Doorgaan naar hoofdcontent

Bioloog als spoorzoeker

Een dwergcicade, mogelijk Macropsis fuscinervis
levend op ratelpopulier en nu in ons tuintje
Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 306

Geleidelijk komt het cijfer 800 in zicht. Achthonderd soorten beestjes gezien in en rond ons huis met een ecologisch tuintje van nog geen honderd vierkante meter. Leuk om bij te houden en steeds wat nieuws te zien maar nog veel leuker omdat elke waarneming nieuwe relaties zichtbaar maakt. Sommige zijn polyfaag en eten van alles maar vooral de specialisten zijn bijzonder. Zo werd er in het voorjaar een soort wespbij gefotografeerd die maar één soort bij als gastheer voor zijn kroost gebruikt. Goed kijken bracht de volgende dag deze bij in beeld. Nog leuker zijn planteneters die als larf of volwassen beest van één of slechts een paar planten / bomen kunnen leven. Soms staan ze in de tuin maar nog veel vaker is de eerste op honderden meters afstand te vinden. De dichtst bijzijnde wintereik staat op achthonderd meter, de eerste valse christusdoorn is nog niet gevonden maar zijn zuigende cicade heeft zich al twee keer gemeld in de tuin. En gisteravond klopte een andere cicade aan de tuinpoort. Stevig gevormd maar als al zijn familieleden kleiner dan een centimeter. Geen groot zanger zoals de Franse cicaden en mogelijk een stille getuige van zijn lievelingsboom: de ratelpopulier. Maar de specialisten zijn er nog niet uit, inmiddels is de foto aan een internationaal forum voorgelegd en het dier zelf wordt uitvoerig bestudeerd door de cicaden specialist Marco de Haas. Zou het hem zijn dan aan mij de taak om ratelpopulieren op te sporen. Witte abelen en hybride zwarte populieren staan er voldoende in de huurt maar de ratel? Een bioloog is tegenwoordig ook spoorzoeker.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak