijn van wat er op dat moment voorradig is. En een ruime woning is leuk maar als de ingang te groot is kun je er ook zo uitgekieperd worden door spreeuwen. Dat er sindsdien ook nutteloos gemetseld wordt is dan blijkbaar het bijhouden van vaardigheden.
Eind mei en de meeste vogels hebben inmiddels jongen die zich zelf kunnen redden. Wolken jonge spreeuwen weten al piepend rijke weilanden te vinden. Jonge eendjes in de stadsvijver moesten het vanaf uitkomen al zelf doen maar zitten inmiddels ook in de veren. Enkele holenbroeders vliegen echter nog af en aan met voedsel. Inmiddels wordt het niet meer naar binnen gebracht maar voor de opening gehouden zodat de jongen actief naar boven moeten om het aan te pakken. Spechtenjongen vinden dit echter nog niet genoeg. Hun ouders moeten flink aangemoedigd worden met een veelstemmig koor. Jonge boomklevers kunnen dat ook maar piepen toch wat zachter. Maar om hun te vinden heb je geen geluid nodig. Kijk omhoog naar kast of gat en je weet direct waar ze zitten. Boomklevers hebben een onbedwingbare neiging om hun voordeur passend te maken aan hun wensen. En zelfs als deze precies groot genoeg is moet er toch gemetseld worden. Op de foto is dat goed te zien. Net boven het klevertje, in de schaduw van het overstekende dak, zit een dikke laag klei. Zonder enig effect maar de metseldrift kon wel heerlijk uitgeleefd worden. Dit gedrag is ontstaan omdat boomklevers zelf geen gat kunnen uithakken en dus altijd afhankelijk zijn van wat er op dat moment voorradig is. En een ruime woning is leuk maar als de ingang te groot is kun je er ook zo uitgekieperd worden door spreeuwen. Dat er sindsdien ook nutteloos gemetseld wordt is dan blijkbaar het bijhouden van vaardigheden.
Reacties
Een reactie posten