Doorgaan naar hoofdcontent

Rivierflora

Zeepkruid en kruisdistel
Een jaar natuurpresentaties in woorden - dag 321

Te voet tussen Rijn en Waal, vroeger een doolhof van heggen, dijken, vroegere dijkdoorbraken en natte ooibossen. Zwarte ooievaars, steenuiltjes en bevers waren toen nog gewoon in dit gebied.  In de eeuw van vooruitgang en corona is daar weinig meer van over. Oude dijken zijn verdwenen door ruilverkaveling of verbreding van uiterwaarden. Heggen worden hier en daar nog kunstmatig in stand gehouden en steenuiltjes wonen niet meer in knotwilgen maar in nestkasten op boerenerven. En dan sta je plotseling aan de  oostkant van de machtige Tacitusbrug. Noord en Zuid verbindend, een pronkjuweel van techniek. Natuurbeheerders weten wat er verloren is gegaan en houden net langs de Waal enkele honderden meter meidoornhaag in stand. Dichtbij de rivier bloeit nog wat vroeger op elke dijk stond. Zeepkruid, een anjerachtige met een grote wortestok, En het broertje van blauwe zeedistel. Kruisdistel doen het in monochroom. Lichtgroen tot grijsgroen maar wel opvallend doordat elke plant minstens een groeicirkel nodig heeft van dertig centimeter. Kom je te dichtbij? Dan krijg je te maken met venijnig stekende bladeren. Hoewel de plant hiermee op een distel lijkt is deze verwant aan peterselie en fluitekruid. Het is een schermbloemige zonder scherm. Redelijk voedselrijke dijken en rivieruiterwaarden hebben zijn voorkeur maar te vaak maaien en bemesten betekent zijn definitieve einde. Gelukkig mogen rivieren weer leven en krijgen kruisdistels en zeepkruid weer alle ruimte.

Reacties

Populaire posts van deze blog

Oranje boomalg

Oranje boomalg, Trentepohlia aurea Een jaar natuurpresentaties in 150 woorden - dag 120 Een boom als leefgemeenschap. Alles is er te vinden, van producent tot consument. Haarwortels, knoppen en bladeren,  elk stukje boom wordt begraasd. Maar kijk eens naar een vierkante centimeter schors. Dan blijkt dat er veel meer plantaardige producenten zijn dan alleen de eik of een vleugelnoot. Eén van de meest bizarre plantjes die op schors groeit is de oranje boomalg. Stampvol worteltjeskleurstof (caroteen) lijkt deze groenalg zijn familie vergeten. Maar haal het oranje er uit en er blijft een draadvormig groen wiertje over. Op o.a. eik vindt het een ideaal biotoop om te groeien. Vergroeid met buitenste schors doet het zijn eerste best om zijn eigen kostje bij elkaar te scharrelen door fotosynthese. Luchtvervuiling had hem bijna de das omgedaan maar net op tijd werd het iets beter in ons overvolle landje. Ook een nauw verwante soort, de Portugese rode alg, breidt zich sterk uit. Niet alle

Alpenvlinders

Tschiertschen, Joch alp Bijna twee uur in de middag, de zon staat hoog aan de hemel. Even op de rug, de ogen dicht, de neus vol bloemengeuren, luisterend naar het klingelen van koeienbellen lager op de helling. Het leven is goed op de alpenweiden boven Tschiertschen. Inner Urden, Mattjischhorn, Jochalp, Ochsenalp, nu zijn het alleen nog maar vakantie herinneringen. Koninginnepage Als de ogen weer open gaan is de lucht vol gefladder. Alles beweegt, kleuren flitsen langs het zwerk. Verdwazing lijkt toe te slaan maar na even knipperen met de ogen kom je weer terug op de berg. Het zijn tientallen, nee honderden vlinders die bezig zijn met hun dagelijkse werkzaamheden. Fladderend van bloem naar bloem voor een slok nectar. Of alleen maar denken aan de verdediging van hun territorium en tegelijkertijd de dames overtuigen van hun uitzonderlijke capaciteiten. Zoals die mooie Koninginnepage die steeds maar weer op het pad ging zitten. Gele Luzernevlinder Zuidelijke luzern

Bloedzuigers, onbekend en bijzonder

Gewone bloedzuiger (Haemopis sanguisuga) met Groene Kikker (Orvelte) Bloedzuigers, alleen het woord al jaagt velen de stuipen op het lijf. Beelden van grote glibberige monsters die met honderden komen opzetten om het laatste druppeltje levensbloed op te zuigen. Voldoende reden om eens naast een boerensloot te gaan zitten en op zoek te gaan naar deze spannende creaturen. Een paar halen met een net zijn vaak al voldoende om enkele te verschalken. Gezoomde clepsine (Hemiclepsis marginata), Kardinge Wat dan vooral opvalt is dat ze wel glibberig zijn maar helemaal niet groot. Enkele centimeters, daar houdt het meestal wel mee op. Dan maar eens proberen of ze nu echt geïnteresseerd zijn in mijn bloed. Even een vinger er voor houden en ze grijpen zich met hun zuigschijf aan mond en achterlijf al snel vast. Maar in plaats van schrapen om door het vel te komen gaan ze alleen maar aan de wandel, terug naar het water.veel van onze Nederlandse bloedzuigers zijn vooral op zoek naar slak